Tim Van Roy licht toe
Het is een drukke periode binnen de jurisprudentie. Er waren meerdere belangrijke fiscale rechtszaken waar we even kort bij stil wilden blijven staan.
Btw-vrijstelling bij export
Het Hof van Beroep te Antwerpen moest zich buigen over de zaak van een paardenhandelaar die in maart en juni 2019 twee paarden verkocht naar Zwitserland, maar ze pas in februari 2020 fysiek uitvoerde. De fiscus verwierp de btw-vrijstelling bij export omdat er te veel tijd over de uitvoer was gegaan en de paarden in tussentijd nog binnen de EU werden gebruikt voor trainingen en wedstrijden.
Het Hof benadrukt dat er geen wettelijke termijn bestaat waarbinnen de uitvoer moet plaatsvinden (wel moet er sprake zijn van een “redelijke termijn”), noch is het verboden dat deze goederen in tussentijd gebruikt worden binnen de EU. Het is enkel van tel dat de goederen effectief de EU verlaten en de belastingplichtige dit ook kan bewijzen.
Btw-boetes
Hetzelfde Hof van Beroep heeft daarnaast een eerdere beslissing van het Grondwettelijk Hof verworpen, dat had gesteld dat een eerste fiscale overtreding zonder frauduleus opzet niet gesanctioneerd kan worden. Los van het inhoudelijke is vooral de procedure hier erg pijnlijk. Welke rechtszekerheid bestaat er nog als een Hof van Beroep een arrest van het Grondwettelijk Hof naast zich neer kan leggen op dergelijke wijze?
De Administratie is in elk geval opnieuw gesterkt in haar overtuiging dat elke btw-overtreding, ook de eerste, en te goeder trouw, gesanctioneerd kan worden. Oppassen dus.
Btw op ontbinden van contract
Een discussie die al langer woedt (en zal blijven woeden) is wanneer er btw verschuldigd is op stopzettingen van een contract (verbrekingsvergoedingen, schadevergoedingen, contractuele bepalingen of niet, etc.). In principe is er btw verschuldigd op voorwaarde dat er een direct verband bestaat tussen een prestatie en de ontvangen tegenprestatie.
Het Hof van Justitie herbevestigt dat een bedrag dat contractueel verschuldigd is, nadat de opdrachtgever de overeenkomst ontbindt, terwijl de dienstverrichter reeds aan de uitvoering van dienst begonnen was en bereid was deze te voltooien, moet aanzien worden aan een dienst onder bezwarende titel, en dus belastbaar met btw.
Dit blijft echter steeds case per case te bekijken, dus wees steeds fiscaal op je hoede bij het vroegtijdig beëindigen van een contract.
Tim Van Roy is Directeur Finance, Export en Internationaal Ondernemen en adviseert ondernemers rond financiële en fiscale uitdagingen. Heb je hier vragen over? Neem contact op via tim.vanroy@voka.be.
