Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • Louis Jonckheere, Wintercircus : "Als ik me ergens voor engageer, is het alles of niets."

Louis Jonckheere, Wintercircus : "Als ik me ergens voor engageer, is het alles of niets."

Voka nationaal Oost-Vlaanderen
  • 03/02/2025

Jarenlang bouwde Louis Jonckheere (40) als techondernemer vanuit Silicon Valley aan een multinational. Vandaag leidt hij de Gentse hotspot en techhub Wintercircus. Zijn overstap kwam er na een periode van bezinning. “Je eigen zaak is als je kind. Als ouder ben je maar zo gelukkig als je meest ongelukkige kind.” Een gesprek over de weg die hij al afgelegd heeft en het pad dat nog voor hem ligt.

In de lente van 2023 vond Louis Jonckheere de job van zijn leven. “Als vriendjes van onze kinderen vragen wat hun papa doet, antwoorden ze: ‘Circusdirecteur!’” De CEO van het Gentse Wintercircus lacht aanstekelijk. “Het is hier ook een echt circus”, zegt hij. “Van bij de start wilden we niet dat dit een plek zou worden waar er maar één activiteit plaatsvindt. Wintercircus moest zoveel meer zijn dan louter kantoorruimte voor bedrijven. Naast intensief begeleide start-ups tref je hier horeca aan, vele vormen van cultuur en een state-of-the-art concertzaal. Als ‘circusdirecteur’ is het mijn taak om van Wintercircus een goeddraaiend bedrijf te maken dat zelfbedruipend is. We ontvangen geen subsidies, maar worden aangestuurd door een commercieel gedreven vennootschap. Wat wil zeggen dat we winst nastreven. Die zal vervolgens opnieuw geïnvesteerd worden in projecten met impact.” 
 

 

Nog niet zo lang geleden runde je als ondernemer en medestichter van Showpad vanuit Silicon Valley een techbedrijf dat internationaal actief is. Waarom ruilde je die internationale ambitie in voor Gent? 

Louis Jonckheere: “Veertien jaar geleden richtte ik samen met Pieterjan Bouten en Jeroen Lemaire hier in Gent de digitale productstudio In The Pocket op, dat mobiele toepassingen voor bedrijven bouwt. De intussen door zowat iedereen gebruikte apps It’s Me en Payconiq zijn door ons gemaakt. Dat eerste jaar bij In The Pocket groeide bij mij en Pieterjan het idee voor de bouw van een alomvattende digitale verkoopstool voor tablets en computers. In 2011 hielden we samen Showpad boven de doopvont en ons bedrijf groeide uit tot een internationaal succes, met bijna honderd miljoen euro omzet en 600 medewerkers. 

Ruim de helft van de omzet draait Showpad in Amerika. Ook de helft van het team woont in de VS. Het bedrijf is vandaag half Amerikaans en half Europees. Ik werkte met hart en ziel aan dat project. Zo zit ik in elkaar: als ik me ergens voor engageer, is het alles of niets. Maar na dertien jaar als CEO van Showpad werd dat alles wel héél veel. Zo was er het vele reizen met het continue aanpassen aan andere tijdzones. Er was ook de nooit aflatende druk om die succesvolle scale-up nóg verder uit te bouwen. Op een bepaald moment kon ik dat gewoon niet meer volhouden. 

Het besef groeide dat ik misschien wel iets anders wou. Twee jaar geleden besloot ik bij Showpad op de pauzeknop te drukken om een sabbatical van een half jaar te nemen. Ik deed mijn job nog altijd graag, maar ik voelde de toenemende vermoeidheid.” 

Je was op weg naar een burn-out? 

“Ja. Ik had een heel slechte levensstijl, at ongezond, had een broertje dood aan sporten en werkte véél te hard. Tijdens mijn sabbatical zette ik alles op een rij. Ik was het reizen beu en verlangde naar een lokaal project. Toen kwam het Wintercircus op mijn radar.”

Silicon Valley is een keiharde wereld met enorme risico’s voor een Belgische start-up? 

“Het water stond er ons meerdere keren aan de lippen. Een start-up heeft 99 procent kans om te mislukken. De kansen op succes zijn dus miniem en de risico’s torenhoog. Met Showpad pakten we het vanaf dag één heel on-Belgisch groots aan: we trokken snel naar Amerika en haalden in een vliegende vaart kapitaal op. 

