Overslaan en naar de inhoud gaan
  • 12/01/2024

Een succesverhaal waar we met zijn allen van profiteren. Zo kun je Globachem omschrijven, het Limburgse bedrijf dat zich bezighoudt met gewasbescherming. Als we iedereen te eten willen geven, zal de landbouw binnenkort namelijk meer dan ooit een steuntje in de rug kunnen gebruiken.

Koen Quaghebeur herinnert zich nog goed hoe hij als tienjarige knaap op de boerderij van zijn ouders in Langemark het  onkruid te lijf ging. Als er ’s zomers weinig ander werk was, kreeg hij een sproeier op de rug en mocht hij in de wei distels verdelgen. “Ik kende op die leeftijd al de product-formule van 2,4-D, het middel dat we toen gebruikten”, lacht hij. Enkele jaren later ging hij bio-ingenieur studeren in Leuven, en daar vond hij zijn ideale partner: Els Paesmans, Limburgse, ook kind uit een landbouwersgezin en al evenzeer geboeid door gewasbescherming. Ze werden een koppel, vestigden zich in Sint-Truiden en deden na hun studies werkervaring op in andere bedrijven (zoals AVEVE).

Geneesmiddelen voor planten

In 2000 voelden ze dat het tijd werd om op eigen benen te staan. Dus startten ze Globachem op, een onderneming met de focus op geneesmiddelen voor planten. 23 jaar later is het familiebedrijf uitgegroeid tot een internationale speler met 125 medewerkers en vorig jaar een omzet van 287 miljoen euro. Het zegt veel dat de kantoorruimte nu opnieuw aan uitbreiding toe is. “De helft van onze mensen werkt op nieuwe producten”, legt Quaghebeur uit. “Dat zullen weinig bedrijven evenaren. We hebben twee R&D-afdelingen. De ene is hier op het bedrijfsterrein gevestigd en werkt in onze onderzoeksserre op biologische producten. De andere die zich in Engeland (in de buurt van Manchester) bevindt, ontwikkelt nieuwe chemische molecules en optimaliseert bestaande molecules om efficiëntere versies van oude producten te creëren. Daarnaast hebben we een team dat zich bezighoudt met de verdere ontwikkeling naar een kant-en-klaar product. En tot slot is er nog een erkenningsteam dat de dossiers voor de ministeries opbouwt om producten te laten goedkeuren.”

De helft van onze mensen werkt op nieuwe producten.

Koen Quaghebeur, mede-oprichter Globachem

Paesmans en Quaghebeur gaan er prat op dat er weinig personeelsverloop is bij Globachem. Volgens hen heeft het veel te maken met een gezonde bedrijfscultuur - één van de redenen waarom hun onderneming in september ’23 door Flanders Investment & Trade onderscheiden werd als Exporter of the Year. Maar ook de missie die het bedrijf voor ogen houdt, speelt een belangrijke rol. Globachem heeft echt de ambitie om bij te dragen aan een betere en duurzamere wereld, en alle werknemers voelen zich daarbij betrokken.

Duizend keer België

Koen Quaghebeur en Els Paesmans

Het draait allemaal rond een problematiek die even essentieel als uitdagend is: voedselvoorziening, nauw verbonden met de verwachte bevolkingsgroei en toename van de wereldwijde welvaart. Om de kwestie te illustreren, haalt Paesmans er een veelbetekenende statistiek bij. “Wetenschappers hebben uitgerekend dat de behoefte van de mensheid aan calorieën tegen 2050 56% hoger zal liggen dan in 2010”, vertelt ze. “Als onze consumptie per persoon en productie per vierkante meter op hetzelfde peil blijven als vandaag wil het zeggen dat we duizend keer de oppervlakte van België aan landbouwgebied extra zullen nodig hebben. En dan heb ik het niet eens over het feit dat gewassen steeds meer in aanmerking komen voor andere doeleinden, zoals bouwmaterialen en energiebronnen.”

Wetenschappers hebben uitgerekend dat de behoefte van de mensheid aan calorieën tegen 2050 56% hoger zal liggen dan in 2010.

Els Paesmans, mede-oprichter Globachem

Niemand is zo naïef om te denken dat we die bijkomende grond nog ergens op aarde zullen vinden. We zullen dus iets anders moeten verzinnen. “Er bestaan drie grote groepen van oplossingen”, gaat Paesmans verder. “We kunnen proberen om allemaal wat minder te eten of meer plantaardig te eten. Dat is de goedkoopste en makkelijkste remedie. We kunnen ook zorgen dat we minder voedsel verspillen. Belgische huishoudens kieperen vandaag tenslotte 30% van het voedsel dat ze kopen in de vuilnisbak. De derde oplossing is om de productie per hectare op te drijven, door de juiste bemesting toe te dienen maar ook door de gewassen beter te beschermen en de groei te stimuleren. Dat is waar wij ons op richten. Op die manier willen wij ons steentje  bijdragen en een impact hebben op  onze toekomst.”

