Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Meestgestelde vragen en antwoorden over duurzaam ondernemen

Meestgestelde vragen en antwoorden over duurzaam ondernemen

Ik zou graag erkenning geven aan mijn duurzame acties. (VCDO)

VCDO Voka Oost-Vlaanderen

Duurzaam ondernemen is al lang geen modewoord meer. Het gaat over omgaan met schaarse grondstoffen, zuinig energieverbruik, investeren in menselijk kapitaal, inspelen op de behoeftes van morgen,… Het betekent winst op vele vlakken.

Voka wil jouw onderneming helpen om duurzaam ondernemen te verankeren in je DNA en je duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. Met het Voka Charter Duurzaam Ondernemen maak je via een actieplan op maat werk van een bedrijfsvoering die winstgevend is voor zowel je onderneming als voor mens en milieu.

Met het Charter timmer je ook aan de internationale reputatie van je bedrijf. Zo help je mee de zeventien duurzaamheidsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties te realiseren. Deze werden door maar liefst 194 landen wereldwijd ondertekend. Voka werkt daarvoor samen met CIFAL Flanders/UNITAR, een internationaal trainingscentrum dat inzet op duurzaam management en dat ondernemingen het internationaal erkende UNITAR-certificaat kan toekennen. 

Aarzel niet langer en ga volop voor duurzaam ondernemen, stabiele winst en internationale erkenning!

Lid worden van deze duurzame community?

Extra informatie? 

Neem contact op met Maarten Dheedene.

Wat zijn de SDG's?

Hoe zijn de sustainable development goals ontstaan? 

Tijdens een VN-conferentie voor Duurzame Ontwikkeling van 2012 in Rio de Janeiro, besliste men een aantal universele doelstellingen te bedenken die een antwoord bieden op de urgente sociale, economische, en leefmilieu gerelateerde problemen die de planeet en samenleving teisteren. 

De SDGs zijn niet enkel door de VN bedacht. Via een online enquête hebben bijna 7,8 miljoen mensen gestemd op hun favoriete thema's. Op deze manier vormde het maatschappelijk middenveld, de privésector, het VN-systeem en de lidstaten samen 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. 

Wat zijn de Sustainable Development Goals?

  1. Geen armoede
  2. Geen honger
  3. Goede gezondheid en welzijn
  4. Kwaliteitsonderwijs
  5. Gendergelijkheid
  6. Schoon water en sanitair
  7. Betaalbare en duurzame energie
  8. Waardig werk en economische groei
  9. Industrie en infrastructuur
  10. Ongelijkheid verminderen
  11. Duurzame steden en gemeenschappen
  12. Verantwoorde consumptie en productie
  13. Klimaatactie
  14. Leven in het water
  15. Leven op het land
  16. Vrede, veiligheid en sterke publieke diensten
  17. Partnerschap om doelstellingen te bereiken

Bron

Milieu en mobiliteit

Wanneer moet ik mijn milieuvergunning (of omgevingsvergunning) hernieuwen?

De hernieuwing van een vergunning (die voor bepaalde duur is verleend) dient één jaar voor de einddatum van de omgevingsvergunning aangevraagd te worden. Indien de einddatum niet gekend is kan je deze opvragen bij de milieudienst van de stad of gemeente van jouw exploitatieadres.

Hoe weet ik of ik een milieuvergunning (of omgevingsvergunning) nodig heb voor mijn onderneming?

In principe dien je een aanvraag in te dienen voor elke verplaatsing of uitbreiding van een ingedeelde activiteit. De ingedeelde activiteiten zijn weergegeven in Vlarem II – Bijlage 1. Indelingslijst.

Welke steunmaatregelen kan ik gebruiken om duurzame bedrijfsmobiliteit te stimuleren?

Fiscale aftrek voor kosten woon-werkverkeer personeel
Zelfstandigen kunnen 120% van hun kosten aftrekken voor aankopen om het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer aan te moedigen. Denk bv. aan infrastructuur voor het stallen van de fiets op het werk en het verwerven, onderhouden en herstellen van (elektrische) fietsen. 