Het product van Showpad doet het goed als de economie in de lift zit. Want dan investeren bedrijven volop in sales en marketing. Die ups zijn fantastisch, maar als het macro-economisch wat slechter gaat, volgen de downs, en die kwamen soms hard aan. We zagen een paar keer lelijk af, zeker in het begin. Na verloop van tijd leerden we daar beter mee omgaan. 

Als stichter ontwikkel je een heel persoonlijke band met je bedrijf. Als het slecht gaat met je levenswerk, gaat het ook niet goed met jou. Dat mocht ik zelf ervaren. Je eigen zaak is als je kind, en als ouder ben je maar zo gelukkig als je meest ongelukkige kind.”

Erg gezond is het niet als je geluk te sterk begint af te hangen van je werk? 

“Nee, dat is niet gezond. Inmiddels heb ik meer jaren op de teller en kan ik beter relativeren. Maar in de beginjaren van Showpad voelde dat allemaal zeer persoonlijk. Louis en Pieterjan waren Showpad en Showpad was Louis en Pieterjan. Alles wat verkeerd liep, namen we op ons. 

Eerlijk gezegd blijft dat de aard van het beestje. Ik merk dat het nu bij Wintercircus ook soms zo is: succes geeft me vleugels en negatieve feedback raakt me persoonlijk. Wat positief kan zijn, want dat gevoel geeft me ook die drive om actie te ondernemen, naar oplossingen te zoeken en beter te worden. 

Toch is er een groot verschil met de jaren in Silicon Valley: vandaag onderneem ik in Wintercircus met meer zelfvertrouwen, een grotere ervaring, ruimere kennis en een uitgebreider netwerk. Maar ook met een gezonde levensstijl. Want dat pakte ik de laatste jaren sterk aan: regelmatig sporten is heilig voor mij, ik eet gezond en drink minder alcohol dan vroeger. Ik voel me nu energieker dan ooit tevoren.”

“Succes geeft me vleugels en negatieve feedback raakt me persoonlijk.”

Louis Jonckheere

Van Silicon Valley naar Gent was ook een beetje thuiskomen voor jou? 

“Ik ben geboren en getogen in de Gentse wijk Meulestede. Mijn moeder was kok in een rusthuis van het OCMW. Mijn vader is altijd zelfstandig ondernemer geweest. Hij is een avonturier, doorzwom verschillende waters en baatte lang kunstgalerieën uit. Die prikkel om te ondernemen, komt van hem. Tijdens mijn rechtenstudies in Gent startte ik mijn eerste bedrijfje, huureenkaraoke.be. Ik programmeerde een website, kocht samen met een vriend tien karaokesystemen en verhuurde die. Vier jaar lang.” 

Je was de ‘King of Karaoke’? 

“Dat was exact de bijnaam die ik van mijn vrienden kreeg: de Karaoke King (lacht). Als jongen van een jaar of tien droomde ik ervan om advocaat te worden. In tv-series zag ik advocaten pleiten en ik wou in hun voetsporen treden. Maar na het tweede jaar rechten werd me duidelijk: de advocatuur is niets voor mij. Ik werkte mijn studies af en voelde hoe de drang om te ondernemen allesoverheersend werd. 

In het middelbaar koos ik de richting informatica. Ik moest een computer kopen, maar mijn ouders hadden daar de middelen niet voor. ‘Je zal er zelf voor moeten gaan werken’, zeiden ze. Wat ik ook deed. Van in het vierde middelbaar begon ik te programmeren. Zo raakte ik steeds meer in de ban van het digitale. Ik bouwde websites en kon in 2009 aan de slag bij het Gentse bedrijf Netlog als ‘strategic partnerships manager’.” 

In die tijd was Netlog toch big business? 

“Als sociaal medium was Netlog héél groot. Later vervelde het tot datingapp en werd het verkocht aan Meetic, de onderneming achter Tinder. Het team dat de boel draaiende houdt, zit nog steeds in Gent. 

Toen ik er begon, was Netlog met honderd miljoen gebruikers groter dan concurrent Facebook. Maar Facebook haalde vlot honderden miljoenen dollars aan kapitaal op, waar Gent niet kon tegen blijven opboksen. 

