Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Molymet kan niet meer zonder arbeidsmigratie van buiten Europa

Molymet kan niet meer zonder arbeidsmigratie van buiten Europa

  • 21/03/2024

Molymet Belgium rekruteert tot in Marokko, maar botst op administratieve problemen voor werk- en verblijfsvergunningen.

 

HR-manager  Krista De Baerdemaeker en Vice President Operations Europe Godfried Van Schuylenbergh van het Gentse Molymet Belgium.

 

 

Tekst Sabine Van Damme – foto Nathalie Dolmans

“Het is niet dat we niet in eigen stad, in eigen regio, in eigen land of zelfs in Europa hebben gezocht. We vinden gewoon onvoldoende werkkrachten, en al zeker geen technische profielen. Voor Godfried Van Schuylenbergh, Vice President Operations Europe bij Molymet Belgium en voor Krista De Baerdemaeker, HR-manager bij hetzelfde bedrijf, is het meer dan duidelijk: zonder buitenlandse arbeidskrachten gaat onze economie in de toekomst sputteren. “Nu al dreigt onze productie stil te vallen in de zomer, als onze werknemers verlof willen opnemen. De administratieve last rond arbeidsmigratie moet dringend vereenvoudigen”, zeggen ze in koor.

Molymet Belgium ligt aan de Langerbruggekaai in het Gentse havengebied en is Europees marktleider in de productie van molybdeen (Mo), een grondstof die haar nut bewijst in tal van innovatieve producten, van roestvrij staal tot smartphones. In dit bedrijf, dat tot de chemische sector behoort, werken om en bij de 165 mensen. Maar om dat personeelsbestand op peil te houden, moet het bedrijf hemel en aarde bewegen. In de eerste helft van 2023 waren er liefst 30 vacatures in te vullen. “Dat is niet alleen in ons bedrijf zo, geschikt personeel vinden wordt steeds meer één van de belangrijkste bekommernissen van de Vlaamse ondernemers. Specifiek voor ons gaat het om techniekers zoals mecaniciens en elektriciens waar er een schrijnend tekort aan is. Wij staan op jobbeurzen, staan constant in contact met hogescholen en technische scholen. Jongeren in het technisch onderwijs zijn vaak al aangeworven voor ze zijn afgestudeerd. Het zijn dikwijls de grote, gekende namen die ermee aan de haal gaan. Onze naam en ons product zijn minder bekend bij de studenten”, vertelt Godfried.

Wachten op papieren

“Elders rekruteren is dus een belangrijke optie in het rekruteringsproces, want we hebben uiteraard wel volk nodig. Om onze knelpuntvacatures ingevuld te krijgen, zijn we genoodzaakt om buiten België, en zelfs buiten Europa, te zoeken. VDAB staat ons daarin bij. Zo konden we drie mensen aanwerven in Casablanca (Marokko). Maar dan botsen we op een volgend probleem: administratie. De drie Marokkaanse mensen kregen hun contract in augustus ’23, maar nog steeds zijn hun papieren niet in orde. Zij hebben een ‘single permit’ nodig, dat is een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning. Niet alleen is het een hele rompslomp om zo’n vergunning aan te vragen, het duurt ook allemaal veel te lang. In principe bedraagt de behandelingstermijn van zo’n dossier 4 maanden – wat al lang is – maar er is bovendien een achterstand, waardoor het al snel 6 maanden wordt. Dat betekent: wachten. Onze nieuwe werkkrachten hebben een job in Marokko, maar durven daar hun opzeg niet te geven zolang ze geen zekerheid hebben over hun papieren hier. Dus pas als ze die single permit krijgen, geven zij in hun land hun ontslag en start hun opzegperiode daar. Nog meer wachten dus. Nu al weten wij dat het krap wordt deze zomer. En dat onze continuïteit in gevaar komt, omdat mensen verlof willen nemen. Openstaande vacatures worden niet snel genoeg ingevuld. En als we dat wel proberen, zoals nu met de Marokkaanse collega’s, duurt de procedure om ze hier te krijgen zò lang dat ze niet meer tijdig opgeleid raken.”

Bij het aanwerven van buitenlandse werkkrachten komt trouwens nog veel meer kijken. “In onze voorwaarden stond eerst dat onze werkkrachten het Nederlands machtig moeten zijn, dat is intussen uitgebreid naar Nederlands òf Frans òf Spaans òf Engels. We hebben een aantal tweetalige mensen hier, om de nieuwkomers te begeleiden. De buitenlanders die hier starten, krijgen op het werk Nederlandse les. Bovendien moeten wij als bedrijf zelf de nieuwe werkkrachten begeleiden in hun zoektocht naar een geschikte woning, zodat ze zich hier kunnen vestigen en zich hier welkom voelen. Daarbij moet ook rekening gehouden worden met de nabijheid van scholen, want uiteraard verhuizen zij met hun gezin.”

Een ander gevolg is dat de ploegen bij Molymet héél divers zijn, met verschillende culturen door elkaar. Dat maakt vooral de opleidingsperiode uitdagend. “We werken aan een buddy-systeem, om de integratie te vergemakkelijken. Onze HR-afdeling is uitgebreid met een collega die permanent bezig is met diversiteit en inclusie. In ons bedrijf hebben we intussen - naast uiteraard Belgen - al 13 verschillende nationaliteiten in dienst.”

Nieuwe arbeidsmigratiegolf 

Bij Molymet weten ze dat rekrutering buiten Europa de eerstvolgende jaren noodzakelijk blijft. “Als je de demografische curve ziet, weet je dat het de komende jaren alleen maar erger wordt. Er zijn extra mensen nodig om onze economie draaiende te houden. We staan voor een nieuwe arbeidsmigratiegolf in Europa. Dat brengt zeker uitdagingen met zich mee, maar we moéten die piste exploreren. Met de mensen die we in Marokko aangeworven hebben, houden we nu online contact via Teams. Om hen betrokken te houden, maar ook om hen zo al de basis van het Nederlands bij te brengen.”

Of er echt geen andere opties zijn? “We hebben alles geprobeerd, we hebben zelfs bij de geregulariseerde asielzoekers gezocht. Maar wie wil werken en min of meer de juiste attitude heeft, vindt onmiddellijk een job. We hebben nu een Palestijnse man aangeworven die zich in Libanon bevindt, maar ook daar is het wachten op papieren. Enkel Oekraïners kunnen we vlot aan het werk zetten, omdat voor hen een speciaal statuut is uitgewerkt. Maar ook voor andere nationaliteiten is het noodzakelijk dat de procedure vlotter loopt. We vragen de overheidsinstanties dan ook om dringend actie te ondernemen om de administratieve last rond arbeidsmigratie te vereenvoudigen, zéker voor de knelpuntberoepen.”

Artikel uit publicatie