Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Rondetafelgesprek verkiezingen 2024: Waarover het zal gaan en zou moeten gaan

Rondetafelgesprek verkiezingen 2024: Waarover het zal gaan en zou moeten gaan

  • 12/01/2024

2024 wordt een verkiezingsjaar. Waar liggen ondernemers van wakker? Waar moeten de verkiezingen over gaan? Welke werven moeten de politici prioritair aanpakken? En moet dat dan via een staatshervorming? We brachten drie opiniemakers samen rond de tafel: Isabel Albers, algemeen hoofdredacteur van De Tijd en L’Echo, professor politieke wetenschappen Dave Sinardet (VUB/UCLouvain) en Rudy Provoost, voorzitter van Voka.

Thema’s

Wat zal het campagnethema van de verkiezingen worden – en wat zou het moeten zijn? 

Dave Sinardet: “Kiezers verschillen over welke thema’s ze het belangrijkste vinden. Moest er al één dominant thema komen bovendrijven is het erg moeilijk te voorspellen welk, want actuele gebeurtenissen spelen daarbij dikwijls een belangrijke rol. Je kent de boutade ‘A week is a long time in politics’. In deze tijden van sociale media is een dag of een uur ook al een heel lange tijd waarop veel kan veranderen. Tijdens COVID-19 werd gezondheidszorg plots het belangrijkste thema. Maar dat werd verdrongen door energie, koopkracht en internationale veiligheid toen het Russisch-Oekraïens conflict losbarstte.”

Dave Sinardet, Isabel Albers en Rudy Provoost

Isabel Albers: “Actuele gebeurtenissen kunnen altijd een effect hebben, maar los daarvan zal het wellicht gaan over een aantal onderliggende trends die overal in Europa opduiken. Wat houdt de kiezer bezig? Op basis van de Nederlandse verkiezingen kom je uit bij migratie, de portemonnee van de kiezer en het klimaat. Maar dat laatste eerder als negatief thema: niet te veel klimaat-gedoe. Die portemonnee, dat gaat over de vraag hoe we onze welvaart redden. Dat zou het thema in elk geval moeten zijn. En wie het redden van onze welvaart zegt, komt bij structurele hervormingen uit.”

“Wat ik hoop dat we zullen zien is een sense of urgency om onze welvaart in stand te houden voor de toekomst. We botsen met zijn allen tegen een aantal grenzen: slabakkende groei, problemen in het onderwijs en de gezondheidszorg. We hebben behoefte aan een efficiëntere overheid die het veel beter doet dan de huidige, die de op één na slechtste begroting van Europa opstelde. Wat me vooral zorgen baart, is dat we een perfecte storm meemaken in Europa. De problemen zijn complex. Mensen zijn angstig. Ze zijn sociaal en cultureel vervreemd. Er heerst een  onbehagen dat we niet mogen miskennen.”

Mensen zijn angstig. Ze zijn sociaal en cultureel vervreemd.

Isabel Albers, algemeen hoofdredacteur van De Tijd en L’Echo

Rudy Provoost: “In de Knack-enquête over democratie van oktober 2023 zag je dat ook: er leeft veel angst, ongenoegen en onvrede onder de mensen. Als je dat niet kanaliseert, krijg je een negatieve uitbarsting die ons in een politieke patstelling kan brengen. De grote vraag van de verkiezingen is volgens mij of mensen voor of tegen iets zullen stemmen. Zullen partijen erin slagen om de verkiezingen te laten gaan over meer welvaart, beter welzijn, beter onderwijs, betere gezondheidszorg, dan hebben ze een wervend verhaal dat kan aanslaan. Maar als dat niet lukt, dan zullen de verontwaardiging, de angst voor migratie en de politieke wantoestanden de centrale thema’s worden. Ik hoop dat een aantal van de centrumpartijen erin slaagt om een positief perspectief te bieden dat de voorstemmers overtuigt.” 

Albers: “De overwinning van Geert Wilders in Nederland doet ons soms vergeten dat Pieter Omtzigt evenveel zetels heeft  bijgewonnen als Wilders – weliswaar komend van nul. Dat is  fenomenaal. En Omzigt doet dat vanuit het midden en met een ouderwets thema als goed bestuur.”

Welvaart

Laten we dat behoud van welvaart iets scherper stellen. Zullen onze kinderen het beter of slechter hebben dan wij? 

Provoost: “Om mij heen zie ik dat jongere generaties het vaak moeilijk hebben. Een huis of appartement kopen is financieel voor veel jonge gezinnen quasi onmogelijk geworden, vooral in de centrumsteden. Lenen kost meer geld, de levensduurte neemt toe, de kosten van kinderopvang en kwaliteitsonderwijs zijn hoog. Mensen met een doorsnee inkomen hebben nog weinig armslag.”

