Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 23/05/2025

De expert: Philippe Nys, Expert Economie, Industrie & Innovatie bij Voka
 

“Zonder koerscorrectie dreigt Europa zijn industriële kern te verliezen”, stelt Philippe Nys, expert Economie, Industrie & Innovatie bij Voka. De achterliggende boodschap is overduidelijk: de industriële draaischijf van Europa staat onder druk. En dat is geen tijdelijk fenomeen. De cocktail van hoge energieprijzen, een strikte decarbonisatie-agenda en geopolitieke spanningen zorgt ervoor dat bedrijven hun productie heroriënteren naar regio’s waar de regels soepeler en de kosten lager zijn.

Volgens Philippe staat de Europese industrie voor drie grote uitdagingen. “Ten eerste is er de torenhoge energiefactuur. In Vlaanderen is die extra pijnlijk omdat energie-intensieve sectoren – zoals de chemie en staal – een stevige pijler vormen van de economie. Daarnaast is er de digitale achterstand: Europa mist een geïntegreerd ecosysteem waarin digitale technologieën op grote schaal gevaloriseerd worden. En ten slotte is er de geopolitieke verschuiving: de eens zo vanzelfsprekende vrije wereldhandel staat onder druk door nieuwe spanningen, importheffingen en protectionitische reflexen.”

De cijfers zijn alarmerend. In 2013 bedroeg de Europese economie nog 91 procent van de Amerikaanse. Tien jaar later is dat nog slechts 65 procent. In Vlaanderen daalde de toegevoegde waarde van de chemiesector tussen 2019 en 2023 met maar liefst 29 procent. “Dat is ongezien”, benadrukt Philippe. “Als dat geen alarmbellen doet afgaan, wat dan wel?”
Tegelijk is er ook hoop. Philippe Nys licht toe: “Met het aantreden van de nieuwe Europese Commissie waait er een nieuwe wind op vlak van industrieel beleid en lijkt – net zoals binnen de Vlaamse en federale regering – het besef ingedaald dat de industriële competitiviteit moet hersteld worden. Europees heb je sinds kort de Clean Industrial Deal. Hoewel deze op verschillende vlakken concreter en sneller zou uitgerold moeten worden, voorziet die op termijn 100 miljard euro om de vergroening van de industrie te versnellen, met versoepeling van staatssteunregels en het terugdringen van regeldruk.

Europa moet op handelsvlak het hoofd koel houden en handelen vanuit welbegrepen eigenbelang. Dat kan in bepaalde gevallen samenwerking met China zijn, maar tegelijk ook soms een hardere houding aannemen”

Philippe Nys

Maar die versoepeling van staatssteunregels kan ook voor interne concurrentie zorgen binnen de Europese Unie. “Gerichte steun voor excellente decarbonisatie-investeringen is nodig, maar we willen geen subsidiewedloop binnen Europa”, benadrukt Philippe “Landen als Duitsland of Frankrijk hebben meer budget om hun industrie te steunen dan bijvoorbeeld België of Vlaanderen. Om te vermijden dat grote lidstaten niet alle investeringen wegkapen met royale steun, is het voor Vlaanderen cruciaal om een gelijk speelveld op de interne markt te handhaven. Tegelijk zien we dat de interpretaties van de huidige, geldende staatssteunregels  strikter worden toegepast in Vlaanderen en België dan in onze buurlanden. Daarom is het belangrijk dat het federale regeerakkoord een interfederaal expertisecentrum staatssteun in het vooruitzicht stelt, zodat we onze mogelijkheden optimaal kunnen benutten en onszelf geen concurrentieel nadeel opleggen ten opzichte van de buurlanden.”

In Vlaanderen wordt alleszins hard gewerkt aan de ‘Vlaamse Versnelling’, de  Productiviteits- en Competitiviteitsagenda voor 2025, die inzet op drie prioriteiten: investeren in innovatie, een ondernemingsvriendelijk energie- en omgevingsbeleid, en het versterken van menselijk kapitaal. De industrie is gemiddeld 40 procent productiever dan andere sectoren. Dat betekent dat een stevige industriële basis onontbeerlijk is als je de productiviteit verder wil verhogen. Want productiviteitsgroei is de belangrijkste hefboom om de kosten van vergrijzing, klimaatbeleid en sociale zekerheid op te vangen.”

Maar één factor blijft als een anker de Europese industrie naar beneden trekken: de hoge regeldruk. De voorbije jaren produceerde het Europees Parlement dubbel zoveel nieuwe regels en resoluties als het Amerikaanse Congres. “Dat verstikt ondernemerschap”, zegt Philippe. “We moeten dringend werk maken van snellere vergunningstrajecten, minder complexe procedures en een fiscaal aantrekkelijker klimaat voor investeringen.”

Dit laatste wordt bemoeilijkt door het uitblijven van een echte Europese kapitaalmarkt, wat de opschaling van scale-ups bemoeilijkt. Ook dat moet anders, vindt de Voka-expert: “Zonder toegang tot risicokapitaal ondermijnen we onze eigen groeibedrijven.”

Geopolitiek blijft de wereld in beweging, en handel is steeds vaker een machtsmiddel – denk aan boycots en importheffingen. In dergelijke context moet Europa volgens Voka inzetten op een autonoom en strategisch handelsbeleid. Dat betekent barrières binnen de interne markt wegnemen, intra-Europese handel stimuleren én samen sterker staan tegenover economische grootmachten. Philippe Nys: “Uitgedrukt in tarieven komen de barrières op de interne markt neer op een intra-Europees tarief van 45 procent voor goederen en zelfs 110 procent voor diensten. We kunnen dus onze afhankelijkheid van anderen afbouwen en tegelijk de interne markt versterken. Dat is geen contradictie, maar bittere noodzaak.”

Moet Europa zich ook niet meer tot China richten, omwille van onder meer de tarievenoorlog die de Amerikaanse president Donald Trump momenteel aanwakkert? “Europa moet op handelsvlak het hoofd koel houden en handelen vanuit welbegrepen eigenbelang”, aldus Nys. “Dat kan in bepaalde gevallen samenwerking met China zijn, maar tegelijk ook soms een hardere houding aannemen. Het risico op nog meer dumping van Chinese producten richting Europa als gevolg van de Amerikaanse tarieven is immers reëel. Tegelijk moet Europa haar handelsrelaties opdrijven met opkomende regio’s zoals Latijns-Amerika (denk aan Mercosur), Zuidoost-Azië en Afrika. Belangrijke nieuwe markten die voor een groei-impuls kunnen zorgen, zeker voor een exportgedreven regio als Vlaanderen.”

En duurzaamheid? Dat blijft cruciaal, maar moet realistisch benaderd worden. “Economische groei en ecologische vooruitgang kunnen samengaan”, aldus Nys. “Maar dan moet Europa wel vermijden dat het zichzelf overbelast met onhaalbare normen. De recente bijsturing via de Omnibus I-regeling is alvast een stap in de goede richting. Deze Europese regeling – die verschillende wetgevingsvoorstellen omvat – geeft het startschot voor een verregaande vereenvoudiging op het vlak van duurzaamheidsrapportage (CSRD), due diligence (CSDDD), de EU-taxonomie en de koolstofgrenstaks (CBAM).”

Jobat
Soundfield
Deloitte Private
XL Group
Banque de Luxembourg Belgium
ING
Logo Mensura
Logo SD Worx