Pieterjan Bouten werkte ook bij Netlog. In 2007 kwam de eerste iPhone op de markt. Wereldwijd begon de markt voor mobiele websites, voor apps, te bloeien. Alleen België bleef achter; smartphones werden bij ons niet meteen een groot succes. Maar Pieterjan en ikzelf zagen in het buitenland een voorafspiegeling van de toekomst in België. In 2010 vertrokken we bij Netlog om samen In The Pocket op te starten. In ons allereerste businessplan schreven we dat smartphones onze manier van communiceren ingrijpend zouden veranderen. Net als onze manier van werken, media consumeren en spelletjes spelen.

Vijftien jaar geleden was er bij ons vooral angst voor de ‘digitale disruptie’. 

“‘Disruptie’ was toen het buzzwoord. Die vond niet van de ene op de andere dag plaats, maar spreidde zich over een langere periode. Zo verliep de overschakeling van gedrukte naar digitale media de voorbije vijftien jaar geleidelijker dan eerst gevreesd werd. De meeste mediabedrijven kregen de tijd om zich goed voor te bereiden. Vandaag staan we aan de vooravond van een nieuwe disruptiegolf als gevolg van artificiële intelligentie. Ik vraag me af hoe die AI-ontwrichting nu zal plaatsvinden. Minder overrompelend dan sommigen voorspellen, vermoed ik, maar wel sneller dan de omwenteling door de smartphone.” 

Je ziet het wel als een cruciale factor, want één van de voorwaarden voor start-ups die in Wintercircus aan de slag willen, is dat ze AI omarmen?

“We plaatsen AI doelbewust centraal omdat we met bedrijven willen samenwerken die de potentie hebben om succesvol, groot en goed te worden. Een technologiebedrijf kan vandaag geen strategie op lange termijn hebben zonder duidelijke AI-component. Want AI heeft de wereld van de software grondig veranderd. 

Nuclivision is een van die beloftevolle bedrijven die wij onderdak bieden. Met behulp van AI ontwikkelen zij een technologie die scanonderzoek bij kankerpatiënten comfortabeler maakt. Nu moeten patiënten eerst ingespoten worden met ongezond radioactief materiaal voor ze onder de scan gaan. De software van Nuclivision maakt kwaliteitsvolle scans mogelijk waarbij patiënten veel minder schadelijke stoffen in hun lichaam krijgen.” 

Eerder dit jaar won de ‘godfather van de AI’ Geoffrey Hinton de Nobelprijs fysica. In 2023 verliet hij Google omdat hij wilde waarschuwen voor de gevaren van AI. Deel je zijn zorgen? 

“Ik begrijp zijn bezorgdheid heel goed en ik verwacht dat nog meer mensen afstand zullen nemen van AI. Oprah Winfrey interviewde onlangs Sam Altman, de CEO van OpenAI. Zij vroeg hem hoe de wereld er onder invloed van AI binnen tien jaar zal uitzien. Ze had waarschijnlijk een helder antwoord van Altman verwacht, maar hij zei: ‘Ik weet het niet.’ Hij vertelde dat we op het punt afstevenen waarop AI zichzelf verder zal ontwikkelen. Wat als consequentie heeft dat we die technologie niet langer onder controle zullen hebben.” 

Dat klinkt redelijk beangstigend. 

“Het is dubbel: aan de ene kant zullen onze problemen van morgen opgelost worden dankzij AI, maar aan de andere kant creëert AI er wellicht nieuwe bij. Ik blijf geloven dat technologie oplossingen zal leveren voor de grote problemen in onze samenleving, inclusief voor ons grootste probleem: de klimaatverandering. AI-technologieën zullen ons helpen om efficiënter te produceren en ertoe bijdragen dat onze CO2 -uitstoot afneemt. 

In onze westerse samenleving staat de productiviteit onder druk, met minder mensen die actief zijn op de arbeidsmarkt. Misschien kan in de toekomst technologie voor de broodnodige productiviteitswinst zorgen zodat we onze welvaartstaat in stand kunnen houden en helpen groeien. Binnen een jaar of tien werken fabrieken door de combinatie van robotten en AI zo goed als autonoom. Waar nu nog 10.000 werknemers aan de slag zijn, zal er dan geproduceerd worden met pakweg 100 werknemers.” 

Veel mensen halen zin uit hun werk. Vrees je niet voor nieuwe maatschappelijke problemen zoals eenzaamheid en isolement wanneer die 9.900 ontslagen werknemers thuis met hun vingers zitten te draaien? 

