Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Industrie eindelijk hoog op de politieke agenda

Industrie eindelijk hoog op de politieke agenda

  • 10/11/2023

De oproepen van Voka voor een integraal industrie-, energie- en innovatiebeleid vinden stilaan gehoor in zowel de Vlaamse als federale regering. Hopelijk zetten die dat ook hoog op de Europese agenda tijdens het voorzitterschap in de eerste helft van 2024. Dat is belangrijk voor onze hele Vlaamse economie en welvaart.

Er beweegt eindelijk wat op het vlak van industriebeleid, nadat we vanuit Voka de voorbije maanden herhaaldelijk aan de alarmbel trokken. Niet in het minst door onze voorzitter Rudy Provoost op de politieke Rentrée in september. Ook bij de opening van de nieuwe gebouwen van onderzoekscentrum Flanders Make in Kortrijk deze week werden dezelfde boodschappen verkondigd.

Topoverleg

Gisteren was er alvast een topoverleg tussen Vlaams minister van Economie en Innovatie Jo Brouns, Voka, Unizo, de industriesectoren en de sectorvakbonden over de penibele situatie van onze Vlaamse industrie. Minister-president Jan Jambon ziet dan weer een centrale plaats voor de industrie in Flanders Technology & Innovation, het grootschalige project rond technologie en innovatie dat komend voorjaar wordt gelanceerd. 

Federaal is de boodschap evengoed aangekomen. In de eerste helft van 2024 wordt België voorzitter van de EU en premier Alexander De Croo schuift in dat kader duidelijk beleidsambities op het vlak van industrie naar voor: de Europese industrie duurzaam versterken wordt een van dé grote prioriteiten van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Minister Brouns wordt trouwens ook voorzitter van de Europese raad van de ministers van industrie.
 

De implicaties zijn relevant voor onze hele economie, en voor onze toekomstige welvaart.

Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder Voka

En een industrieel beleid is nodig, blijkt uit de recentste conjunctuurenquête van Voka eind oktober bij 650 Vlaamse ondernemingen. De situatie in de industrie wordt problematisch. De sector verwacht voor heel 2023 een achteruitgang van de economische activiteit met 6 procent. Een kwart van de grote industriële bedrijven doet al beroep op tijdelijke werkloosheid, een ander kwart overweegt het in de komende maanden. Alles wijst erop dat er economisch onweer op komst is.

Economische motor

Dat lang niet alleen voor de industrie zelf trouwens: de implicaties zijn relevant voor onze hele economie, en voor onze toekomstige welvaart. “We moeten er alles aan doen om de industrie in Vlaanderen te behouden en te versterken. Want met een tanende industrie, zal ook de rest van onze economie achteruitgaan”, zo waarschuwde Voka-voorzitter Rudy Provoost op de Voka Rentrée. “Onze industrie vormt het hart en de longen van de economie. Zuurstoftekort bij de industrie leidt tot bloedarmoede in alle geledingen.” Immers geen diensteneconomie zonder industrie en geen industrie zonder diensten."

Zo is de industrie goed voor de helft van de bedrijfsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, wat cruciaal is in een economie waarbij succes meer en meer afhangt van innovatie. En ze is dé gangmaker in de transitie naar klimaatneutraliteit en duurzaamheid. De verwerkende nijverheid is ook gemiddeld 40% productiever dan de rest van de economie en vormt zo een motor voor onze productiviteit, de echte sleutel van onze welvaart. Daarnaast staat de verwerkende nijverheid in voor meer dan de helft van onze export. En laat ons tot slot niet de vele honderden, duizenden Vlaamse KMO’s vergeten die deel uitmaken van het industrieel weefsel. Rechtstreeks en onrechtstreeks levert de industrie honderdduizenden jobs op. 

Onder druk

Maar de hele Europese industrie staat onder druk. De duurdere energieprijzen, onder meer in vergelijking met de VS, impliceren een belangrijk concurrentienadeel. België doet daar nog een serieuze loonhandicap bovenop. Die handicaps komen dan nog bovenop andere zoals de krapte op de arbeidsmarkt, het gebrek aan flexibiliteit, de fiscaliteit, de regelgeving, … Door die handicaps is het risico dat industriële bedrijven vertrekken uit België of uit Europa wat we vandaag al zien gebeuren. 

De onzekerheid rond vergunningen en stikstof is een extra factor die druk zet op de sector. In de huidige context zijn zowat alle vergunningsaanvragen onzeker. Het aantal vergunningsaanvragen vanuit de industrie is al teruggevallen. Een forse daling van de investeringen hypothekeert de toekomstige activiteit in de sector, en zo dus opnieuw ons economisch potentieel en onze toekomstige welvaart. 

O&O

Wij zijn ervan overtuigd dat er met de juiste beleidsaanpak net wel toekomst zit in een slagkrachtige Vlaamse en Europese industrie, zoals we uiteenzetten in deze recente Voka Paper. Aangezien industrieel beleid vele beleidsdomeinen bestrijkt, moeten we zorgen voor een gecoördineerde aanpak en holistische kijk op het geheel. Er is dringend behoefte aan een integraal industrie-, energie-, en innovatiebeleid in Vlaanderen, België en Europa.

Om de toekomst van de industrie in onze economie veilig te stellen, speelt O&O een belangrijke rol. Wij zijn in Vlaanderen top in innovatie, een troef die we nog beter moeten benutten.  Met alle uitdagingen die op ons afkomen zal innovatie een cruciale rol spelen om met nieuwe antwoorden te komen. Het blijft dan ook belangrijk om nog meer in te zetten op O&O en daarvoor de nodige ondersteunende instrumenten te voorzien. 

Dat onze herhaalde oproepen voor een industrieel beleid gehoor krijgen op verschillende politieke niveaus is dan ook niet alleen goed maar vooral zeer nodig. Vanuit Voka zullen we deze punten dan ook op de politieke agenda blijven zetten. Omdat het cruciaal is. Voor de industrie, voor de hele economie, voor onze toekomstige welvaart.

Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder Voka

 

imu - vzw - Uzbrussel
imu - vzw - Altez