Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 05/02/2025

Je struikelt bijna over analyses van het federale regeerakkoord. Wij doen er nog eentje bovenop, maar deze keer met het unieke Oost-Vlaamse eco(nomische)-systeem als scherpsteller.   

Het is kristalhelder dat deze regering zich aankondigt als de meest hervormingsgerichte sinds decennia. Dat is ook nodig omwille van de enorme uitdagingen die ons te wachten staan. Hieronder zullen we de bestaande analyses niet herhalen, wel speuren we in het 202-pagina’s tellende regeerakkoord 2025-2029 naar die aspecten die specifiek voor de Oost-Vlaamse economie belangrijk zijn.  

Maar wat typeert die Oost-Vlaamse economie en wat maakt die anders dan andere regio’s in Vlaanderen en België? 
Ten eerste is er de arbeidsmarkt. Met 82% werkzaamheidsgraad is Oost-Vlaanderen samen met West-Vlaanderen de koploper in ons land. Bovendien heeft Oost-Vlaanderen het laagste aantal werkzoekenden. Leg deze 2 statistieken samen en je krijgt de krapste arbeidsmarkt van België.

Als tweede onderscheidende factor is Oost-Vlaanderen het epicentrum van de tech start- en scale-upscene in Vlaanderen. Het gewest telt drie tech unicorns, alle drie Gentse bedrijven. Tel daarbij de biotechcluster van wereldformaat, en het is snel duidelijk dat een specifiek beleid rond groeibedrijven cruciaal is. Als Vlaanderen wil doorpakken in groeisectoren, dan zal Gent daar een cruciale rol in spelen.

Tot slot heeft Oost-Vlaanderen met North Sea Port een belangrijke industriehaven en ook daarbuiten een aantal innovatieve industriële vlaggenschippen. Deze bedrijven werken per definitie in een internationale context, maar dat geldt ook voor het gros van onze kmo’s. Die internationale context en dus ook de concurrentiepositie zijn in meerdere opzichten belangrijk. Op de jongste competitiviteitsranking van de Europese Commissie stond Oost-Vlaanderen op een 10e plek en was het daarmee de meest competitieve van ons land. Centraal element daarin is de sterke positie in innovatie. 

Speerpunt 1: Arbeidsmarkt

Welke maatregelen staan er in het plan van De Wever I die de arbeidskrapte kunnen verlichten voor de Oost-Vlaamse bedrijven?

  • Werken doen lonen. Door aanpassingen in de fiscaliteit waaronder de verhoging van de belastingvrije som voor wie werkt, afschaffing van de bijzondere bijdrage sociale zekerheid en beperkingen in het combineren van uitkeringen, zal het verschil tussen werken en niet-werken altijd meer dan 500 euro per maand bedragen.  
     
  • De werkloosheidsuitkering beperken in de tijd. De uitkering zal de eerste 6 maanden hoger zijn, maar daarna sterker verlagen om na 2 jaar te eindigen. Bovendien werkt ze opbouwend op basis van het aantal gewerkte jaren in de periode voorafgaand aan de werkloosheid. De hoeveelheid werklozen is momenteel niet enorm, maar dit is een belangrijk punt voor wie geactiveerd kan worden op die arbeidsmarkt.
     
  • Langer werkbaar werken mogelijk maken: Er komt een harmonisering van de grote historische verschillen in de pensioenstelsels. Er wordt een pensioenmalus opgezet waarbij vervroegde uittreding resulteert in een lager pensioen. Evengoed komt er een bonus voor wie langer aan de slag blijft. Tot slot zal het administratieve gedrocht van de Federal Learning Account op de schop gaan. Niet omdat bedrijven en medewerkers zich niet moeten bijscholen, maar omdat de administratieve last nooit hoger mag zijn dan de baten.
     
  • Samen activeren over de gewestgrenzen: Elk gewest heeft een eigen arbeidsbemiddelingsdienst en van samenwerking is weinig sprake. Oost-Vlaanderen grenst aan Henegouwen en ligt op een steenworp van Brussel. Deze regio’s kampen met een structureel hogere werkloosheid en toch is de instroom uit die gewesten quasi onbestaande. Door een sterkere activatiefocus en betere samenwerking zou de instroom kunnen vergroten.
     
