De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) leverde medio oktober een bijzonder advies af over de plannen van onderwijsminister Ben Weyts voor de invoering van centrale toetsen. De raad bestempelt de plannen als “juridisch onvoldoende onderbouwd” en zegt dat “de inhoudelijke motivatie voor het invoeren van de Vlaamse toetsen tekort schiet”. “Daardoor schuurt het met de vrijheid van onderwijs”, zo staat te lezen in het advies. Doorzetten met de huidige plannen is volgens de Vlor gewoon “geen goede zaak voor het onderwijs en de bredere samenleving”.

In het Vlaams Parlement verdedigde minister Weyts zijn plannen. Hij blijft erbij dat de geplande Vlaanderenbrede toetsen een hefboom kunnen zijn om de onderwijskwaliteit te versterken. “Het is een recept dat zijn deugdelijkheid in het buitenland heeft bewezen. Wij zijn hier de uitzondering. Het bestaat overal, behalve bij ons.”
Ook Voka is en blijft voorstander van de Vlaamse toetsen die zicht geven en een houvast bieden in de monitoring van de kwaliteit van ons onderwijs. Daarom zijn wij het oneens met de té kritische houding die in het recent advies van de VLOR wordt ingenomen. Al sinds 2019 pleit Voka voor de invoering van een centraal examen. De kwaliteit van het onderwijs in Vlaanderen gaat jaar na jaar achteruit, terwijl we één van de duurste onderwijssystemen in Europa hebben. Het is dan ook niet overdreven om de kwaliteit van ons onderwijs te meten en een zicht te krijgen op hoe de 15 miljard euro in ons onderwijs wordt besteed.
Onze belangrijkste bezorgdheid daarbij is dat we signalen krijgen vanuit ondernemingen dat steeds meer jongeren niet over de juiste competenties beschikken om succesvol door te stromen naar de arbeidsmarkt. Ook in het hoger onderwijs stelt men dat vast.
De bedoeling is dat deze centrale toetsen de leerwinst van jongeren in kaart brengen en bekijken hoe die evolueert op schoolniveau. Voka vindt in het decreet ‘Vlaamse toetsen’ heel wat zaken terug die essentieel zijn om de onderwijskwaliteit in eerste instantie te monitoren, maar ook weer te verbeteren. Wij kunnen ons dan ook niet vinden in het advies van de Vlaamse Onderwijsraad. Wij zijn er namelijk wél van overtuigd dat deze Vlaamse toetsen een goede zaak zijn voor het onderwijs, en transparantie zullen bieden naar de kwaliteit ervan.
Voka is en blijft voorstander van de Vlaamse toetsen.
Bert Mons - Gedelegeerd bestuurder
Ieder net en iedere school blijft verantwoordelijk voor zijn eigen kwaliteit. De toetsen zullen echter vooral tot doel hebben om het bestaande kwaliteitsbeleid te versterken. Niet enkel leerlingen zullen geïnformeerd worden over hun prestaties. Ook scholen en inspectie zullen via deze toetsen meer informatie krijgen over hoe zij presteren in functie van leerwinst bij leerlingen. Op basis van die informatie zullen scholen accurater het pedagogisch-didactisch handelen van leraren en het leerproces van leerlingen kunnen ondersteunen. Er is toch niets verkeerd aan het meten van de kwaliteit om zo leerlingen, leraren en scholen te verbeteren?
In de eerste fase zal de focus gelegd worden op wiskunde en Nederlands. Het gaat dus maar om een beperkt aantal vakken, maar het zijn wel fundamentele domeinen in het onderwijscurriculum. Deze vakken hebben bovendien een belangrijke voorspellende waarde naar later succes op de arbeidsmarkt en verdere studies.
De centrale toetsen zijn een middel, geen doel op zich. De toetsen op zich zullen de kwaliteit niet verhogen maar zijn wel een belangrijk meetinstrument. En meten is weten! En wanneer we meten en weten, kunnen we de noodzakelijke maatregelen nemen. Voka heeft in het verleden al verschillende voorstellen gelanceerd, zoals een betere studieoriëntering, sterkere leraren en lerarenopleidingen, wetenschappelijk onderbouwde didactiek, ambitieuze eindtermen, professionelere schoolbesturen met meer autonomie, groter beleidsvoerend vermogen van directeurs enzovoort. Deze Vlaamse toetsen zijn slechts één stukje van de puzzel. Maar laat ons toch beginnen met de puzzel te leggen.