De economische situatie in Limburg in 2024 en begin 2025 laat vooral verschuivingen en herpositionering zien, blijkt uit de 15e Toekomstindicator van Voka – KvK Limburg. De bekende groeimotoren – export, innovatie en arbeidsmarkt – vlakken af. Sommige indicatoren tonen herstel, andere verslechteren. “De fundamenten van Limburgs economische veerkracht staan onder druk en moeten worden versterkt. Dit vraagt actie, niet afwachten”, zegt Joris Vrancken, voorzitter van Voka – KvK Limburg.
Het succes van de Limburgse economie wordt bepaald door drie pijlers: talent, innovatie en internationalisering. Voka formuleerde dit in de formule E=TI²: Economisch succes (E) vereist een sterke inzet op Talent (T), Innovatie (I) en Internationalisering (I).
Internationalisering: De Limburgse export blijft onder druk staan, vooral naar verre markten. De exportwaarde stijgt licht en buitenlandse investeringen nemen weer toe tot 33 projecten met een totaalbedrag van € 834 miljoen. Het aandeel in de Vlaamse export blijft structureel lager, ondanks lichte verbeteringen.
Innovatie: Het aantal Limburgers in STEM-beroepen daalt met 5%, terwijl het aantal bedrijven dat innovatiesteun ontvangt en de toegekende bedragen stijgen. Limburgse ondernemers tonen veerkracht: het aantal nieuwe starters groeit met 5,5% tot ruim 9.000. Tegelijk daalt het aantal octrooi-aanvragen tot 41, het laagste in tien jaar. Bedrijfsinvesteringen blijven met bijna € 4 miljard stabiel.
Talent: De arbeidsmarkt koelt af. Het aantal niet-werkende werkzoekenden stijgt naar 25.900, terwijl vacatures dalen tot bijna 33.000. De instroom van jong talent blijft beperkt en de vergrijzing drukt op de doorstroom van werknemers. Hoger onderwijs kent een lichte stijging (+1,6%), en ook secundair onderwijs toont verbetering.
Tien jaar terugblikkend, laat Limburg vooruitgang zien in investeringen, starters en vacatures, maar exportcertificaten, octrooien en talentdoorstroming blijven aandachtspunten. Vrancken waarschuwt: “Stilstand is geen eindpunt, maar een sein om te schakelen. Wie durft bij te sturen, te herdenken en samen te werken, maakt het verschil.”
