Voka bracht in een van de sessies van de 5-daagse van de Groei enkele ‘captains of sustainability’ samen om na te denken over hoe Vlaanderen tegen 2030 koploper kan worden op het vlak van de duurzame economie. Uit de sessie bleek onder meer dat er heel wat enthousiasme en ambitie heerst over dit thema, maar dat er ook nood is aan een holistische aanpak. Een verslag.
De aanwezigen waren het er over eens dat in de omslag naar een duurzame samenleving de industrie een belangrijke, om niet te zeggen centrale plek inneemt. Niet enkel omdat ze voortdurend nadenkt en in de toekomst nog meer zal nadenken om haar processen efficiënter te laten verlopen waardoor de impact op de omgeving verkleint. Maar ook omdat ze dankzij innovatie producten kan leveren voor een betere en schonere wereld. Dat kan gaan van isolatiematerialen tot onderdelen van windmolens.
Ook is duidelijk dat er op vijf jaar tijd enorm veel veranderd is in de mentaliteit van zowel burgers, bedrijven en de hele maatschappij. Klimaat en energietransitie komen nu veel meer in de aandacht. Voor bedrijven is duurzaam ondernemen meer dan vroeger een business case geworden. Zeker nu ook Europa zijn focus legt op verduurzaming dankzij de Green Deal, zal dit nog veel belangrijker worden in de toekomst.
Tijdens de sessie en break-outs kwamen verschillende ideeën en inzichten naar boven hoe we tegen 2030 in Vlaanderen top kunnen zijn op het vlak van duurzaamheid. Hieronder selecteren we vier topideeën.
1. Opportuniteiten grijpen dankzij samenwerking
van de voordelen om in een dichtbevolkte regio als Vlaanderen te wonen en te werken is dat de nabijheid van veel mensen en bedrijven ook mogelijkheden schept. Zo werd er verwezen naar de mogelijkheden om aan afvalmining te doen, of samen te werken voor warmtenetten, CO2-netten of waternetten. De overheid kan hier een ondersteunende en faciliterende rol bij spelen, zowel op het vlak van financiering als op het vlak van een efficiënte afhandeling van vergunningen.
2. Evolueer naar een Green Flanders
Doorheen de gesprekken was al snel duidelijk dat de deelnemende experten en ondernemers een alomvattend kader misten om in onze regio vooruit te gaan op vlak van duurzaamheid. Dat kader moet vastgelegd worden door de overheid met duidelijke uitgangspunten en doelstellingen. Ook burgers moeten hierin meegenomen worden. En het mag niet bij plannen blijven. Er moet een ware ‘delivery unit’ opgericht worden die het overzicht behoudt, die alles samenbrengt en naar concrete resultaten toewerkt. Vandaag is alles te veel versnipperd. Dat vraagt een zekere focus die gevonden kan worden bij wat alle actoren bindt en bij wat onze sterktes zijn. Zo’n kader is temeer ook belangrijk om op lange termijn investeringen te kunnen doen. Dus een vertrouwensband is noodzakelijk.
3. Een juiste First Mover aanpak
Door te experimenten en innovatie te stimuleren kunnen we de ambitie hebben om koploper te worden op het vlak van duurzaamheid of energietransitie. Maar dat mag wel niet blindelings gebeuren. Er moet een duidelijke kostenbatenanalyse aan gekoppeld worden en hypes mogen niet zomaar gevolgd worden. We moeten daarbij meer dan vandaag gericht en maximaal gebruik maken van Europese steun.
4. Verzilver de verduurzaming
Bedrijven die investeren in duurzaamheid en circulaire economie, moeten dat ook kunnen meepakken in de financiële waardering van hun bedrijf.