De Belgische economie, net als grote delen van de Europese economie en wereldeconomie, deed het de voorbije maanden beter dan eerder was gevreesd. Terwijl het er in de tweede helft van vorig jaar nog naar uitzag dat we recht naar een recessie gingen, met snel dalende voorlopende conjunctuurindicatoren, bleef de economie nog net boven water. De vooruitzichten voor de komende kwartalen zijn vrij troebel. Onze hoofdeconoom Bart Van Craeynest ziet 5 risico’s voor onze economie.
In de strijd tegen de inflatie verhoogden de centrale banken de voorbije 2 jaar zowat overal ter wereld hun beleidsrentes opmerkelijk snel. Die renteverhogingen liggen nu stilaan achter de rug. Maar de impact daarvan op de economie moet nog grotendeels doorkomen. De kredietvoorwaarden voor gezinnen en voor bedrijven zijn moeilijker geworden (vooral door de hogere rente), en dat zal onvermijdelijk een remmende impact hebben op hun investeringsbeslissingen. Dat impliceert minder bedrijfsinvesteringen (die ook onder druk staan door de dalende winstmarges) en minder investeringen in vastgoed. Dat zal de komende kwartalen wegen op de economische activiteit.
Het grootste risico van het monetaire beleid loopt allicht via de huizenmarkt. Hogere rentes zetten een rem op die huizenmarkt, maar het valt moeilijk in te schatten hoe ver dat kan gaan. In de meeste Angelsaksische en Scandinavische landen zijn de huizenprijzen nu al duidelijk aan het dalen. Dat zijn doorgaans landen met een relatief groot aandeel hypotheken met variabele rente en met relatief hoge schulden bij de gezinnen. Die zijn dan ook gevoeliger voor rentestijgingen. Als de huizenmarkten echt zwaar onder druk komen, dan kan dat ook tot hogere risico’s leiden voor de financiële sector. In België loopt het nog niet meteen zo’n vaart. Hier is ook de activiteit op de vastgoedmarkt duidelijk afgenomen en lijken de prijzen eerder te stagneren. Met vooral hypotheken met vaste rente en relatief beperkte gezinsschulden, lijkt de Belgische markt minder kwetsbaar voor rentestijgingen. Toch valt ook hier een beperkte daling van de huizenprijzen zeker niet uit te sluiten.
In de meeste industrielanden staat de industrie de jongste maanden onder druk, terwijl de rest van de economie het duidelijk beter doet. Vooral in Duitsland zien de recentste cijfers van de industriële activiteit er niet goed uit. Dat is verontrustend omdat de industrie vaak voorloopt op de rest van de economie. Anderzijds is het conjunctuurpatroon vandaag moeilijker in te schatten dan normaal. Met de opstart na corona en de toeleveringsproblemen draaide de industrie geruime tijd met een achterstand op de bestellingen. Mogelijk heeft de normalisering van die situatie een verstorende impact op de activiteitscijfers in de industrie.
De vooruitzichten voor de komende kwartalen zijn vrij troebel.
Bert Mons - gedelegeerd bestuurder
In de VS is er een bij wet bepaald plafond voor de overheidsschuld. Naarmate die schuld toeneemt, moet het Congres dat plafond verhogen. Dat gebeurde in het verleden veelvuldig en quasi-automatisch, maar ondertussen wordt dat ingezet als een politiek wapen. Als het schuldenplafond niet op tijd verhoogd wordt, dan heeft de Amerikaanse overheid op een bepaald moment geen geld meer om haar uitgaven te betalen (lonen, uitkeringen, pensioenen…). Dan moet op z’n minst een deel van de overheid in ‘shutdown’, waarbij bepaalde overheidsdiensten niet meer uitgevoerd worden. Als die situatie vervolgens nog langer aansleept, is het mogelijk dat de Amerikaanse overheid de rente op haar schulden niet meer kan betalen, waarmee één van de hoekstenen van het internationale financiële systeem zou gaan wankelen. De voorbije jaren werd dit politiek een paar keer op de spits gedreven, maar kwam uiteindelijk telkens een compromis uit de bus voor er echte accidenten gebeurden. Dat blijft ook voor de komende maanden het meest waarschijnlijke scenario. Maar de Amerikaanse politiek is ondertussen zo gepolariseerd dat ook echte doemscenario’s niet helemaal uit te sluiten zijn.
Het blijft uiteraard moeilijk in te schatten wat Rusland nog van plan is in Oekraïne. De economische impact van de huidige situatie lijkt ondertussen wat gestabiliseerd, maar nieuwe verrassingen vallen uiteraard niet uit te sluiten. Daarnaast valt ook af te wachten hoe de spanningen tussen China en de VS verder evolueren. Ook hoe Europa zich daarbij wil positioneren blijft onzeker. Negatieve verrassingen uit die hoek zouden voor de wereldeconomie uiteraard nog veel grotere gevolgen hebben dan de Russische situatie. De wereldeconomie is wat richting aan het zoeken. Opluchting over de snel afkoelende inflatie en over het einde van het Chinese zero-covid-beleid en de nog altijd sterke arbeidsmarkt zorgen voor een positieve dynamiek. Anderzijds overschaduwen de hierboven vermelde risico’s de economische vooruitzichten. Het meest waarschijnlijke scenario voor de komende kwartalen is er één van verder afkoelende inflatie en lage, maar positieve economische groei. De risico’s rond dat scenario lijken vooral neerwaarts gericht.