Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Industrieel beleid mag niet alleen een zaak zijn van Europa

Industrieel beleid mag niet alleen een zaak zijn van Europa

  • 07/02/2023

Gezien het belang van de industrie voor Vlaanderen moet dit ook deel uitmaken van de beleidsplannen van onze toekomstige regeringen.      
 

Eind deze week blazen de Europese staats- en regeringsleiders verzamelen in de Europawijk in Brussel. Op de agenda: de nood aan een Europees, industrieel beleid om zo de duurzame transitie in Europa te versnellen. Vlaanderen en België dienen hier een actieve rol in op te nemen en de juiste accenten te leggen. 

Sturend industrieel beleid is helemaal terug, dit deels uit noodzaak als reactie op beleidsplannen in andere landen maar ook om de duurzame transitie te versnellen. Zoals in dit artikel toegelicht, kwam de Europese Commissie op de proppen met een nieuw industrieel plan. Dit plan bestaat uit vier pijlers die, wanneer correct uitgevoerd, kunnen leiden tot een versnelling en verankering van de industrie in Vlaanderen en Europa. 

Duurzaamheidsrace

De focus van Europa ligt voornamelijk op het stimuleren van de cleantech-industrie om zo voorop te blijven in de duurzaamheidsrace – die in alle hevigheid is uitgebroken. Europa behoort tot één van de duurzaamste economieën ter wereld en loopt voorop qua regelgeving, in het kader van de Green Deal. 

Maar er moet nu ook proactief en positief worden gereageerd zodat we deze voorsprong behouden, en dit niet louter via regulerende kaders. Een actieve focus vanuit de EU kan potentieel worden toegejuicht, zeker wanneer ook wordt ingezet op toekomstgerichte O&O en het een écht Europees antwoord wordt – en geen optelsom van 27 nationale antwoorden via nationale subsidies.

Dit laatste is een zeer belangrijk punt voor Vlaanderen. Tijdens de energiecrisis werd duidelijk dat de implementatie van energiesteun voor bedrijven binnen het Europese temporary crisis framework zeer ongelijk verliep. Zo namen Frankrijk en Duitsland het leeuwendeel van de steun voor hen, wat ervoor zorgde dat er ook binnen Europa een ongelijk speelveld ontstond. Nu de Europese Commissie in het kader van het industrieel beleid dit staatssteunkader hervormt tot een temporary crisis and transition framework, geldt deze bezorgdheid des te meer. Een subsidieopbod met focus op eigen nationale kampioenen moet absoluut worden vermeden. 

Ten slotte moeten alle pistes complexloos worden onderzocht, Europese financiering mag niet bij voorhand worden uitgesloten. Een vereiste hierin is echter dat dit zo simpel mogelijk wordt vertaald. In die simpliciteit ligt bijvoorbeeld net ook de sterkte van het Amerikaanse antwoord. In tijden van grote veranderingen mag administratie geen dwarsliggende factor worden door ellenlange subsidieprocedures.

3 pistes

Een industrieel beleid is echter maar één oplossing in het verhaal. De focus mag niet enkel naar de nieuwe cleantech industrie gaan. Minstens drie andere pistes moeten de komende maanden ook worden uitgewerkt: 

- Ten eerste moeten we de bestaande industriële basis ondersteunen in haar pad naar klimaatneutraliteit in 2050. De Europese Commissie maakt hier gewag van in haar plannen, maar hier ligt ook een grote opdracht voor de Vlaamse en federale regeringen. Heel wat hangt immers ook samen met het verlenen van vergunningen voor het vergroenen van bestaande industriële installaties. Een (Europees?) antwoord is hier broodnodig om de ingeslagen weg te kunnen afwerken. 

- Ten tweede vieren we dit jaar ‘dertig jaar interne markt’. Die interne markt vormt de hoeksteen van het Europese industriële beleid en heeft ervoor gezorgd dat Vlaams bedrijven vlot de grenzen kunnen oversteken naar andere lidstaten. Ook vandaag is die intra-Europese export met voorsprong het belangrijkste aandeel in de totale Vlaamse export. Hoewel het minder aandacht krijgt in de plannen, is het verdiepen van deze interne markt een absolute noodzaak – denk bijvoorbeeld aan een interne markt voor diensten en data, maar ook het vinden van kapitaal. Dit geldt des te meer voor een economie die meer en meer wordt gedefinieerd door start- en scaleups. 

- Ten derde moet handel weer de plaats krijgen die het verdient: bovenaan de agenda. Waar de laatste jaren ferm werd geïnvesteerd in het creëren van een arsenaal aan defensieve handelsinstrumenten, moeten handelsakkoorden nu weer prioriteit krijgen. Ze zorgen voor verlaagde barrières, extra groei en samenwerking tussen partners. Maar dat niet alleen, ook in het licht van de kritische materialen die nodig zijn voor de transitie zullen we deze partners nodig hebben. 

Toekomstige regeringen

Zoals hierboven aangehaald is industriebeleid dus helemaal terug. Vlaanderen moet zich dan ook maximaal inwentelen binnen de Europese initiatieven, terwijl zowel de federale als de Vlaamse regering maximaal in de faciliterende voorwaarden moet voorzien. De focus moet hier liggen op competitieve energie - en loonkosten, een stabiel en voorspel fiscaal beleid en tot slot een rechtszeker vergunningenkader.

Dit alles echter binnen de economische waarden die we al jaren uitdragen: open, kennisgedreven en toekomstgericht. 

Zowel de Europese industriële strategie als het competitief houden van ons land, is een werk van lange adem en op lange termijn. Daarom moet dit ook deel uitmaken van de toekomstige regeringen en de beleidsplannen, gezien het belang van de industrie voor Vlaanderen. Voka kan en wil hier graag zijn steentje aan bijdragen. 

Contactpersoon

Maarten Libeer

Adviseur Internationaal ondernemen

imu - vzw - obd3
imu - vzw - bebat
imu - vzw - Uzbrussel
imu - vzw - scholtz