In deze rubriek trekken we deze maand richting Zuid-Afrika. Sinds 2009 is dit land een belangrijke buitenlandse afzetmarkt voor Chrisal, een innovatieve Lommelse biotech-speler. CEO Robin Temmerman is erg enthousiast over zakendoen in Zuid-Afrika. Als Global Ambassador deelt hij zijn tips en ervaringen graag met Limburgse collega-ondernemers.
Probiotica
Na zijn doctoraat in probiotica aan de UGent startte Robin in 2006 als R&D-manager bij Chrisal. “Het bedrijf werd in 1990 opgericht. De voorbije twintig jaar heeft Chrisal zich als biotech-onderneming gespecialiseerd in innovatieve technieken van reiniging en infectiecontrole. We ontwikkelen professionele reinigingsproducten waarin probiotica verwerkt zijn, een technologie die ook in de voedingssector bekend is. Met ons aanbod bieden we klanten een veilig en efficiënt alternatief voor conventionele chemische reinigingsmiddelen. In de zorgsector – waar resistente bacteriën een bedreiging voor de gezondheid kunnen vormen – zorgen onze probiotische reinigingsproducten voor een gezonde microbiologie.”
Exportgericht
Robin werd in 2009 CEO van Chrisal. “In 2021 werd ons bedrijfovergenomen door het Zwitserse HeiQ, dat actief is in textielinnovaties”, zegt hij. “Deze overname geeft ons extra middelen en support – onder meer in marketing en regulatory – om onze business verder uit te bouwen, met nog meer focus op innovatie. Ook onze exportactiviteiten kunnen we verder opschalen. Vandaag is al 75 tot 80 procent van onze productie bestemd voor buitenlandse klanten.”
Bestemming Zuid-Afrika
Een van de landen waarnaar Chrisal volop exporteert, is Zuid- Afrika. “Sinds 2009 zijn we er actief”, bevestigt Robin. “Tijdens een internationale beurs kwamen we in contact met een Zuid-Afrikaanse prospect. Na een opstartfase via een klassiek distributiecontract switchten we naar een joint venture, waarbij onze producten in Zuid-Afrika zelf worden afgewerkt. Die lokale tewerkstelling levert ons lagere importtaksen en transportkosten op.”
Interessante afzetmarkt
Zakendoen in Zuid-Afrika biedt heel wat mooie opportuniteiten,” zegt Robin. “Het land is zo’n veertig keer groter dan België. Het economische zwaartepunt ligt in de verstedelijkte regio van Johannesburg en Kaapstad. Zowel op het vlak van logistiek, productie als retail scoort het land hoog. Ondernemers en klanten zijn ook mee met de nieuwe digitale en technologische trends, waarbij ze innovatieve oplossingen gretig omarmen. Vlaamse bedrijven hebben er een zeer goede reputatie. Daar plukken we mee de vruchten van.”
Black Economic Empowerment
Wie er als ondernemer een bedrijf wil opstarten, moet rekening houden met de Black Economic Empowerment, kortweg BEE. Robin legt uit: “Omdat in de Zuid-Afrikaanse samenleving na de Apartheid een grote economische ongelijkheid heerste, heeft de regering regelgeving uitgewerkt om kwetsbare bevolkingsgroepen actief te betrekken in het economische proces. Hoe meer zwarten of andere risicogroepen je tewerkstelt – ook in hogere functies – hoe hoger jouw bedrijf scoort op de BEE-ranking. Een hoge score opent extra deuren voor het binnenhalen van economische deals.”
Robin haalt nog een belangrijk aandachtspunt aan: “In Zuid-Afrika zijn omkoperij en vriendjespolitiek jammer genoeg nog niet volledig van de radar verdwenen. Om hierop te anticiperen, raad ik elke collega aan om zich kenbaar te maken bij de Belgische ambassade. Op die manier creëer je via officiële weg extra kansen in het openen van zakelijke deuren.”
“Zuid-Afrika is als echte ‘rainbow nation’ een smeltkroes van culturen en rassen.”
Rainbow nation
Qua culturele verschillen moet je je als Vlaamse ondernemer niet al te veel zorgen maken, geeft Robin aan. “Zuid-Afrika is als echte ‘rainbow nation’ een smeltkroes van culturen en rassen. De zakelijke atmosfeer is er vrij direct en los, en het is eenvoudig om contacten te leggen. Grote culturele verschillen – zoals je die wel hebt in bijvoorbeeld Noord-Afrikaanse landen – zijn nauwelijks aan de orde. Om als zakenman of -vrouw succes te boeken, zijn doorzetten en regelmatig contact houden wel belangrijk. Ikzelf ga jaarlijks naar Zuid-Afrika – meestal in april – om het contact met onze leveranciers en klanten goed te onderhouden. Het feit dat je geen rekening moet houden met een tijdsverschil, is mooi meegenomen.”
