Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Ondernemers & Co: De Langhe Advocaten - Verdere aflijning van de fiscale visitatiemogelijkheid door het Hof van Cassatie

Ondernemers & Co: De Langhe Advocaten - Verdere aflijning van de fiscale visitatiemogelijkheid door het Hof van Cassatie

  • 17/11/2023

Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 16 juni 2023 uitgesproken over de grenzen van het fiscaal visitatierecht. Hierbij wordt ingegaan op het belang van de toestemming van de belastingplichtige wanneer de fiscus een fiscale visitatie wil uitoefenen in privévertrekken. Hoewel het arrest uitsluitend handelt over privévertrekken kan de toepassing ervan ook worden uitgebreid naar de beroepslokalen van belastingplichtigen.

Principe 

Belastingplichtigen die een economische activiteit uitoefenen, moeten de fiscus op elk ogenblik vrije toegang verlenen tot de ruimtes waar zij hun beroepsactiviteit uitoefenen (bv. burelen, fabrieken, opslagplaatsen enz.). Ook privévertrekken mogen het voorwerp uitmaken van een fiscale visitatie, maar enkel tussen 5 uur ’s morgens en 9 uur ’s avonds mits een machtiging van de politierechter. Fiscale visitaties worden uitgeoefend om bv. de belangrijkheid van de in de gecontroleerde lokalen uitgeoefende werkzaamheid vast te stellen. 

Arrest van het Hof van Cassatie d.d. 16 juni 2023 

In de zaak die aanleiding gaf tot het arrest van het Hof van Cassatie werd een onaangekondigde visitatie uitgevoerd op de zetel van de vennootschap van een belastingplichtige. Op dit adres bevond zich ook het privéadres van deze belastingplichtige. De fiscus beschikte over een machtiging vanwege de politierechter om naast de beroepslokalen ook de privévertrekken te onderzoeken. Bij de controle werd een digitale kopie genomen van de computer van de belastingplichtige. Tijdens de visitatie maakte de belastingplichtige echter een geluidsopname waaruit bleek dat hij zijn toestemming om deze visitatie verder te zetten, introk. De belastingplichtige stelde achteraf dat het controlebezoek niet regelmatig plaatsvond aangezien hij tijdens de visitatie zijn toestemming hiertoe introk. Bijgevolg argumenteerde de belastingplichtige dat de gevestigde aanslag, die gebaseerd werd op stukken die tijdens de onregelmatige visitatie werden verzameld nadat de toestemming werd ingetrokken, nietig zou zijn. Of dit onrechtmatig verkregen bewijs al dan niet dient te worden uitgesloten in het verdere verloop van de gerechtelijke procedure, wordt ons inziens mogelijks nog door de feitenrechter beoordeeld op basis van de Antigoonrechtspraak. De zaak kwam uiteindelijk bij het Hof van Cassatie terecht. Het Hof stelde dat de fiscus, naast een machtiging vanwege de politierechter, toch een voorafgaande toestemming van de belastingplichtige nodig heeft vooraleer zij de privévertrekken mogen betreden. Daarenboven oordeelt het Hof dat deze toestemming blijvend aanwezig dient te zijn gedurende de volledige controle. 

De beginselen uit het arrest kennen een brede toepassing 

Het arrest van het Hof van Cassatie handelt uitsluitend over de toestemming van belastingplichtigen bij fiscale visitaties van privévertrekken. Echter kunnen de principes ook worden doorgetrokken naar fiscale visitaties van beroepslokalen. Reeds in 2017 heeft het Grondwettelijk Hof gesteld dat de fiscus zich niet met dwang toegang mag verschaffen tot de beroepslokalen indien de belastingplichtige geen medewerking verleent. Indien de belastingplichtige de toegang tot de beroepslokalen weigert, kan de visitatie bijgevolg niet plaatsvinden. 

Gevolgen van de weigering 

Belastingplichtigen die geen toestemming verlenen aan de fiscus om een visitatie uit te voeren in de privévertrekken en/ of beroepslokalen, kunnen evenwel onderworpen worden aan een geldboete. De weigering van de belastingplichtige leidt echter niet tot een omkering van de bewijslast in het voordeel van de fiscus. Wel kan de fiscus sinds eind vorig jaar aan de rechter vragen om een dwangsom op te leggen ten aanzien van belastingplichtigen die blijven weigeren om vrije toegang te verlenen in het kader van een fiscale visitatie. 

Conclusie 

Het arrest van het Hof van Cassatie, gelezen in samenhang met de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, toont aan dat bij een fiscale visitatie van zowel privévertrekken als beroepslokalen een voorafgaande toestemming vanwege de belastingplichtige vereist is vooraleer de fiscus de lokalen mag betreden. Bij privévertrekken is tevens een voorafgaande machtiging vanwege de politierechter vereist. Bovendien moet de toestemming gedurende de volledige visitatie aanwezig blijven. De vraag stelt zich hoe de fiscus in de praktijk met deze rechtspraak zal omgaan… 

Eline Depaepe en Evert Moonen, De Langhe Advocaten

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie