Het niveau van de zorg in ons land is hoog. Om dat zo te houden, én om de betaalbaarheid ervan te verzekeren, moeten er wel wat noodzakelijke stappen gezet worden, vinden Koen Maertens (managing director van Oscare) en Melchior Wathelet (CEO van ZORGI). De uitkomst van zorg meten, objectieve data inzetten, met onmiddellijke reallife terugkoppeling in de praktijk, evolueren naar een patient centric systeem zijn enkele van hun voorstellen.

ZORGI betekent ‘zorg’ in het Esperanto. De organisatie van CEO Melchior Wathelet helpt ziekenhuizen bij hun digitale transformatie, met softwareoplossingen voor alle stappen van de zorgketen. “Van de opname van een patiënt en de facturatie, zorg en ondersteuning, apotheek, logistiek en financieel beheer tot business intelligence. Aan de hand van IT willen we de customer intimacy van patiënten bij het ziekenhuis vergroten”, klinkt het. ZORGI telt zo’n 350 medewerkers.
Oscare is een nazorg- en onderzoekscentrum voor brandwonden en littekens in Antwerpen. “In ons ambulant revalidatiecentrum behandelen we patiënten die brandwonden hebben opgelopen, of die littekens hebben na trauma of chirurgische ingreep”, zegt managing director Koen Maertens. “We proberen zo laagdrempelig, toegankelijk en betaalbaar mogelijk nazorg te verlenen binnen een multidisciplinaire context, zodat de patiënt maar één drempel over moet. Daarnaast zijn we ook een onderzoeksinstelling en opleidingsinstituut. De laatste pijler van onze werking is de preventie van brandwonden. Dat alles doen we op basis van onderzoek naar niet-invasieve, innovatieve behandelingen. Vandaar dat we nauw samenwerken met kenniscentra en de industrie.”
Reflectiekamer
Beide organisaties zijn lid van Voka Health Community. ZORGI heeft daar verschillende redenen voor, duidt Melchior Wathelet: “De meest voor de hand liggende is het netwerk. We geloven in de klankbordrol van de community. We ontmoeten er mensen uit de zorg, maar ook uit de publieke en uit de privésector. Als reflectiekamer is het netwerk dan ook superinteressant. De focus op de toekomst is een grote toegevoegde waarde.”
Koen Maertens kan zich daarin vinden: “Via Voka Health Community kunnen we beter inschatten wat er op ons afkomt, welke trends er spelen en hoe we die kunnen vertalen naar onze eigen organisatie. De brede blik – in plaats van de focus op onze eigen niche – laat ons toe over het muurtje te kijken naar andere actoren binnen het landschap van zorg en welzijn, zowel in de praktijk als op het vlak van beleid. Dat helpt ons om de organisatie futureproof te maken. En daarnaast is het van belang om een netwerk op te bouwen waarmee we van gedachten kunnen wisselen en ervaringen uitwisselen.”
“Alleen als we de uitkomst van zorg meten, zullen we kunnen evolueren naar een systeem met ‘pay for quality’ als uitgangspunt.”
Koen Maetens, Oscare
Patient centric systeem
Futureproof zijn, dat is voor de hele sector van welzijn en zorg een belangrijke uitdaging. Hoe kunnen we het niveau van de zorg stabiel houden én de zorg betaalbaar houden, zowel voor de patiënt als voor de maatschappij? Dat is volgens beide heren een zeer pertinente vraag. “Ik zie daarvoor 3 belangrijke voorwaarden”, vertelt Melchior Wathelet. “We moeten gaan naar een meer patient centric systeem, met samenwerking tussen alle actoren. Daarnaast moeten we de digitalisering versnellen. En ten derde moet het aantrekkelijker worden om in de zorg aan de slag te gaan.”
Koen Maertens pikt in: “In dat licht denk ik dat het noodzakelijk zal zijn om de kwaliteit van de uitkomst van zorg te monitoren. Want er zijn wel middelen, maar ze worden niet altijd even goed ingezet. Er is een oefening nodig rond de besteding van overheidsmiddelen en eventuele efficiëntiewinsten. Ik ben ervan overtuigd dat we op die manier middelen kunnen vrijmaken voor innovatie en digitalisering. Een andere uitdaging is om te evolueren naar geïntegreerde zorg, met minder versnippering binnen en over de lijnen heen. Ook preventie is voor mij een speerpunt.”
De uitkomst van zorg meten, daarvoor is evidence nodig. “Alleen zo zullen we kunnen evolueren van een ‘pay for service’-systeem naar een systeem met ‘pay for quality’ als uitgangspunt”, klinkt het. Melchior vult aan: “Iedereen is het erover eens dat we naar een systeem moeten gaan waarbij financiering en kwaliteit hand in hand gaan, maar niemand is bereid om te veranderen. Als je geen incentive geeft om te veranderen, beweegt het systeem niet”, vult Melchior aan. “Een kwestie van politieke moed”, vindt Koen.
“Technisch gezien zijn er nu al heel veel mogelijkheden, maar om met data écht toegevoegde waarde te creëren, moeten de spelregels duidelijk gedefinieerd worden.”
Melchior Wathelet, ZORGI
Patiënt als actieve stakeholder
Data zijn niet alleen cruciaal om de resultaten van zorg te meten, maar kunnen ook een rol spelen in de evolutie naar een meer patient centric systeem. “Op dit moment is de patiënt geen actieve stakeholder: we doen het wel voor hem maar niet samen met hem”, vindt Koen. “IT kan een middel zijn om de patiënt meer actor te maken van zijn eigen gezondheid. Maar daarvoor moet eerst de manier van werken veranderen. Want IT is niet: hetzelfde doen met de computer in plaats van op papier. Anders zal IT altijd als een last gezien worden in plaats van als een opportuniteit. Dat change aspect is superbelangrijk. Bovendien kunnen we die digitale omslag laten samengaan met het aanscherpen van gezondheidsvaardigheden, anders dreigt er een nog grotere kloof te ontstaan.”
Om de beschikbare data volop te valoriseren, moet de overheid eerst een duidelijk kader scheppen, klinkt het bij Melchior. “Technisch gezien zijn er nu al heel veel mogelijkheden, maar om er écht toegevoegde waarde mee te creëren, moeten de spelregels duidelijk gedefinieerd worden. Pas als aan die voorwaarde voldaan is, kunnen privébedrijven de best mogelijke systemen op de markt zetten.”
Ontdek hier de visie van onze andere "Toekomstdenkers 10 jaar Voka HC".