De huidige toestand van onze overheidsfinanciën is eenvoudigweg onhoudbaar op langere termijn.
België staat er op budgettair vlak duidelijk zwakker voor dan de meeste andere Europese landen. En de tijd van Europese meegaandheid en extreem lage rentes die de budgettaire druk van de ketel hielden, loopt stilaan ten einde.
Volgens de jongste ramingen van de Nationale Bank zijn alle Belgische overheden samen in 2022 op weg naar een begrotingstekort van 21 miljard. Dat zou op zich geen probleem zijn, mocht dat te wijten zijn aan tijdelijke maatregelen om de coronacrisis of de energiecrisis op te vangen.
Maar er is meer aan de hand. Anders dan in de meeste andere Europese landen hebben we in België de jongste jaren niet enkel voor tijdelijke crisismaatregelen gekozen, maar ook belangrijke structurele uitgavenverhogingen beslist. Daardoor blijven wij ook na corona met een belangrijk begrotingstekort zitten.
.
De regering lijkt voorlopig vooral bezig met extra uitgaven, rond de opkuis van onze overheidsfinanciën blijft het opmerkelijk stil.
Bart Van Craeynest, Hoofdeconoom Voka
Volgens de Europese Commissie zou het totale Belgische begrotingstekort in 2023 (na de tijdelijke coronamaatregelen) uitkomen op 4,9% van het bbp. Het Europese gemiddelde zou minder dan de helft zijn (2,3%), en enkel Roemenië zou nog slechter doen dan België.
En de komende jaren valt er geen automatische verbetering te verwachten. Volgens het IMF zou het Belgische begrotingstekort bij ongewijzigd beleid in 2026 uitkomen op 5% van het bbp, het slechtste van alle industrielanden op de VS na.
En allicht blijft het daar niet bij. De vergrijzing duwt de pensioenuitgaven de komende jaren automatisch hoger. De minister van pensioenen lijkt ondertussen vooral bezig met daar nog extra uitgaven aan toe te voegen.
Daarnaast gaan er stemmen op voor extra middelen voor onderwijs, voor politie en justitie, voor het leger, voor armoedebestrijding. En ook de klimaat- en energietransitie zullen geld kosten, waarvan de overheid op z’n minst een deel op zich zal moeten nemen. De regering lijkt voorlopig vooral bezig met extra uitgaven, rond de opkuis van onze overheidsfinanciën blijft het opmerkelijk stil.
Onhoudbaar
De huidige toestand van onze overheidsfinanciën is eenvoudigweg onhoudbaar op langere termijn. Opnieuw volgens de Nationale Bank komt de totale overheidsschuld dit jaar uit op 107% van het bbp. Zelfs bij gunstige veronderstellingen over rente en groei klimt die schuld bij ongewijzigd beleid naar 200% van het bbp tegen 2070.
De Belgische overheden leken zich de voorbije jaren weinig zorgen te maken over de overheidsfinanciën. Dat was ingegeven doordat Europa haar budgettaire controle tijdelijk opgaf in het kader van de coronacrisis en door de extreem lage rentes. In beide gevallen zit er verandering aan te komen.
De budgettaire opvolging door Europa is niet permanent opgeschort. Ook al is er vandaag discussie over de oorspronkelijke criteria (de 3% en 60% voor tekort en schuld), zal op vrij korte termijn een vorm van budgettaire opvolging hernomen worden.
En anders dan in het verleden vaak het geval was, suggereren de huidige vooruitzichten dat België zich qua begrotingstekort niet langer zal kunnen verschuilen achter landen als Italië en vooral Frankrijk. Met een verwacht tekort van respectievelijk 4,3% en 3,5% van het bbp staan zij er op dat vlak beter voor dan België.
Ander renteklimaat
Nog belangrijker is evenwel dat het extreem lage renteklimaat stilaan op z’n laatste benen loopt. De combinatie van stevig economisch herstel, krappe arbeidsmarkten en hogere onderliggende inflatie verplicht centrale bankiers om eindelijk de bocht te nemen richting wat strakker monetair beleid.
Centrale banken in het VK, Noorwegen en Nieuw-Zeeland begonnen al met renteverhogingen, de Amerikaanse centrale bank volgt binnenkort. Het ziet er naar uit dat het nieuwe normaal na corona er één wordt met structureel (wat) hogere inflatie en hogere rentes dan we in de jaren voor corona gewoon waren.
De Belgische rente op 10 jaar klom het voorbije jaar met een vol procentpunt (van -0,4% naar 0,6%). Dat blijft laag, maar die opwaartse trend zal de komende jaren doorzetten. Een (iets) hogere rente is op korte termijn geen drama voor onze overheidsfinanciën. Door de lange looptijden van de uitstaande schuld komt de impact van de hogere rente maar langzaam door.
Maar een structureel hogere rente verandert wel de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op langere termijn. En ons daarop voorbereiden (via een lagere overheidsschuld), vergt ook jaren van volgehouden inspanningen.
Budgettaire inspanningen
De komende jaren zullen we sowieso gedwongen worden om budgettaire inspanningen te doen. Volgens sommigen kunnen we de tekorten makkelijk opvangen met extra belastingen.
Dat gaat voorbij aan het feit dat we vandaag al de hoogste belastingdruk van Europa hebben, en dat we die allicht niet meer substantieel kunnen verhogen zonder belangrijke economische schade. Bovendien komen we volgens het IMF tegen 2026 uit op totale overheidsuitgaven van 55% van het bbp, met voorsprong de hoogste onder de industrielanden.
Nu de economie zich duidelijk hersteld heeft van de coronacrisis is het dringend tijd om een strategie uit te werken om onze overheidsfinanciën terug op de rails te krijgen. De druk om dat te doen zal de komende jaren alleen maar toenemen.