Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • “Streven naar een complementair en multidisciplinair zorgmodel”

“Streven naar een complementair en multidisciplinair zorgmodel”

  • 06/09/2023

Op donderdag 28 september organiseert Voka Health Community haar jaarlijks congres. Dit jaar is het centrale thema "Zorgen voor morgen - Een politiek debat voor een gezonde toekomst”. De Health Community-leden leggen er de politieke boegbeelden in welzijn en zorg het vuur aan de schenen over nieuwe zorgmodellen, de nijpende arbeidsmarkt en broodnodige innovatie. In de aanloop naar het congres laten we naar goede gewoonte enkele ‘toekomstdenkers’ aan het woord. In deze editie: Mieke Walraevens, Adviseur Gezondheidszorg van premier Alexander De Croo.
 

Intro

Mieke Walraevens startte haar carrière als vroedvrouw en lactatiedeskundige, en behaalde daarna een master in de verpleegkunde en vroedkunde. Zo rolde ze in het gezondheidszorgbeleid, eerst als adviseur voor moeder- en kindzorg en daarna als adjunct-kabinetschef van de federale minister van Volksgezondheid. Nu is ze Adviseur Gezondheidszorg op het kabinet van premier Alexander De Croo. “Ik verleen er advies voor alle dossiers die door de federale regering beslist moeten worden inzake volksgezondheid en voor sociale zaken, voor zover die laatste geneeskundige verzorging aanbelangen”, verduidelijkt ze.

Haar uitgangspunt daarbij is een complementair en multidisciplinair zorgmodel waarin de patiënt centraal staat. Op de vraag of dat vandaag al realiteit is, antwoordt ze: “Ik denk dat daarvan al mooie voorbeelden bestaan, zoals het zorgtraject diabetes. Dat is multidisciplinair, met veel autonomie voor zowel de zorgverleners als de patiënten, en met de implementatie van de recentste technologie. Daardoor kunnen Belgische diabetespatiënten maximale levenskwaliteit bekomen. Er is ook een mooi model voor HIV, of kijk maar naar de conventie slokdarmchirurgie. Patiëntenorganisaties hebben daarin een belangrijke rol in gespeeld. Tegelijk is dat voor sommige andere aandoeningen die ook een zware ‘footprint’ hebben nog geen realiteit. Voor obesitas bijvoorbeeld is de federale overheid daaraan sterk aan het werken, maar zoiets komt er niet van vandaag op morgen.”

Stappenplan

Eén van de grootste uitdagingen voor onze gezondheidszorg is natuurlijk dat we in de toekomst meer én meer complexe zorg zullen moeten voorzien, met minder mensen. “Daarover kan je natuurlijk volledige boeken schrijven, maar ik zie enkele essentiële stappen”, klinkt het. 

“Een binnenkopper is natuurlijk: meer inzetten op preventieve gezondheidszorg. Het komt erop aan de druk op het systeem te verminderen door vermijdbare aandoeningen te vermijden. Niemand twijfelt aan het belang van preventie, maar er moeten altijd extra middelen voor vrijgemaakt worden. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid inzake preventie, maar de grote uitdaging ligt bij de deelstaten, terwijl de financieel gunstige effecten bij de federale overheid liggen.”

“We kunnen nog veel meer de nadruk leggen op patiëntuitkomsten en -ervaringen.”

