De Vlaamse regering gaat het Europese steunkader ook in Vlaanderen invoeren. Dat is goed, maar geen wonderoplossing.
Sommigen zouden het haast vergeten, maar de industrie is de motor van onze economie. Met 15% van de bruto toegevoegde waarde, 50% van de bedrijfsinvesteringen in onderzoek & ontwikkeling en een productiviteit die 40% hoger ligt dan de rest van de economie, mag het belang van deze sectoren niet onderschat worden.
Onze (energie-intensieve) industrie staat vaak aan het begin van de waardeketen. We moeten opletten dat het stilleggen van enkele bedrijven niet heel onze economische waardeketen onderuit haalt.
Productiestops
Anders dan tijdens de coronacrisis, toen deze bedrijven zijn blijven produceren, wordt de industrie vandaag geconfronteerd met een ongeziene crisis. De stijgende energieprijzen dreigen veel industriële bedrijven de das om te doen. Zelfs met aardgasprijzen die vandaag op de helft van de piek van midden augustus staan, staan de prijzen bijna op een tienvoud van het historisch gemiddelde. Die situatie is niet langer houdbaar.
Maar naast structurele oplossingen voor de hoge energieprijzen, snakken bedrijven nu acuut naar duidelijkheid. Want de komende weken en maanden zullen er in bestuurskamers moeilijke en vaak ook harde beslissingen moeten vallen. Ondernemingen beseffen welke impact dit kan hebben, niet alleen op hun eigen bedrijfsvoering maar ook op situatie van hun werknemers. De puzzel die gelegd moet worden is erg complex.
Vandaag zien we al productieverminderingen en in het slechtste geval ook productiestops, het lijkt er in de komende tijd niet op te zullen beteren.
Geen wondermiddel
Het is daarom goed dat de Vlaamse regering gisteren heeft aangekondigd dat het Europese steunkader ook in Vlaanderen wordt ingevoerd. Dat is geen wonderoplossing, maar kan voor sommige bedrijven wel het verschil maken tussen onmiddellijk de productie stilleggen of toch nog trachten het iets langer vol te houden.
Voka heeft steeds gepleit voor gerichte steun. Door de energiesteun enkel toe te kennen aan die ondernemingen die geconfronteerd worden met minstens een verdubbeling van hun energiekosten en daardoor een operationeel verlies draaien, heeft de regering een erg gerichte maatregel in de stijgers gezet.
Tegelijk valt het te betreuren dat de Vlaamse regering de energiesteun binnen het Europese kader niet maximaal heeft ingevuld, in tegenstelling tot de buurlanden. De vraag blijft dus of het kader dat de Vlaamse Regering heeft uitgewerkt ook voldoende adequaat is. We moeten de situatie daarom dag per dag van nabij opvolgen en maatregelen durven bijstellen wanneer dat nodig is.