  • Internationaal talent aantrekken: Ondanks alle maatregelen die genomen kunnen worden om landgenoten aan het werk te krijgen, zal dit niet volstaan om knelpuntberoepen en een krimpende arbeidsbevolking op te vangen. Het aantrekken van internationaal talent wordt mogelijk gemaakt door een versnelde en vereenvoudigde single-permitprocedure en het aantrekkelijker maken van het expatstatuut.
     
  • Ook werkgevers worden mee in bad getrokken: Om langdurige arbeidsongeschiktheid aan te pakken staat een ambitieus programma in het akkoord. Elke actor in dat proces zal geresponsabiliseerd worden, ook de werkgevers. Zo zullen die een rol opnemen bij de re-integratie en hoeven ze daarvoor niet langer drie maanden te wachten. Al zullen grote bedrijven wel verplicht worden om 30% van de RIZIV-uitkering te betalen gedurende 4 maanden, na de 1e maand gewaarborgd loon. Dat is dubieus omdat de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid hiermee hoofdzakelijk bij de werkgever komt te liggen. Verschillende onderzoeken toonden al aan dat een burn-out, een belangrijk syndroom dat tot langdurige arbeidsongeschiktheid leidt, niet per definitie of hoofdzakelijk door werken veroorzaakt wordt. De boetemaatregel voor bedrijven met een bovengemiddeld langdurig verzuimcijfer wordt gelukkig wel geschrapt. 

Volstaat dit? 

In het regeerakkoord staan een aantal maatregelen die tot de meest ingrijpende behoren die we in lange tijd gezien hebben. Die stap voorwaarts verdient erkenning voor de nieuwe federale regering. Om de grote krapte op de Oost-Vlaamse arbeidsmarkt op te lossen, is nog heel wat meer nodig. De samenwerking tussen de gewesten is belangrijk, maar moet nog geconcretiseerd worden. Dat er ook gekeken wordt naar internationaal talent is broodnodig. Tot slot zal er ook nog meer op innovatie en digitalisering ingezet moeten worden, zodat we productiever worden met de krimpende groep (potentieel) werkenden.  

Speerpunt 2: Tech start- en scale-ups

Hoe zal de nieuwe federale regering inzetten op de economie van morgen, de tech start- en scale-ups van vandaag?

  • Aandacht voor loonkost: Er is aandacht voor loonkost in het akkoord, met focus op een gerichte verlaging ervan voor de lage en middenlonen. Er komt een plafonnering van de werkgeversbijdragen, weliswaar vanaf een hoge drempel, zijnde referentieloon van de premier. Het auteursrechtenregime zou, na de afschaffing tijdens de vorige legislatuur, opnieuw ingevoerd worden voor digitale beroepen. Dat is een goede zaak, maar alle techbedrijven hebben dit verlies voor de medewerker ondertussen gecompenseerd via de brutoverloning. Het effect van deze maatregel voor de competitiviteit zal dus nog iets op zich laten wachten.
     
  • Digitaal expattalent verleiden: Er komt een aantrekkelijker expatregime. De techbedrijven uit onze regio concurreren om wereldwijd gegeerde profielen. Een aantrekkelijker expatstatuut zal hier zeker bij helpen.  
     
  • Non-bancair kapitaal activeren: Investeringen worden aangemoedigd door het spaargeld te activeren via een nieuwe wet Cooreman-De Clercq, door de private privak te versoepelen en beperkingen voor institutionele investeerders te verminderen. Er wordt expliciet verwezen naar het ondersteunen van de eengemaakte Europese kapitaalsmarkt om zo te kunnen concurreren met grote fondsen uit de VS.
     
  • Administratieve drempels: In het akkoord staat, naast een rits voornemens voor administratieve vereenvoudiging en snellere procedures om een onderneming te starten, ook een ‘think small first principle’ ingeschreven. Dat betekent een regime voor startende ondernemingen met minder administratieve lasten en een gerichte verlaging van de kosten.  
     
  • De overheid als klant: Al jaren presteert ons land hier ondermaats. Nochtans kunnen jonge techbedrijven de overheid goed als referentieklant gebruiken om internationaal door te breken. Bovendien kunnen hun oplossingen vaak helpen bij de performantieverhoging van de overheid. Deze regering engageert zich expliciet voor de Europese doelstelling rond aanbestedingen. Dat betekent 80% kmo-deelname en 60% kmo’s onder de winnende bedrijven. 