Albers: “Ik had als kind niets te kort, maar de welvaart die mijn kinderen ervaren is veel groter. Zullen ze het ook in andere opzichten beter hebben dan ik? Ik was 18 toen de Berlijnse muur viel. Nadien hebben we een langdurige periode van stabiliteit en vrede gekend. Ik had nooit gedacht dat de vrede op ons continent zo in vraag gesteld zou worden als nu.”

Sinardet: “Materieel hebben de meeste mensen van onze generatie het beter dan onze ouders en hetzelfde geldt in het algemeen voor de kinderen van vandaag – al blijft armoede een reëel probleem. Maar we zitten stilaan in een mentale welzijnscrisis, waarvan ik niet begrijp dat die niet sterker het politieke debat beheerst. De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg zijn veel te lang. Als we terecht niet accepteren dat iemand met kanker jarenlang op een behandeling moet wachten, mogen we dat voor iemand met levensbedreigende mentale problemen toch ook niet toelaten. We moeten ook veel meer inzetten op preventie.” 

Albers: “Helemaal akkoord, maar met alleen meer geld gaan we dat niet oplossen. Het probleem zit dieper. Marc Michils van Kom op tegen Kanker benoemde het als ‘Onze samenleving leeft niet meer samen’. Het klinkt wollig, maar we hebben terug  verbinders nodig.”

Provoost: “Het hangt allemaal samen: geen welvaart zonder welzijn, maar ook geen welzijn zonder welvaart.”

Hoe zorg je als maatschappij voor betaalbaar wonen, betaalbare zorg, betaalbaar onderwijs?

Albers: “Vlaams Belang en PVDA capteren die bezorgdheden en stellen er beiden een links uitgavenprogramma tegenover. Dat bekostigen ze door het geld respectievelijk bij de migranten of rijken te halen. Het eerste klopt niet en het tweede evenmin. Politiek, media en opiniemakers hebben een grote verantwoordelijkheid om uit te leggen dat je niet zomaar uitgaven kan doen als je geen waardecreatie hebt. Op een economisch kerkhof kan je niet bouwen. Voor werkgevers geldt dat ze niet alleen naar hun EBITDA moeten kijken, maar ook hun maatschappelijke rol opnemen.”

Provoost: “Ongeveer om de acht weken nemen we bij Voka een enquête af en daaruit blijkt dat ondernemers veel meer bezig zijn met hun maatschappelijke verantwoordelijkheid dan je misschien zou denken. Natuurlijk hebben ze het over competitiviteit en de moeilijkere marktomstandigheden, het vergunningenbeleid en het ongelijke speelveld in Europa. Maar ondernemers maken zich ook zorgen over onderwijskwaliteit, over arbeidsmarktkrapte, activering en loopbaanbegeleiding. Ze voelen zich betrokken bij het welzijn van hun medewerkers, hebben aandacht voor de work-lifebalance van hun mensen en dragen vaak concreet bij, door bijvoorbeeld flexibel werk mogelijk te maken, kinderopvang te steunen en via duaal leren ontwikkelingskansen te bieden aan jongeren. Misschien communiceren we daar niet genoeg over naar de buitenwereld. Maar ondernemingen beseffen dat ze hun potentieel pas volledig kunnen benutten als al de sociale randvoorwaarden vervuld zijn. Dat bewustzijn is veel  groter dan pakweg vijf of tien jaar geleden.”

Duurzaamheid en klimaat

Zijn duurzaamheid en klimaat belangrijke thema’s voor bedrijven en voor burgers?

Provoost: “Bij ondernemers leeft het thema duurzaamheid heel sterk. Het is in feite een vijfluik, bestaande uit klimaat, energie, mobiliteit, milieu/natuur en ten slotte ruimtelijke ordening en vergunningenbeleid. Bedrijven hebben te maken met snel veranderende en strenger wordende nationale wetgeving, Europese regelgeving en ESG-normen. Ze beseffen dat klimaatneutraliteit een prioriteit is en stevige ingrepen vergt. Ze weten ook dat te traag of te weinig actie ondernemen finaal tot een concurrentienadeel leidt. Zeker de industriële bedrijven zijn een drijvende kracht. Ze versnellen hun investeringen in procesinnovatie met een focus op hernieuwbare energie, koolstofafvang en -opslag, gebruik van waterstof en de recyclage van materialen en metalen. Ze ontwikkelen circulaire verdienmodellen en maken gebruik van nieuwe doorbraaktechnologieën, vaak in samenwerking met kenniscentra, zoals Flanders Make.”