Mieke Walraevens

Grotere focus op outcome

“Een tweede element is natuurlijk de lagere instroom van medewerkers in de zorg en de hogere uitstroom door de vergrijzing, en dat terwijl zij zo bepalend zijn voor de kwaliteit van zorg. Toch ben ik altijd wat terughoudend als ik hoor dat we een tekort hebben aan verpleegkundigen. In België zijn er per 1.000 inwoners zo’n 11 verpleegkundigen; dat is hoger dan het Europees gemiddelde. Tegelijk werkt maar zo’n 80% van hen in de ziekenhuizen, en daarmee zitten we wél onder het gemiddelde. Dat heeft te maken met het feit dat heel wat van onze verpleegkundigen in de thuiszorg werken. Een groot deel van hun dagelijkse activiteit bestaat eruit om hygiënische zorgen te geven, terwijl ze zouden moeten kunnen focussen op verpleegkundige observaties en handelingen. Dat hangt voor een groot deel samen met het bestaande financieringsmodel, waarin de complexiteit van zorg niet echt wordt meegenomen, en met het feit dat er nog zoveel gedetailleerde handelingen zijn voorbehouden voor verpleegkundigen. Daarvoor is een aanpassing van het kader nodig, zodat de juiste zorg door de juiste mensen kan gebeuren en de druk op de verpleegkundige capaciteit kan afnemen.” 

Ten derde: om zorgverleners correcter en efficiënter in te zetten, moeten we meer gebruikmaken van technologie, vindt ze. “Zo moet er meer tijd vrijkomen voor klinische zorg, in plaats van administratieve en logistieke taken. De regering heeft deze legislatuur een deelbudget vrijgemaakt om in de ziekenhuissetting meer technologie in te zetten. Ik pleit ook voor administratieve vereenvoudiging. Het is bijvoorbeeld te gek voor woorden dat huisartsen nog allerlei attestjes moeten schrijven.”

Een vierde sleutelelement is een sterkere nadruk op outcome, aldus Mieke Walraevens. “De financiering is de afgelopen jaren sterk gericht geweest op procesindicatoren. We kunnen nog veel meer de nadruk leggen op patiëntuitkomsten en -ervaringen (PROMs en PREMs). Er zijn mooie buitenlandse voorbeelden. Denk maar aan een bevraging die een patiënt voor een reumaconsult online kan invullen, waardoor artsen en verpleegkundigen daaraan minder tijd moeten besteden en meer kunnen focussen op outcome. Tegelijk kan je op die manier een ‘pay for quality’-systeem invoeren, dat ook in ambulante zorg kan worden opgenomen. Als je daarbij ook meer gaat naar gebundelde financiering – een evolutie die nu al aan de gang is – geef je meer autonomie aan zorgverleners, met meer kans op innovatie en digitalisering. Wat betreft die digitalisering zijn er trouwens al heel wat initiatieven lopende. Kijk maar aan het werk dat gebeurt voor het Belgian Integrated Health Record, dat digitalisatie ook in eerste lijn en over zorggrenzen heen kan faciliteren, of de oprichting van een Gezondheidsdata agentschap.”

Kwaliteit bewaken

Hoe groot de uitdagingen voor de zorg ook zijn, de overheid blijft alles op alles zetten om de kwaliteit van zorg te verzekeren, verzekert ze. “De Kwaliteitswet was op dat vlak een belangrijke stap. We blijven ook verder streven naar het juiste aantal zorgverleners. Er is veel te doen rond quota voor de opleiding tot arts, maar ik ben ervan overtuigd dat die de kwaliteit van opleiding helpen verzekeren. De voorwaarde is wel dat de quota voldoende zijn om te voorzien in onze eigen behoeften, zodat er geen instroom van buitenlandse artsen nodig is. Een ander aspect is de uitstroom uit van zorgverleners. Ik denk niet dat die een kwestie is van verloning, maar eerder van het verstoorde evenwicht tussen verantwoordelijkheid en autonomie. Dat blijft dus zeker een aandachtspunt”, besluit ze.

Hoe kunnen we voldoen aan de groeiende complexiteit van zorg met beperkte middelen en minder personeel? Hoe zorgen we voor een toekomst waarin we langer gezond blijven? Een toekomst waarin werken in welzijn en zorg werkbaar is? Een toekomst met sterke digitale competenties die innovatie faciliteren?

Wil je meer ontdekken? Schrijf je dan in voor het jaarlijks Voka Health Community Congres op donderdag 28 september in Den Oven te Boom.

Voka Health Community Congres

 

Ontdek hier de visie van onze andere toekomstdenkers.