Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Ondernemers & Co: Sanders Accounting & Consulting - Het nieuwe verbintenissenrecht: besteed wat extra aandacht aan uw nieuwe contracten vanaf 1 januari 2023!

Ondernemers & Co: Sanders Accounting & Consulting - Het nieuwe verbintenissenrecht: besteed wat extra aandacht aan uw nieuwe contracten vanaf 1 januari 2023!

  • 13/01/2023

Het verbintenissenrecht, ook wel het contractenrecht genoemd, vormt de basis van alle overeenkomsten. Het jaar 2023 vormt hierbij een belangrijke mijlpaal. Vanaf 1 januari 2023 gaat het nieuwe verbintenissenrecht van kracht met de inwerkingtreding van boek 5 van het nieuw Burgerlijk Wetboek. Hieronder bespreken we 3 aandachtspunten die voor ondernemers van belang kunnen zijn.

1. Imprevisieleer

Wanneer je als ondernemer een overeenkomst sluit met een andere partij, geldt die overeenkomst als wet tussen partijen. In principe zijn contractspartijen gebonden aan de gemaakte afspraken, ongeacht latere onvoorzienbare omstandigheden die het voor één (of beide) contractspartij(en) moeilijk zou maken om haar engagementen na te komen. De imprevisieleer houdt in dat, wanneer de uitvoering van de verbintenis buitensporig bezwarend wordt voor een partij, men als tegenpartij niet mag eisen dat deze partij dit alsnog uitvoert onder dezelfde voorwaarden en modaliteiten. De Belgische rechtspraak was echter van mening dat het niet aan de rechter was om een oordeel te vellen over de contractuele verhouding tussen partijen. Met andere woorden, als je medecontractant niet voor rede vatbaar was, dan moest je alsnog je verbintenis nakomen want de rechter kon hier niet in tussen komen (m.u.v. het verbod op rechtsmisbruik). Met boek 5 is hierin verandering gekomen. Een contractspartij mag vragen aan zijn medecontractant om een contract te heronderhandelen indien aan bepaalde voorwaarden, opgenomen in de wet, is voldaan. Indien de contractspartijen er onderling niet uitraken, kan de verzoekende partij dit zelfs voor de rechter brengen. Wanneer deze van mening is dat aan alle voorwaarden voldaan is, kan hij het contract zodanig aanpassen dat hij zich in de plaatst stelt van de partijen en gaat kijken wat er rederlijkerwijze zou overeengekomen zijn tussen partijen indien deze huidige omstandigheden reeds aanwezig waren bij contractsluiting. Dit is dus een groot verschil met wat in het verleden de gangbare rechtspraktijk was. Gelet op de instabiliteit van de huidige economie en de fluctuatie in de aankoopprijzen van goederen, de energie-en gasprijzen, etc. kan dit wetsartikel dus een belangrijke rol gaan spelen. Vandaar dat het interessant kan zijn om in nieuwe contracten een bepaling toe te voegen waarin men van dit artikel gaat afwijken, of eventueel de toepassing ervan zelf gaat uitsluiten.

2. Battle of the forms

Tot op heden was er nooit een eenduidig antwoord op de vraag wiens algemene voorwaarden er voorrang hadden, deze van jou of deze van je medecontract. Er bestonden verschillende theorieën. Zo heb je de ‘first shot’-theorie, de ‘last shot’-theorie en de ‘knock-out rule’. Deze laatste werd veelal toegepast door de rechters en met boek 5 van het nieuw Burgerlijk Wetboek werd deze knock-out rule ook definitief gekozen als default-regeling. Het komt erop neer dat beide algemene voorwaarden van toepassing zijn, behalve de bepalingen die tegenstrijdig zijn met elkaar. Deze laatste zijn dan zonder gevolg. Ook deze bepaling is opnieuw van aanvullend recht. Indien je dus niet gebonden wilt zijn door de algemene voorwaarden van je medecontractant, zal je dit uitdrukkelijk moeten aangeven.

3. Precontractuele aansprakelijkheid

Vanaf 1 januari 2023 wordt er aan de precontractuele aansprakelijkheid een wettelijke basis gegeven binnen het verbintenissenrecht. Tot en met 31 december 2022 was het zo dat je enkel een beroep kon doen op de algemene zorgvuldigheidsnorm indien je schade had opgelopen door het (foutief) afbreken van precontractuele onderhandelingen. Boek 5 zegt nu dat bij foutief afgebroken onderhandelingen de benadeelde persoon teruggeplaatst moet worden in de situatie waarin hij zich zou hebben bevonden indien er niet zou zijn onderhandeld. Dit betekent dat reeds gemaakte kosten (bv. van adviseurs, uitvoeren van een due diligence onderzoek, etc.) moeten worden vergoed. Zo werd dit ook door de meeste rechtspraak aanvaard. Bijkomend, en dit is nieuw, is het feit dat wanneer het rechtmatig vertrouwen zou zijn gewekt bij de benadeelde partij dat het contract zonder enige twijfel zou gesloten worden, deze benadeelde partij het herstel van het verlies van de verwachte netto-voordelen uit het niet-gesloten contract kan vragen. Dus zelfs eventuele gederfde winsten zouden kunnen worden gevorderd indien bij de tegenpartij zodanig vertrouwen is gewekt dat effectief een overeenkomst zou worden gesloten.

4. Conclusie

Het nieuwe verbintenissenrecht zorgt voor tal van codificeringen, moderniseringen en nieuwigheden. Voor alle nieuw te sluiten contracten is het dus raadzaam om deze af te toetsen aan het nieuwe recht, zodat je later niet voor verrassingen komt te staan. Laat je bijstaan voor advies op maat.

Stephanie Carels, bedrijfsjuriste
Sanders Accounting & Consulting

Sanders

Vraag het @ Voka

Een prangende vraag? Wij antwoorden binnen de 2 werkdagen!

Stel hier jouw vraag

Artikel uit publicatie