De Belgische economie is het voorbije jaar opmerkelijk goed doorgekomen, maar de structurele schade die deze crisis zal nalaten moet nog duidelijk worden. Onze hoofdeconoom, Bart Van Craeynest, liet zijn licht schijnen over 1 jaar oorlog in Oekraïne: wat zijn de belangrijkste lessen voor onze economie?
Het patroon van de coronacrisis werd het voorbije jaar doorgetrokken. Ondanks alle doemscenario’s, de hoogste inflatie sinds de jaren 70, de terugval van het consumentenvertrouwen naar historische dieptepunten en de grote ongerustheid bij ondernemers, hield onze economie opmerkelijk goed stand. In de loop van 2022 werd in geen enkel kwartaal een negatieve economische groei opgetekend, en aan het einde van het jaar lag de totale economische activiteit (gecorrigeerd voor inflatie) 1,4% hoger dan een jaar eerder. En ook de eerste indicaties voor begin 2023 wijzen op een beperkte, maar wel positieve groei.
Daarmee ziet het er naar uit dat onze economie in deze crisis een recessie zal vermijden. Net als in de coronacrisis bevestigt dit nog maar eens de wendbaarheid en veerkracht van onze burgers en bedrijven. Ook de stabiliserende werking van onze welvaartsstaat en de extra inspanningen van onze overheden speelden daarbij een belangrijke rol.
De hoofdbezorgdheid van onze beleidsmakers was het voorbije jaar vooral om de gezinnen zoveel mogelijk te beschermen tegen de inflatieschok. Dat terwijl we met de automatische indexering al de beste bescherming voor gezinnen hebben van heel Europa. Dat heeft zeer goed gewerkt: volgens de jongste ramingen van het Planbureau stijgt de gemiddelde koopkracht van de Belgische gezinnen in 2022-2023 met 2,5% (dat is voor alle duidelijkheid bovenop de inflatie). De misvatting blijft dat daarmee de hele inflatieschok van de baan is, terwijl de factuur gewoon doorgeschoven is naar de bedrijven. Die moeten de schok verwerken met besparingen, snoeien in investeringen of door activiteiten te verplaatsen naar het buitenland, wat op termijn structurele schade aan onze economie nalaat. Ons unieke systeem gebaseerd op automatische indexering vangt de kortetermijnimpact van een inflatieschok op, maar maakt die impact langduriger en structureler. Op die manier blijft onze economie kwetsbaarder voor inflatieschokken dan de landen rondom ons.
De oorlog en de impact daarvan op de gasaanvoer vanuit Rusland hebben duidelijk gemaakt hoe kwetsbaar onze economie is voor verstoringen op de energiemarkten. De kernuitstap herbekijken, versnelde investeringen in hernieuwbare energie, veel efficiënter omgaan met energie, meer Europese samenwerking in het energiebeleid… Op elk van die vlakken zijn het voorbije jaar stappen gezet, maar een robuuste energiestrategie die onze energiebevoorrading op langere termijn verzekert aan redelijke prijzen is er nog niet. Verdere inspanningen en investeringen zijn dus nodig voor de energietransitie.
Onze economie blijft kwetsbaarder voor inflatieschokken dan de landen rondom ons.
Bert Mons - gedelegeerd bestuurder Voka West-Vlaanderen
De oorlog in Oekraïne maakt pijnlijk duidelijk dat het Europese (en zeker ook het Belgische) beleid op defensie de voorbije jaren te gemakzuchtig was. Het was vooral afgestemd op de NAVO, maar dan zonder de noodzakelijke financiële inspanningen. De gemiddelde overheidsuitgaven in de Europese Unie kwamen in 2020 uit op 1,3% van het BBP, ver onder de NAVO-doelstelling van 2% aan defensie-uitgaven. Met 0,9% van het BBP hoort België al jarenlang bij de zwakste leerlingen van de NAVO-klas. Verschillende Europese landen gaven ondertussen al aan dat ze versneld naar 2% willen gaan. België kan het zich allicht niet meer veroorloven om achter te blijven. De 2%-doelstelling impliceert voor België jaarlijks 6 miljard (in euro’s van vandaag) extra overheidsuitgaven voor defensie. Daarvoor zal binnen de begroting ruimte gecreëerd moeten worden, wat uiteraard niet evident zal zijn.
Vrijhandel en globalisering stonden al een tijdje onder druk, maar de oorlog heeft ook het belang van geopolitieke overwegingen weer scherp gesteld. Het verdere verloop van de oorlog blijft onzeker, de relaties tussen het Westen en Rusland zullen niet snel normaliseren, de spanningen tussen China en de VS nemen toe, machtsposities op wereldwijde grondstoffen- en energiemarkten gaan opnieuw een grotere rol spelen… Die ‘conflicten’ worden politiek, maar ook meer en meer economisch uitgevochten.
Ook Europa zal meer dan voorheen een eigen positie moeten innemen in dat geopolitieke spel. Europa koos de voorbije decennia vooral voor het marktmechanisme en liet het na om haar geopolitieke positie te versterken. Die aanpak is niet langer houdbaar.