De federale regering schuift haar nieuwe visienota over langdurig zieken naar voren als een grote hervorming. In werkelijkheid dreigt het vooral een extra factuur te worden voor ondernemingen. Dat terwijl de échte hefbomen om het stijgende ziekteverzuim terug te dringen, grotendeels buiten hun bereik liggen. Voka pleit voor échte responsabilisering - van álle betrokken partijen - en voor een beleid dat werkgevers beloont als ze investeren in re-integratie en werkbaar werk.
Langdurige ziekte is vandaag een van de grootste uitdagingen op onze arbeidsmarkt. In België zijn inmiddels meer dan 540.000 mensen langer dan een jaar arbeidsongeschikt, een stijging met bijna 70% in 10 jaar tijd. Het RIZIV becijferde dat ruim één op de 20 werkenden momenteel langdurig ziek is. Vooral psychische aandoeningen zoals burn-out en depressie zouden deze toename verklaren; ze vertegenwoordigen bijna één derde van alle langdurige ziektes. Vlaanderen kent hetzelfde patroon: in 2024 was bijna 4% van alle gewerkte dagen het gevolg van langdurig verzuim.
Dat cijfer zegt veel over de maatschappelijke kost, maar ook over de druk op bedrijven. Want elke langdurig zieke medewerker betekent voor een onderneming: herverdeling van taken, verlies aan expertise, rekrutering van tijdelijke vervangers én financiële lasten die verder oplopen.
Werkgevers willen mensen absoluut terug aan het werk helpen - maar wel op een manier die haalbaar is.
Bert Mons, Gedelegeerd bestuurder
Onder de vlag van ‘responsabilisering’ wil de regering nieuwe maatregelen invoeren. In theorie worden alle actoren betrokken – werknemers, artsen, verzekeringsinstellingen, arbeidsgeneeskundige diensten en werkgevers. In de praktijk legt de regering echter het zwaartepunt bij de laatste groep. Zo komt er een solidariteitsbijdrage tot 6 maanden op een deel van de ziekte-uitkering, extra gewaarborgd loon voor arbeiders, een uitbreiding van het Terug-naar-Werkfonds en zelfs een ontslagverbod in bepaalde gevallen. Deze maatregelen moeten samen 240 miljoen euro opbrengen, maar ze verhogen enkel de kosten voor ondernemingen die al 83% van de inkomsten van de ziekteverzekering bijdragen. Daartegenover staat dat de responsabilisering voor andere partijen erg beperkt blijft. Mutualiteiten krijgen opnieuw middelen zonder resultaatsverbintenis, artsen enkel feedback zonder sanctie en arbeidsgeneeskundige diensten blijven buiten schot. Het evenwicht dat in het regeerakkoord werd beloofd, is ver zoek.
Werkgevers willen mensen absoluut terug aan het werk helpen - maar wel op een manier die haalbaar is. De huidige procedures zijn complex, traag en vaak ontmoedigend voor zowel werknemer als werkgever. Het re-integratietraject is een administratieve lijdensweg, terwijl eenvoud, digitalisering en samenwerking net de sleutel zijn om sneller resultaten te boeken.
Voka pleit daarom voor échte partnerschappen: beloon bedrijven die met succes langdurig zieken re-integreren, in plaats van ze te bestraffen met bijkomende lasten. Geef hen de ruimte om samen met arbeidsgeneeskundige diensten en adviserend artsen trajecten op maat uit te bouwen. Elke dag nemen bedrijven hun verantwoordelijkheid: ze investeren in preventie, in welzijn op het werk, in coaching en begeleiding. Maar ondernemerschap vraagt voorspelbaarheid en vertrouwen, geen extra onzekerheid en regelgeving die eenzijdig straft.
Wie echt wil dat langdurig zieken terugkeren naar de arbeidsmarkt, moet een beleid voeren dat stimuleert in plaats van sanctioneert. Dat betekent: duidelijke afspraken, gedeelde verantwoordelijkheid en waardering voor wie resultaten boekt.
Terug aan het werk? Ja, graag. Maar niet ten koste van ondernemerschap. Laat werkgevers partners zijn in een beleid dat mensen kansen geeft, niet slachtoffers van beslissingen waarop ze geen vat hebben. Alleen zo maken we van re-integratie een succes - voor de werknemer, voor de onderneming, en voor de samenleving.




