De administratieve traagheid zadelt onze bedrijven met een concurrentieel nadeel op in de strijd om talent.
Zonder arbeidsmigratie redden we het niet. Het volstaat naar de cijfers van de in- en uitstroom te kijken op onze arbeidsmarkt: it’s the demography, stupid. Als we een gelijkaardige economische groei zoals in de voorbije 20 jaar willen realiseren met een gelijkaardige jobcreatie, dan zullen de komende 20 jaar in Vlaanderen bijna 700.000 extra werkenden nodig zijn. En daarvoor is arbeidsmigratie absoluut noodzakelijk. Kat in bakkie.
Vlaanderen flirt immers stilaan met full employment. Zeker, er zijn nog 800.000 niet-actieven op actieve leeftijd en zoveel mogelijk activering van die groep moet hoog op de agenda staan, maar de mogelijkheden op dat vlak zijn niet eindeloos. Een belangrijk deel van het antwoord zal moeten komen van verdere digitalisering en automatisering.
Maar ook arbeidsmigratie zal gelet op de nijpende vraag zeker een bijdrage moeten leveren. Het is dus zaak voor de volgende regeringen om in te zetten op EN activering, EN langer werken, EN interregionale mobiliteit, EN automatisering en digitalisering, EN dus ook op vlottere arbeidsmigratie. Het krampachtig vasthouden aan het concentrisch model is achterhaald. Hic et nunc is het een en-en-verhaal.
Onzekerheden en vertragingen
Kat in bakkie, zou u denken? Niets is zo eenvoudig als het lijkt. Laat migratie vandaag nu net een zwaarbeladen thema zijn. Ook al omdat alles op één hoop wordt gegooid: "economische migratie, vluchtelingenimmigratie, illegale migranten, … " Dat maakt dat de Vlaamse beleidsmakers in een kramp schieten.
Neem nu de specifieke lijst van middengeschoolde knelpuntberoepen voor arbeidsmigratie. Beroepen die daarop figureren worden vrijgesteld van bijkomende tijdrovende procedures. De vorig jaar herziene Vlaamse lijst van middengeschoolde beroepen topt echter af op nog geen 30 functies, waar de sociale partners er een 70-tal adviseerden.
Bovendien scherpt het recent herziene ‘migratiebesluit’ het Vlaamse deel om een ‘single permit’ (gecombineerde werk- en verblijfsvergunning) te bekomen nog eens gevoelig aan, met alle mogelijke onzekerheden en extra vertragingen.
Concurrentieel nadeel
Vlug gaat het verkrijgen van een single permit al helemaal niet. De te lange doorlooptijd kan oplopen tot 2 à 3 maanden bij de (Vlaamse) Dienst Economische Migratie (DEM) en daarbovenop nog eens tot 8 à 10 weken bij (federale) Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Aldus schurken onze termijnen zich aan tegen het maximum van 4 maand voorzien in de Europese richtlijn, of overschrijden ze deze zelfs.
Deze trein der administratieve traagheid solfert onze ondernemingen aldus op met een concurrentieel nadeel tegenover onze snellere buurlanden in de strijd om talent binnen te halen.
Sneller, simpeler en slimmer
In deze tijden van knellende krapte is er daarentegen nood aan een robuust economisch actief migratiebeleid waarbinnen in een wereldwijde wedloop om talent, onze Vlaamse arbeidsmarkt zich op de kaart moet kunnen zetten. Het kan en moet ‘sneller, simpeler en slimmer’.
Sneller, door een single permit uit te reiken binnen de drie weken. Laat DEM en DVZ daarom zo veel mogelijk parallel werken in plaats van serieel na elkaar.
Hou het daarom simpel. Maak de wetgeving niet complexer, integendeel. Een knelpunt is een knelpunt. Neem idealiter dan ook de algemene VDAB-knelpuntenlijst als basis om vlotter internationaal talent aan te trekken. Herwerk minstens de methodologie voor de specifieke lijst overeenkomstig het advies van de sociale partners waardoor deze lijst minder selectief wordt en beter aansluit op de arbeidsmarkt. De lijst moet ook voor korter geschoolde knelpunten worden opengesteld. Bedrijven storten zich echt niet voor hun plezier in verre buitenlandse wervingsavonturen als ze naast de deur kunnen aanwerven.
Werk ook aan slimme procedures, met snelwegen voor trusted companies. Trouwens, waarom blijft de bestelde studie hierover in de lade van de minister steken?
Ontdek hier nog meer Voka verkiezingsvoorstellen.