Skip to main content
Map
  • Nieuws
  • Permanente schade dreigt door tijdelijke koopkrachtillusie

Permanente schade dreigt door tijdelijke koopkrachtillusie

  • 16/06/2022

Door de overdreven focus op het kost wat kost vrijwaren van de koopkracht op korte termijn ondermijnen we ons economisch potentieel via een nieuwe loonhandicap. Om de koopkracht echt duurzaam te versterken zouden we beter focussen op ernstige structurele hervormingen.

Zowel de OESO, de Nationale Bank als premier De Croo bevestigden deze week dat zowel de koopkracht van de gezinnen als de concurrentiepositie van de bedrijven belangrijk zijn. Dat klopt uiteraard, en beide zijn veel nauwer met elkaar verbonden dan de voorbije weken bleek uit het publieke debat. Als de economie goed draait, vertaalt dat zich in sterkere koopkracht. Als de economie hapert, zal dat ook onvermijdelijk de koopkracht onder druk zetten. 

Overdreven focus op koopkracht

In de huidige inflatiecrisis ligt de focus bijna volledig op de koopkracht. De koopkracht op korte termijn werd door de regering zelfs uitgeroepen tot de absolute prioriteit. De gezinnen moeten zoveel mogelijk afgeschermd worden van de externe schok van de duurdere grondstoffen en energie die onze economie treft.

Anders dan in andere landen gebeurt die bescherming bij ons via de automatische loonindexering. Die zorgt er mee voor dat de bruto-uurlonen in ons land in 2022-2024 gemiddeld met 15% zullen stijgen. Over diezelfde periode zou de inflatie uitkomen op 12,5%.

Gemiddeld genomen blijft de koopkracht dus vrij goed overeind. Ondertussen voeren de vakbonden actie voor nog sterkere loonstijgingen, met o.a. een nationale betoging nu maandag. Ook het politiek debat gaat bijna uitsluitend over allerlei maatregelen om de koopkracht nog meer te ondersteunen.
 

Om de koopkracht echt duurzaam te versterken, komt het er vooral op aan om onze economie beter te doen draaien.

Bart Van Craeynest, hoofdeconoom Voka

Keerzijde van de koopkracht die overeind gehouden wordt via de indexering is dat de concurrentiepositie van de bedrijven onder druk komt. Bij onze buitenlandse handelspartners is er geen systeem van automatische loonindexering. Daar zullen vakbonden ook compensatie vragen voor de hogere inflatie, maar dat gebeurt via onderhandelingen waarbij ook rekening gehouden wordt met de moeilijkere economische omstandigheden.

De lonen stijgen dan ook duidelijk sneller in ons land dan in de buurlanden. Volgens de jongste vooruitzichten van de Nationale Bank zou dat verschil in 2022-2023 gemiddeld oplopen tot bijna 5%. Tegen die achtergrond zouden Belgische exportbedrijven de komende jaren zo’n 5,5% aan marktaandeel verliezen op de internationale markten. Dat gaat uiteindelijk ten koste van economische activiteit, jobs, koopkracht en algemene welvaart. Op die manier dreigt de huidige tijdelijke inflatieschok uit te monden in permanente schade aan onze economie.

Nu hervormen

Het is niet de eerste keer dat we via een kortzichtige focus op de onmiddellijke koopkracht ons economisch potentieel op lagere termijn ondergraven. Hetzelfde patroon volgden we in België ook in de jaren 70 (toen wel bij een veel grotere schok). Daarna duurde het meer dan 10 jaar om de economie terug op de rails te krijgen.

De duurdere grondstoffen zijn een schok waar we onmogelijk onderuit kunnen. Het is een illusie te denken dat die schok vanzelf verdwijnt door de factuur grotendeels bij de bedrijven te leggen. Die schok komt dan gewoon trager door via bedrijven die in moeilijkheden komen met de voor de hand liggende gevolgen voor investeringen, jobs en economische groei.

Enorm potentieel

Om de koopkracht echt duurzaam te versterken, komt het er vooral op aan om onze economie beter te doen draaien. Een nieuwe loonhandicap zal daar niet toe bijdragen, integendeel. Er is evenwel een enorme kans om onze economisch potentieel op te krikken via structurele hervormingen. Zo zou een beter werkende arbeidsmarkt onze economie echt versterken, wat zou resulteren in meer mensen aan het werk, meer groeimogelijkheden, meer koopkracht, minder armoede, …

Een duurzame versterking van de koopkracht op langere termijn via ernstige structurele hervormingen zou de absolute prioriteit moeten zijn, niet zozeer tijdelijke koopkracht die op langere termijn permanente economische schade met zich meebrengt.  
 

Contactpersoon

Bart Van Craeynest

Hoofdeconoom