Albers: “In de politiek wordt door een aantal partijen erg negatief over klimaat gesproken. Geert Wilders is een pure klimaatontkenner. Bij ons lijkt de publieke aandacht wat weggeëbd, terwijl we voor een enorme transitie staan. Maar de klimaatdiscussie zorgt voor een verdere vervreemding van mensen die stemmen met hun portefeuille, die geconfronteerd worden met de – zeer terechte en nodige – renovatieplicht. We moeten die transitie met zijn allen maken, maar we moeten als samenleving ook  kunnen zeggen: ‘Transitie is moeilijk. Maar we kunnen het en  we zullen niemand achterlaten’. Maar dat hoor je niet.” 

Provoost: “Dat geldt niet alleen voor gezinnen, maar ook voor bedrijven. De absorptiecapaciteit van ondernemers is beperkt. Je bent met je energievraagstuk bezig, maar dan moet je ook aan natuurherstel doen en dan wordt er weer een nog hogere klimaatnorm opgelegd. Maar je kan nu eenmaal maar zoveel duizenden of miljoenen euro investeren op een jaar. Het herorganiseren van je waardeketen vergt tijd. Een circulair verdienmodel ontwikkel je niet zomaar eventjes. De Green Deal vanuit Europa was een soort tsunami zonder onderscheid. Een betere fasering en dosering is dringend nodig.”

Sinardet: “Uit kiezersonderzoek over 2019 bleek dat bijna een derde van de kiezers milieu in de brede zin tot de drie belangrijkste thema’s rekende die hun stemgedrag bepaalden. Dat was slechts bij weinig kiezers van Vlaams Belang en N-VA het geval, maar voorspelbaar wel bij de overgrote meerderheid van het groene electoraat. Bij de traditionele partijen stond het in de top drie van ongeveer een derde van hun kiezers. Nog dit: als we spreken over de sociale dimensie van de milieuproblematiek, vind ik dat vaak nogal eenzijdig. Natuurlijk heeft de elektrificatie van het wagenpark of de lage emissiezone potentieel een negatief financieel effect op mensen die enkel goedkope auto’s kunnen aanschaffen. Anderzijds heb je juist de slechtste luchtkwaliteit en de meeste impact op gezonde levensjaren in de minder begoede wijken.”

Mobiliteit

Mobiliteit lijkt tot nog toe niet in de top 3 van verkiezingsthema’s te staan.

Sinardet: “Onterecht, vind ik. Het mobiliteitsbeleid in dit land is een totale ramp, dat ondervind ik als trein- en tramgebruiker aan den lijve. Al die verloren uren in de file. Het openbaar vervoer met zijn vertragingen, defecten en afschaffingen. Dat alles heeft een grote impact op zowel het welzijn als de welvaart. Hallucinant dat we het niet beter kunnen doen in een klein, dichtbevolkt land dat zo’n belangrijk knooppunt is. In veel andere landen is het openbaar vervoer veel perfomanter en wordt het door een veel bredere sociale mix gebruikt dan bij ons. Als ik in Antwerpen in kostuum op een tram stap, ben ik een rariteit, terwijl in het buitenland ook CEO’s en kaderleden de tram of de bus gebruiken.”

“Hoe los je dat op? De subsidiëring van salariswagens helpt natuurlijk niet, maar je kan dat systeem ook niet zomaar afschaffen. Dat kan alleen binnen een totaalaanpak waarin je alle loonvervangers afschaft en een serieuze daling van de lasten op arbeid organiseert. Maar zelfs het als ambitieus bestempelde fiscale hervormingsplan van Van Peteghem ging niet zo ver.” 

Provoost: “Ik zou mobiliteit willen opentrekken naar een breder thema: levenskwaliteit. Dat is misschien een betere term dan welvaart, dat vooral economische connotaties heeft. Er kan een grote wervende kracht uitgaan van een politieke beweging die zou beloven onze levenskwaliteit te beschermen en te verbeteren. Dat gaat dan over betere mobiliteit en openbaar vervoer, performante gezondheidszorg, kinderopvang, toegang tot interessante jobs, levenslang leren enzovoort. Dat zou een verbindend verhaal kunnen opleveren dat veel sterker is dan mensen uit elkaar spelen zoals nu nog te vaak gebeurt.”