Fiscale vrijstelling voor het gebruik van de fiets
Werkgevers kunnen een vergoeding uitbetalen aan werknemers die (een deel van) hun woon-werkverkeer met de fiets afleggen. Het betreft hier een gunst, geen verplichting: de werkgever beslist dus zelf of hij een fietsvergoeding toekent. Het bedrag van de fietsvergoeding tot €0,24/km mag de werkgever inbrengen als 100% aftrekbare bedrijfskost, waardoor de bedrijfswinst en de daarop toegepaste vennootschapsbelasting daalt.

De Testkaravaan
Zowel in West-Vlaanderen als Oost-Vlaanderen kan je als ondernemer beroep doen op 'De Testkaravaan'. Dit initiatief geeft bedrijven en hun werknemers de kans om gratis verschillende duurzame vervoersmiddelen uit te proberen gedurende drie weken. Voorbeelden hiervan zijn een speed pedelec, elektrische fiets, plooifiets, bakfiets of fietskar. Ook deelfietsen kunnen worden uitgetest.

Ecologiepremie
Deze financiële tegemoetkoming aan ondernemingen heeft als doel om ecologie-investeringen te promoten. Ook technologieën die duurzaam vervoer helpen bewerkstellingen, vallen onder deze premie. Deze technologieën bevatten onder meer de aanleg van elektrische laadstations. Bij de elektrische laadstations moet het gaan om één of meerdere laadpalen met een snellader van minimum 50 kW per laadpunt, gebruik makend van groene stroom en met aanwezigheid van een slimme sturing.

Meer informatie en andere voorbeelden van steunmaatregelen kan je hier terugvinden.
 

Hoe thuis laadinfrastructuur installeren voor elektrische bedrijfswagen?

Hier zijn verschillende mogelijkheden. 

  • De werknemer kan zelf een laadbox plaatsen en deze gebruiken om de bedrijfswagen op te laden. Op dit ogenblik geniet het plaatsen van laadinfrastructuur thuis een belastingvermindering van 45%. De belastingvermindering zal wel stelselmatig dalen in de tijd : investering tussen 1/9/2021 en 31/12/2022: 45 %, investering tussen 1/1/2023 en 31/12/2023: 30 %, investering tussen 1/1/2024 en 31/8/2024: 15 %. Het bedrag waarvoor een belastingvermindering kan worden verleend en waarop ze wordt berekend, is beperkt tot € 1.500 per laadpunt en per belastingplichtige. Er zijn wel enkele voorwaarden waarvan de belangrijkste zijn dat er enkel groene stroom mag gebruikt worden en dat het laadstation intelligent moet zijn en dus via een gestandaardiseerd protocol digitaal gekoppeld kan worden met een beheerssysteem. In dat geval moeten er ook afspraken gemaakt worden over de verrekening van de elektriciteitskosten. Dit kan bv. door het inschakelen van een mobility service provider. Als je bedrijfswagens leaset, bieden de meeste leasemaatschappijen de mogelijkheid om het laadstation mee op te nemen in de lease en zorgen zij voor de plaatsing.
  • Je kan als werkgever zelf een laadstation laten plaatsen bij de werknemer.

Daarnaast is het belangrijk om een goede carpolicy op te maken waarin alle afspraken duidelijk vermeld worden:

  • Wie is verantwoordelijk voor de conformiteit van de elektrische installatie waarop het laadstation wordt aangesloten en een eventuele verzwaring van deze installatie als dat nodig zou zijn (in principe is dat de werknemer)?
  • De werknemer moet zorgen voor alle nodige vergunningen (dit kan belangrijk zijn als hij bv. in een huurwoning woont of een parkeerplaats gebruikt in een ondergrondse parkeergarage).
  • Afspraken over wat er gebeurt bij ontslag: kan de werknemer het laadstation overnemen en aan welke prijs (degressieve waarde, boekwaarde, …), de werkgever kan het laadstation laten verwijderen als de werknemer dit niet overneemt (wie betaalt de kosten hiervoor?).
  • De werknemer mag geen technische aanpassingen doen.
  • Wie mag laden aan het laadstation? Enkel de bedrijfswagen of ook andere wagens? Hoe worden de laadkosten voor de andere wagens verrekend?

