Een slagkrachtigere, vinnigere en efficiëntere overheid, zo beloofde de Vlaamse regering in de Septemberverklaring. Een vlottere vergunningsverlening hoort daar zeker bij. Om deze ambitie te realiseren, wil ze inzetten op de verschillende fases die een initiatiefnemer moet doorlopen vooraleer hij van start kan gaan.
1. Afstappen van dikke milieueffectenrapporten
Voor een project met enige omvang moet de initiatiefnemer eerst de milieueffecten van het project in kaart brengen. Milieuadviesbureaus schrijven dan zeer omvangrijke en bijzonder technisch milieueffectenrapporten (MER) op basis van dikke richtlijnenboeken.
De Vlaamse regering wil hiervan afstappen en meer inzetten op beknoptere rapporten met een juiste focus. Dat moet tijd en middelen voor de initiatiefnemer besparen maar ook de leesbaarheid van deze rapporten bevorderen voor de burger.
2. Optimalisatie omgevingsvergunning
Eens de effecten in kaart zijn gebracht, kan de vergunning worden aangevraagd. De procedures daarvoor werden zo’n 2 à 3 jaar geleden al grondig aangepakt met de invoering van de omgevingsvergunning. Hoog tijd dus voor een eerste grote evaluatieoefening van deze hervorming.
Uit deze evaluatieoefening zal moeten blijken of de bevoegdheidsverdeling tussen de drie beleidsniveaus dient te worden herbekeken, en waar de procedure zelf kan worden bijgesteld ter vereenvoudiging en versnelling (bv. samenstelling van het dossier, verdere digitalisering, enz.).
3. Meer ondersteuning voor grote investeringsprojecten
Specifiek voor de grote investeringsprojecten wil de Vlaamse regering ook werk maken van meer maatwerk en ondersteuning. Daarvoor wil men onder meer de VIP-cel versterken.
VIP staat voor Vlaamse strategische Investeringsprojecten en de mensen uit de VIP-cel moeten zorgen voor extra begeleiding door bijvoorbeeld bruggen te bouwen tussen alle betrokken actoren en adviesinstanties. Ze moeten dus verkokering tegengaan.
4. Kortere doorlooptijd bij Raad voor Vergunningsbetwistingen
Eens de vergunning is afgeleverd, volgt jammer genoeg in vele gevallen nog een lange beroepsprocedure. De Vlaamse regering beseft dat doorlooptijden van beroepsprocedures korter moeten. Voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen ambieert men een halvering van de doorlooptijd, wat een inkorting betekent van 18 naar 9 maanden. Om dat klaar te spelen wordt ingezet op verdere digitalisering, het aanwerven van extra rechters en het verfijnen van de procedure.
In zijn Septemberverklaring stelde minister-president Jambon terecht dat een snellere vergunningsverlening noodzakelijk is om onze economie en onze samenleving een powerboost te geven. Duidelijk is dat de overheid en privé-initiatieven hiervoor elkaar moeten versterken en niet tegenwerken.