Vlaams en federaal memorandum

Voka publiceerde een memorandum voor de verkiezingen. Wat moeten we daaruit onthouden?
Provoost: “Het centrale thema is ‘Nu Ondernemen Voor Morgen’. We pleiten voor een trendbreuk, want een status quo is geen optie. We lopen vast en draaien in cirkels. We moeten de loutere symptoombestrijding achter ons laten en structurele hervormingen doorvoeren. Want onze levenskwaliteit, onze welvaart en ons welzijn staan op het spel. Welvaart en welzijn zijn communicerende vaten: je kan maar welzijn creëren als je de facturen  kan betalen.”
 

Groepsfoto

Laat de Vlaamse regering zelf beslissen of ze de werkloosheidsuitkering in de tijd wil beperken. Dan kan Wallonië gerust kiezen voor een levenslange uitkering.

Rudy Provoost, voorzitter Voka

“Gedeelde en gezonde groei met de hoogst mogelijke economische en maatschappelijke impact, daar gaat het om. En dat kan alleen als we gebruik maken van alle IMPACT-hefbomen: Innovatie, Meerwaardecreatie, Productiviteit, Arbeidsmarkt- en talentontwikkeling, Competitiviteit en ons Transformatievermogen. Op elk van die vlakken is Vlaanderen het aan zichzelf verplicht om tot de Europese top te behoren. ‘Nu ondernemen voor morgen’ is een oproep om daar werk van te maken, en het Voka-verkiezingsmemorandum biedt een draaiboek voor een doorbraakbeleid om dat voor mekaar te krijgen.”

“Als je Vlaanderen en België vergelijkt met een toponderneming in de bedrijfswereld, dan zie je meteen waar het schort. Onze regeringen blijven steken in intentieverklaringen. Er is geen duidelijke missie. Het ontbreekt aan een geïntegreerde strategie. Het organisatiemodel voor de verdeling van bevoegdheden klopt niet. Er is iets grondig mis met de politieke bedrijfscultuur en het beheersysteem schiet tekort. Er is een fundamenteel probleem met de overheidsfinanciën. En de fiscaliteit is, naast de sociale zekerheid en de pensioenen, aan een grondige hervorming toe.”

Staatshervorming

Grondige hervormingen: is dat een pleidooi voor een staatshervorming?

Sinardet: “Het koppelen van een regeringsvorming aan een rondje staatshervorming zoals in 2010 is een recept voor een nieuw duurrecord regeringsvorming, waardoor alle andere werven weer stilvallen. Zeker omdat je er deze keer misschien zelfs tien partijen voor nodig hebt. Anderzijds is er heel wat dat veel beter geregeld kan worden, zowel wat betreft de bevoegdheidsverdeling als het functioneren van de instellingen. Maar we moeten wel beseffen dat een staatshervorming altijd een complex politiek compromis zal blijven en niet noodzakelijk leidt tot homogene bevoegdheidspakketten, het einde van de versnippering en meer efficiëntie. Vaak eerder integendeel. En je kan bevoegdheden wel opsplitsen, maar vaak zal je toch weer moeten samenwerken en zelfs samen beslissen met de andere deelstaten, bijvoorbeeld omdat Europa dat vraagt. Ik vraag me dus af of het sop de kool wel waard is.”

Een staatshervorming zal altijd een complex politiek compromis blijven.

Politicoloog Dave Sinardet

Albers: “Ik word op zich niet warm van een nieuw rondje staatshervorming, maar toch zal je dat eerder vroeger dan later moéten doen. Vroegere staatshervormingen hebben niet tot het meest efficiënt mogelijke systeem geleid. We stoten op onze limieten en dat politiek onvermogen speelt extreme partijen in de kaart. Dus moet je toch terug aan de bak om die staatsstructuur efficiënter te maken."

"Daarnaast dringt er zich een andere efficiëntie-vraag op, los van structuren. Dat is een overheid die zich eindelijk eens echt de vraag moet stellen wat ze niet meer gaat doen. Er komen altijd maar taken en uitgaven bij, er vallen er nauwelijks weg. Ons middelbaar onderwijs krijgt veel middelen in vergelijking met de rest van Europa, maar de versnippering is een groot probleem. En zo zijn er veel meer voorbeelden. Maar blijkbaar moet het eerst nog slechter gaan voor het beter wordt. Kennelijk moeten we eerst op het Europees strafbankje belanden, blaam en boetes inbegrepen, voor er verandering komt.” 