Volstaat dit om de regio vooruit te stuwen in digitalisering? 

  • Voor start- en scale-ups, vaak digitale spelers die in een wereldmarkt opereren, staan er een aantal positieve signalen in dit akkoord. De terugkeer van het fiscale auteursrechtenregime, de versoepeling van investeringsmogelijkheden en een aantrekkelijk expatstatuut betekenen een duw in de rug. De federale regering zal onze digitale start- en scale-ups verder meer betrekken bij overheidsopdrachten. Voor aandelenopties en warranten hadden we graag een flexibilisering gezien waarbij de keuze geboden zou worden om belastingen bij toekenning of bij uitoefening te betalen. Deze maatregel vinden we niet terug. Aan de andere kant wordt er geen extra belasting op deze vorm van beloning gepland. Hoewel er in de teksten niet voluit voor een strategie als technatie gekozen wordt, zijn veel maatregelen positief om de groeiende techsector vooruit te helpen.
     
  • De meerwaardebelasting kan een negatief effect vormen op de administratieve lasten en het herinvesteren van winsten in de (nieuwe) economie. Het Belgische beurslandschap zou beter versterkt worden zodat dit als non-bancaire bron van kapitaal gebruikt kan worden voor groeibedrijven. 

Speerpunt 3: Competitiviteit

Het regeerakkoord stelt dat koopkracht afhangt van de concurrentiekracht. Die premisse klopt alvast, maar hoe wil ze dat waarmaken?

  • Het stelsel van belangrijke O&O-incentives en innovatie-aftrek blijft bestaan, wordt vereenvoudigd en gericht versterkt. De levenslijn van onze competitiviteit wordt daarmee alvast ondersteund.
     
  • Op vlak van energie komt er een koerswijziging. De initiële ambitie om 8GW aan nieuwe kernenergie uit te bouwen werd verlaagd naar het langer open houden van de huidige 4GW, maar de wet op de kernuitstap gaat wel op de schop. Door een versterking van de nucleaire kennis in ons land zouden kleine reactoren mee voor een langetermijnoplossing moeten zorgen. Bovendien worden transmissienettarieven voor industrie op het niveau van de buurlanden gebracht.
     
  • Er wordt aan het ondernemersklimaat gewerkt door de nieuwe wet lagere kosten die kleinere taksen en administratieve formaliteiten afschaft. Ook gold plating, waarbij een lidstaat verder gaat bij de omzetting van Europees recht dan de Europese regelgeving vereist, wordt vermeden.
     
  • Er komt een roadmap voor digitale infrastructuur voor de uitrol van internet aan  >1Gbps en 6G.
     
  • Via MAKE 2030 komt er een interfederaal plan voor de versterking van de industrie. Dat zal ingebed worden in een Europese competitiviteits- en industriële deal.
     
  • Binnen de fiscale hervorming komt er een competitiviteitsenveloppe van ongeveer 1,5 miljard euro voor verlaging van de werkgeversbijdragen en de energiekosten. 

Volstaat dit om onze regio competitief te maken? 

  • Competitiviteit is een Oost-Vlaams, Vlaams, Belgisch én Europees probleem. De beslissingen die op het federale niveau genomen worden zijn in ieder geval een stap in de goede richting. Onze industrie kampt met een hoge loonkost én een energiehandicap. Dat besef lijkt nu wel eindelijk door te dringen. Er komen concrete maatregelen die onze (loon)handicap ten opzichte van buurlanden alvast moet aanpakken. Ook Europees schakelt de regering zich in om onze innovatieve industrie te ondersteunen.
     
  • Door zowel maatregelen te nemen op vlak van loonkost, energiekost én administratieve lasten, kan de competitiviteitshandicap met de omliggende landen verminderd worden. Voor meer structurele problemen moeten we richting de initiatieven van de nieuwe Europese Commissie kijken. 

Contactpersonen

Jan Geers

Manager Belangenbehartiging - Manager Communicatie

Simon Lefèvre

Belangenbehartiging - Haven - Communities - Persverantwoordelijke

Jobat
Soundfield
Deloitte Private
XL Group
Banque de Luxembourg Belgium
ING
Logo Mensura
Logo SD Worx