Zowel leasemaatschappijen als aanbieders van laadstation hebben zeker en vast voorbeelden van policy’s.

Moet ik mijn werknemer vergoeden voor de elektriciteitskosten bij het laden van een elektrische bedrijfswagen?

Ter info: bij elektrisch laden zijn er een aantal spelers betrokken:

  • Je hebt een CPO (charge point operator), die zorgt dat de laadpaal geplaatst en onderhouden wordt.
  • Daarnaast heb je een Mobility Service Provider (MSP). De MSP zorgt voor laadpassen waarmee je aan één of meerdere laadpalen kan laden en rekenen de kosten voor dit laden door. De meeste laadpassen geven toegang tot verschillen laadpalen, maar het kan dus gebeuren dat je met een laadpas toch niet kan laden aan een laadpaal omdat er geen overeenkomst is tussen de MSP en de CPO. Sommige ondernemingen bieden beide diensten aan. Ondertussen bieden ook veel brandstofverdelers (Q8, Total, ..) laadpassen aan voor elektrisch laden of combinatiepassen waarmee je zowel kan tanken als laden (voor hybride wagens)

Leasemaatschappijen voorzien een laadpas waarmee de werknemer zowel aan publieke laadpalen als aan het thuis geplaatste laadstation kan aanmelden. De kosten voor het laden thuis worden dan rechtstreeks door de leasemaatschappij vergoed aan een gemiddeld kWh-tarief en doorgerekend naar de werkgever.

Ook aanbieders van laadpalen werken samen met CPO’s of hebben zelf laadpassen en kunnen dus de elektriciteitskost vergoeden aan de werknemer en doorrekenen aan de werkgever. 
 

Mijn elektriciteitsfactuur vermeldt een te lage cos phi-waarde. Wat betekent dit en hoe kan ik het verbeteren?

Cos(inus) phi geeft aan hoeveel stroom er verloren gaat tijdens het transporteren van stroom. Bij een te hoog reactief vermogen (en dus te lage cos phi) zijn er veel warmteverliezen en een verminderd rendement. In dit geval wordt er te weinig van het totaal aangeleverde vermogen omgezet in bruikbaar vermogen. M.a.w. reactieve energie, uitgedrukt in cos phi, is een vorm van ‘nutteloze’ energie in tegenstelling tot actieve energie die wel wordt omgezet in beweging of in warmte om stroom te produceren.

Waarom is er reactieve energie?
In veel gevallen zullen toestellen meer vermogen vragen dan wat ze omzetten in actief vermogen. Denk bijvoorbeeld aan tl-lampen of slecht ingestelde machines. Hoe groter het aandeel aan reactieve energie, hoe slechter de cos phi zal zijn. In een ideaal scenario is de cos phi gelijk aan 1 en wordt dus alles omgezet in actieve energie. Indien de cos phi lager is dan 1 gaat er energie verloren.

Negatieve gevolgen
Naast het feit dat je meer verbruikt, rekent de netbeheerder de eindverbruiker boetes aan wanneer de verhouding tussen het actief vermogen en het reactief vermogen die ze uit hun distributienetten afnemen te laag is (cos phi minder dan 1). Een te lage cos phi betekent immers dat de stroom door de kabels toeneemt, de warmteverliezen stijgen en de schakelinstallaties te zwaar worden belast. 
De boetes worden via de energieleverancier doorgerekend en kunnen hoog oplopen. Je kan deze “boete” op je factuur terugvinden onder de vermelding reactief vermogen.

Oplossing: condensatorbatterij
Wanneer er meerdere keren reactieve energie aangerekend wordt, is het een goed idee om dit verder te onderzoeken. 
Een van de veel voorgestelde oplossingen is het installeren van een condensatorbatterij. De condensatoren genereren namelijk capacitieve energie die de reactieve energie van uw toestellen zal compenseren. Door het gepast en getrapt inschakelen van een juiste hoeveelheid condensatoren kan jouw totaal reactief vermogen verminderen tot onder de drempelwaarde. 
Met een condensatorbatterij doe je niet alleen financiële besparingen, maar lever je ook een belangrijke bijdrage in duurzaam energieverbruik. 
 

Niet gevonden wat je zoekt?

Stel hier jouw vraag