Zonder gewasbescherming gaat  zowat de helft van de oogst verloren, onder invloed van weersomstandigheden en door toedoen van allerlei ziektes, onkruid, schimmels en insecten. Al die problemen neemt Globachem onder handen, met als motto ‘Biologisch als het kan, chemisch als het moet’. En altijd met de volksgezondheid en milieu als hoogste goed. Vandaar ook de nadruk op innovatie en R&D. Al staat dat laatste bij Globachem intussen niet meer voor Research & Development, maar voor Risk & Disruption. “We hebben de naam van dat departement veranderd”, lacht Quaghebeur. “We zijn te klein om aan traditionele R&D te doen. Dus moeten we een andere strategie volgen: denken zoals planten om te achterhalen hoe die zichzelf kunnen verdedigen en beschermen. Bij ons bestaan er geen domme of foute ideeen. We testen het uit en zien snel genoeg of het werkbaar is of niet.”

Die aanpak leidt soms tot verrassende resultaten. Neem nu Dimmer, een product dat zonnebrand en hittestress bij appelen, citrusvruchten, druiven en ander fruit tegengaat. Het is gebaseerd op algen en werkt als een soort zonnecrème. Als je het op de vruchten sproeit, vormt het een coating die de uv-stralen van de zon  absorbeert en de warmte reflecteert.

Globachem is de voorbije 23 jaar enorm gegroeid, en dat willen de managers graag verderzetten. De ambitie is om de komende 5 jaar nog eens dubbel zo groot te worden, dankzij “een enorm sterke pipeline van nieuwe producten”. Ze hopen ook in Zuid- en Noord-Amerika meer voet aan de grond te krijgen. Die sterke positie maakt de onderneming bovendien extra aantrekkelijk voor hun werknemers, klinkt het. “Mensen vinden het veel leuker om te werken in een bedrijf dat groeit dan in een bedrijf dat stagneert of achteruitgaat”, stelt Quaghebeur. “In een groeibedrijf als het onze zijn er constant nieuwe uitdagingen, nieuwe  opportuniteiten voor andere functies. Daar werken we keihard aan.”

 

VERKIEZINGEN 2024: Het probleem van de overdreven regelgeving

Paesmans en Quaghebeur zijn terecht trots op hun bedrijf en het succes dat ze behaald hebben. Maar ze merken ook dat de overheid in al haar goeie bedoelingen vaak haar doel voorbijschiet en soms eerder een rem is dan een steun. Ze zijn het er helemaal mee eens dat het belangrijk is om producten voor gewasbescherming op de markt te hebben die zo veilig mogelijk zijn. Daar doen ze zelf alles aan, en de resultaten tonen dat ze op het goeie pad zijn. Voor een nieuw product goedgekeurd wordt, moet het door een lange en dure erkenningsprocedure, die in het ideale geval 9 jaar duurt. “Daar zou de overheid sneller in kunnen zijn,” vindt Paesmans. “Het duurt allemaal veel te lang. Bij covid hebben we gezien dat het mogelijk is om op 9 maanden een oplossing te vinden en goed te keuren.” 

Daarnaast maakt de overheid de problemen soms erger. Bijvoorbeeld door de wetgeving onverwacht te verstrengen, waardoor bestaande producten niet meer toegelaten zijn. Ook daar kunnen Paesmans en Quaghebeur begrip voor opbrengen, op voorwaarde dat het met overleg en inzicht gebeurt. “We stellen soms vast dat producten verboden worden waarvoor er (nog) geen alternatief is,” merkt Quaghebeur op. “Zo reëert de overheid een gat waar jarenlang geen oplossing voor bestaat. We vragen een stabiel wetgevend kader dat veel meer rekening houdt met de realiteit en niet alleen met een ideale wereld.”

Ook Voka heeft daar volgens hen een rol in te spelen, door mee te ijveren naar een werkbare regelgeving die het mogelijk maakt om ook in de toekomst te ondernemen. De administratieve papierberg wordt namelijk enkel groter. Of zoals Paesmans het stelt: “We moeten vermijden dat onze slimme koppen enkel nog documenten invullen en rapporten opstellen. Laat al die mensen liever samen nadenken over hoe we effectief duurzamer kunnen ondernemen.”

Contactpersoon

Sandy Panis

Content manager

imu - vzw - mediafin
imu - vzw - bebat
imu - vzw - edenred
imu - vzw - exact

Artikel uit publicatie