Tot nog toe nam de federale regering amper maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen.
In België werken relatief weinig mensen, terwijl bedrijven hun groeiplannen moeten opbergen omdat ze geen geschikt personeel vinden. 1 mei zou in het teken moeten staan van ideeën om onze arbeidsmarkt echt te versterken. Helaas lijkt het eerder het moment geworden voor ideetjes die net meer hindernissen op de arbeidsmarkt opwerpen.
Vorige week kondigde federaal minister van Werk Dermagne triomfantelijk aan dat de Belgische werkzaamheidsgraad naar een recordniveau geklommen was. Eind 2021 was 71,6% van de Belgische 20- tot 64-jarigen aan het werk, het hoogste niveau ooit.
De minister vergat daarbij wel een aantal zaken te vermelden. Zo impliceert die werkzaamheidsgraad dat een kleine twee miljoen Belgen op actieve leeftijd niet aan het werk is. En dat terwijl veel bedrijven de grootste moeilijkheden hebben om nog geschikt personeel te vinden.
Ook in internationaal perspectief zijn in België nog altijd relatief weinig mensen aan het werk. In Europa werken enkel in Italië, Griekenland en Spanje nog minder mensen. En het is niet dat we aan een inhaalrace bezig zijn.
Vanzelf gaan we de 80% werkzaamheidsgraad niet halen.
Bart Van Craeynest, hoofdeconoom Voka
De voorbije tien jaar nam de werkzaamheidsgraad in België effectief met 4 procentpunt toe. Maar dat was minder dan gemiddeld in de buurlanden (4,4), de eurozone (5,5) en de Europese Unie (7).
En meer dan in de rest van Europa ligt de stijging van de werkzaamheidsgraad in België bij vrouwen. Dat is eerder te danken aan de historische dynamiek waarbij meer vrouwen actief werden op de arbeidsmarkt, dan aan het beleid. De werkzaamheidsgraad voor Belgische mannen steeg de voorbije tien jaar amper 1,2 procentpunt, bij de laagste stijging van Europa.
Ten slotte schuilt achter de Belgische cijfers nog altijd een opmerkelijke regionale dimensie. Wallonië (66,6%) en Brussel (64,2) horen bij de zwakste Europese regio’s. En daar is niet meteen beterschap in zicht.
Vlaanderen doet met een werkzaamheidsgraad van 75,9% duidelijk beter, maar is eigenlijk ook maar gemiddeld in Europa. Topregio’s halen een werkzaamheid van ruim boven 80%. Ook in Vlaanderen zijn 930.000 van de mensen op beroepsactieve leeftijd niet aan het werk.
560.000 extra werkenden nodig
De huidige regering pakte groots uit met de doelstelling van een werkzaamheidsgraad van 80% tegen 2030. Dat zou al onze budgettaire problemen oplossen en onze welvaartsstaat betaalbaar moeten houden. Concreet betekent dat dat er op Belgisch niveau zo’n 560.000 extra mensen aan het werk moeten tegen 2030, of zo’n 62.000 per jaar.
In de tien jaar voor corona kwamen er gemiddeld 36.000 extra jobs per jaar bij. En allicht zijn de makkelijkst te activeren niet-werkenden ondertussen geactiveerd. Van zelf gaan we die 80% werkzaamheid dus niet halen.
Concrete beleidsvoorstellen?
Tot nog toe nam de federale regering evenwel amper maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen. En de huidige discussies over sterkere loonstijgingen bovenop de al spectaculaire indexering zullen het eerder moeilijker maken om meer jobs te creëren.
Deze week is het 1 mei, wat de aanleiding zou kunnen zijn voor concrete beleidsvoorstellen om de arbeidsmarkt echt te versterken en veel meer mensen te activeren. Levenslang leren, meer flexibiliteit, meer mogelijkheden om uitkering en werken te combineren, lagere lasten op arbeid, een correctere pensioenregeling, … zijn allemaal maatregelen die de werking van onze arbeidsmarkt zouden versterken.
De voorbije jaren bleek 1 mei evenwel eerder een hoogmis voor ideetjes die net meer hindernissen op de arbeidsmarkt opwerpen. Dat zal deze week allicht niet anders zijn.