De aanwezigheid van plaagdieren – zeg niet langer ongedierte – is zowel in de industrie, de retail, de horeca als in kantoren iets wat je absoluut wil vermijden. Anticimex maakt van deze specialisatie al sinds 1934 zijn kernactiviteit. Ook in België is het bedrijf uitgegroeid tot de onbetwiste marktleider met een vernieuwende aanpak waarbij preventie, bescherming, bewustzijn en opleiding cruciale kernwoorden zijn.

Preventief en proactief werken verlaagt kans op risico’s en schade.
Anticimex betekent letterlijk ‘tegen bedwants’: het was initieel de service waarmee het Zweedse familiebedrijf vanaf 1934 het verschil maakte. “Dat gebeurde toen al op een vernieuwende manier”, vertelt Christophe Gyselinck, CEO van Anticimex België. “Het bood een gegarandeerde oplossing aan een vaste prijs, ongeacht het aantal inspanningen of interventies dat daarvoor diende te gebeuren. Die service was de eerste hefboom voor de groei van het bedrijf, dat de diensten later verruimde naar algemene plaagdierbeheersing.”
Decentrale organisatie
De huidige multinational breidde zijn aanwezigheid eerst uit in Scandinavië, om in 2013 stevig voet aan de grond te zetten in België. “Ons land was één van de 12 naties waar Anticimex de pestmanagement- diensten van ISS overnam”, vervolgt Christophe. “Onze hoofdzetel is sindsdien altijd in Roeselare gevestigd geweest, maar we hebben ook filialen in andere steden en tellen 2 gespecialiseerde branches die nationaal actief zijn. Dat zijn building care (gefocust op houtbescherming, zwambestrijding en vogelwering) en fumigatie (het begassen van gebouwen en goederen om ze te beschermen tegen plaagdieren).”
Plaagdierbestrijding stond decennialang synoniem voor het gebruik van toxische stoffen. “Die aanpak is helemaal gedateerd. Alleen als allerlaatste redmiddel zetten we nog biocides in. De markt is, mede dankzij ons toedoen, helemaal getransformeerd. Een reactieve aanpak heeft plaats geruimd voor preventie en proactief werken. Dat laat toe om de biodiversiteit te beschermen, de verspilling van voedsel en goederen te beperken en het risico op ziektes die door plaagdieren (vooral ratten, muizen en kakkerlakken) worden overgedragen te beperken.”
Dat gebeurt volgens een uniforme methodologie. “Bij elke nieuwe klant – in België zijn dat er toch 16.000 – beginnen we met een doorgedreven inspectie, die alle risico’s in kaart brengt en waarbij we zoveel mogelijk informatie verzamelen over wat de juiste service zal zijn. Daarna gebruiken we die informatie om aan preventie te doen en het aantal potentiële problemen dus te verminderen. Het derde luik is monitoring: via slimme toestellen verzamelen we de klok rond en van op afstand gegevens om te detecteren waar plaagdieren eventueel aanwezig zijn. Op basis daarvan bepalen we vervolgens hoe we de plaagdieren behandelen of bestrijden. Tot slot gaan we, samen met de klant, alles evalueren. De rode draad doorheen die 5 stappen is communicatie.”
Het succes van preventie schuilt letterlijk in een klein hoekje.
Christophe Gyselinck
Meer plagen, lagere tolerantie
De markt voor plaagdierbeheersing kende de voorbije jaren een dubbele evolutie. “Enerzijds zorgen de globalisering, de verstedelijking en stijgende temperaturen voor een hoger aantal plagen. Daarnaast hebben strengere regelgeving, hogere levensstandaarden en duurzaamheidseisen tot een lagere tolerantie geleid. Door die factoren is de markt tussen 2021 en 2023 met 5% gegroeid. Als toonaangevende speler willen we het bedrijf zijn dat de evolutie in de industrie leidt, door sterk in te zetten op modernisering. Dat kan net dankzij preventie en bescherming, nieuwe technologieën, duurzame oplossingen en het minimaliseren van risico’s.”
Het is een transformatie die zowel bij klanten als medewerkers een andere mindset vergt. “Net daarom vinden we het essentieel om iedereen een zo goed mogelijke opleiding te geven. Het is voor ons evident om iedereen die hier aan de slag gaat, een specifieke opleiding te geven. Plaagdierbeheersing is niet iets wat je op de schoolbanken leert.”
Gemoderniseerde aanpak
Christophe Gyselinck beseft dat je de aanwezigheid van plaagdieren niet volledig kan uitsluiten. “Soms komt er iets binnen met een bepaalde lading goederen. Het succes van preventie schuilt letterlijk in een klein hoekje, door elke opening – zelfs de kleinste – plaagdierdicht te maken en ook op zo goed als onbereikbare plaatsen minuscule detectietoestellen te plaatsen. We kijken ernaar uit om met deze gemoderniseerde aanpak onze marktdekking nog te verhogen, op basis van organische groei (jaarlijks 6 à 7%) en gerichte overnames.”