Provoost: “Ik denk dat we een gerichte staatshervorming nodig hebben. We kunnen er niet onderuit: België is een asymmetrisch land. Het huidige federale regeerakkoord geeft dat trouwens met zoveel woorden toe. In het hoofdstuk over institutionele hervorming werd vier jaar geleden al aangegeven dat voor een aantal beleidsdomeinen – met name arbeidsmarkt en gezondheidszorg – een asymmetrische uitoefening van federale bevoegdheden tot de mogelijkheden moest behoren. Maar daar is tijdens deze legislatuur natuurlijk niets van in huis gekomen. Het is hoog tijd om klare wijn te schenken. Als het gaat over de gezondheidszorg, dan zijn wij voor het overhevelen van alle bevoegdheden van het federale niveau naar de deelstaten. Hetzelfde geldt voor de arbeidsmarkt. Geef de deelstaten de ruimte voor een strategie naar wens en beleid op maat. Laat de Vlaamse regering zelf beslissen of ze de werkloosheidsuitkering in de tijd wil beperken. Dan kan Wallonië gerust kiezen voor een levenslange uitkering.” 

Sinardet: “Het verhaal dat de Vlaamse en de Waalse arbeidsmarkt totaal verschillend zijn, klopt niet helemaal. De werkloosheidsproblematiek is bijvoorbeeld vooral een grootstedelijk fenomeen, dat erg gelijkend is in Antwerpen, Brussel en Charleroi. Je ziet in deze steden telkens hetzelfde fenomeen van hoge werkloosheid onder jongeren en mensen met een migratieachtergrond. Als je dan toch wilt decentraliseren of meer aan maatwerk wilt doen, is het misschien logischer om dat op basis van stads- en streekregio’s te doen, en in functie van specifieke problemen maatregelen te nemen.”

Albers: “Allemaal waar, maar de essentie blijft dat België niet klaar is voor fiscale autonomie. Nochtans lijkt het me de basis dat elke regio verantwoordelijk is voor zijn eigen centen, al moet er daarnaast ook wel solidariteit zijn.”

Provoost: “We moeten gaan voor een organisatiemodel op basis van integrale bevoegdheden in combinatie met verregaande responsabilisering en de daarbij horende fiscale randvoorwaarden. Ik maak opnieuw de parallel met een onderneming. Je verhoogt je kans op succes door zoveel mogelijk verantwoordelijkheden bij de lines of business te leggen en mensen te responsabiliseren en daar ook financiële consequenties aan te verbinden. En dat doen we in België veel te weinig. Alleen als je zelf de nadelen of juist het rendement en het voordeel ondervindt, kan je tot echte gedragsverandering komen.”

Wens

Heel kort: wat is jullie innigste maatschappelijke wens  voor 2024?

Sinardet: “Dat we veel meer over Europa zouden praten. Dat hebben we in dit gesprek niet voldoende gedaan. En dat zal, vrees ik, ook niet gebeuren in de verkiezingscampagne. Er is te weinig aandacht voor Europa in de media, bij commentatoren en zelfs in de middenveldorganisaties. Het is een paradox: onze nationale politici moeten zich meer dan ooit verantwoorden omdat klassieke en online mediaformats zich hebben vermenigvuldigd en burgers mondiger zijn geworden, maar die nationale politici hebben minder macht dan ooit. Veel macht is verschoven naar de Europese Unie en andere internationale fora. Maar daar is weinig transparantie en democratische controle op. Neem nu de Europees commissarissen. Heel weinig mensen weten wie dat precies zijn, terwijl zij wel cruciale beslissingen nemen.”

Provoost: “Ik wens dat meer mensen zouden inzien dat ondernemerschap uiteindelijk de bron is van alle welvaart en welzijn. En dat we met zijn allen beseffen dat we onze Vlaamse, Belgische en Europese welvaart en welzijn niet als vanzelfsprekend mogen beschouwen en het hoognodig is om weerwerk te bieden tegen de Amerikaanse Inflation Reduction Act, het economisch geweld van China, of de opgang van India straks. Laat ons dat ondernemerschap hoog in het vaandel dragen en na de verkiezingen een lans blijven breken voor wat echt noodzakelijk is in de samenleving, sociaal en economisch, wars van communautaire perspectieven, partijbelangen, doctrines en dogma’s.”

Albers: “Ik wens dat politiek en media ook kritisch naar zichzelf kunnen kijken. Dat we ons minder met de ‘pipigate’ en andere ballast gaan bezighouden en meer met de essentie. In breder perspectief wens ik dat er meer verbinders zouden opstaan. En ten slotte: dat we allemaal zouden beseffen dat alles wat hier gezegd is, zeer relatief wordt als we geen vrede en veiligheid kennen. En dat zal, vrees ik, de komende jaren alleen maar meer op de voorgrond treden.”

Contactpersoon

Sandy Panis

Content manager

imu - vzw - Uzbrussel
imu - vzw - Altez

Artikel uit publicatie