“De industriële en technologische revoluties van de 19e en 20e eeuw leren ons dat het vuile werk en de gevaarlijke handenarbeid gaandeweg overgenomen werden door machines. Ik vind dat fantastisch én hoopgevend. De kwaliteit van leven ging er zo alleen maar op vooruit. Er ontstonden nieuwe jobs en dat zal nu ook gebeuren, maar misschien niet voldoende, al zal onze levenskwaliteit er nóg meer dan ooit op vooruitgaan. 

Voor veel mensen is zingeving gekoppeld aan werk; ze willen meerwaarde helpen creëren en een concrete bijdrage leveren. Ik deel de bezorgdheid: de komende decennia zullen we moeten nadenken en debatteren over hoe mensen in deze snel veranderende wereld een zinvolle invulling aan hun bestaan kunnen geven. Sommige landen lichten nu al een tip van de sluier over hoe onze toekomst er zou kunnen uitzien.” 

Zoals? 

“Het beste voorbeeld is Zuid-Korea, waar de digitalisering zowat het sterkste van de hele wereld is doorgevoerd. De smartphone, het internet en elektrische auto’s zijn er alomtegenwoordig. Zuid-Korea is niet voor niets het land van Samsung en Hyundai. Het is superinnovatief en uiterst geavanceerd. Ik was er niet zo lang geleden en zag hoe zij volop bezig zijn met het automatiseren van hun fabrieken. In de hoofdstad Seoel testen ze ook het vervoer van mensen in de lucht met grote volautomatische drones, zonder piloten achter de stuurknuppel. Op technologisch vlak is Zuid-Korea het neusje van de zalm. Tegelijkertijd is het een van de meest ongelukkige samenlevingen ter wereld met de hoogste zelfmoordcijfers. Het geboortecijfer zakt er in elkaar, met in 2023 het laagste cijfer ooit van 0,72 per vrouw. In 2015 bedroeg dat nog 1,24. Om de bevolking op peil te houden, is een cijfer van 2,1 het minimum. Ik zeg niet dat technologie de enige oorzaak is van die dramatische toestand, maar ze speelt wel een grote rol. De Zuid-Koreaanse tieners en twintigers van vandaag hebben veel minder nood aan écht sociaal contact dan vorige generaties. Ze leven online. Eigenlijk zitten we in een groot experiment, want ons brein is niet gemaakt om continu om te moeten gaan met de korte prikkels van de smartphone. Dat werkt verslavend.” 

Volgens de Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt veroorzaken de smartphone en sociale media een mentale gezondheidscrisis onder jongeren. Hij pleit voor een radicaal verbod voor kinderen.

"Mijn kinderen zijn 9 en 8, hebben nog geen gsm en ik wil dat graag zo houden. De afspraak is dat ze er een krijgen na hun twaalfde verjaardag. Sommige klasgenootjes hebben er wel al een, waardoor het sociaal leven van de klas online doorleeft na de schooluren. Kinderen zonder telefoon voelen zich daarom soms uitgesloten. Net als Jonathan Haidt maak ik me daar zorgen over. Want depressies en eetstoornissen bij tieners komen niet zomaar uit de lucht vallen. We kunnen ze linken aan sociale media en aan isolatie als gevolg van de verslavende smartphone. 

Er moet dringend nagedacht worden over hoe we dit grote experiment dankzij regelgeving in veiliger banen kunnen leiden. Steeds meer scholen beslissen nu al om de telefoon op school te verbieden. Ik juich dat toe, want al te vaak is de speelplaats geen sociale ontmoetingsplaats meer, maar een plek waar jongeren zonder opkijken op hun gsm zitten tokkelen.” 

De verhouding technologie versus ons welzijn is een thema waar je je duidelijk voor engageert? 

“Als we er als samenleving in slagen om de noodzakelijke correcties door te voeren, blijft technologie onze beste sleutel op de toekomst. Met Wintercircus willen we daar ons steentje toe bijdragen. We zijn techno-optimisten: wij geloven dat technologie de maatschappij beter kan helpen maken. We geloven in innovatie, maar zijn niet naïef. Wintercircus wil een plek zijn die technologie dichter bij de mensen brengt, maar die ook de duistere kant van technologie bespreekbaar wil maken. Bij Wintercircus steken we onze koppen niet in het zand.”

imu - vzw - opt
imu - vzw - slimstock

Artikel uit publicatie

Jobat
Soundfield
Deloitte Private
XL Group
Banque de Luxembourg Belgium
ING
Logo Mensura
Orange
Logo SD Worx