Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Gesprek met Nicole de Moor, migratiespecialiste van de Wetstraat

Gesprek met Nicole de Moor, migratiespecialiste van de Wetstraat

  • 20/03/2024

Is arbeidsmigratie dé oplossing voor het structurele tekort op onze arbeidsmarkt?  “Het is niet de heilige graal”, zegt Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Nicole de Moor in een gesprek met Ondernemers. “Maar het kan wel een belangrijke bijdrage leveren om de schaarste op de arbeidsmarkt te helpen tackelen.” 
Eén van de hefbomen is het Europees Migratiepact dat, na 10 jaar onderhandelen in bloed, zweet en tranen, net voor de jaarwissel werd goedgekeurd. Het wordt een sleutelelement voor het toekomstige beleid. In eigen land heeft Staatssecretaris de Moor een nieuw Migratiewetboek op de tafel van de regering gelegd. Nicole de Moor pleit voor een beleid rond (arbeids)migratie dat volwaardig deel uitmaakt van een breder buitenlandbeleid van België.

Nicole de Moor: “De complexe bevoegdheidsverdeling mag niet tot gevolg hebben dat de procedure zelf complex is voor werkgevers en werknemers.”

Tekst Jan Van Gyseghem - foto Nathalie Dolmans

Oost-Vlaamse Nicole de Moor, migratiespecialiste van de Wetstraat

De Oost-Vlaamse Nicole de Moor (40) studeerde rechten in Gent en Amsterdam. Alvorens aan de UGent een doctoraatsstudie aan te vatten over internationale migratie, ging ze aan de slag bij het Agentschap Integratie en Inburgering. Via een passage bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen belandde ze als migratiespecialiste op diverse CD&V- kabinetten, laatst bij Sammy Mahdi, die ze medio 2022 opvolgde als Staatssecretaris voor Asiel en Migratie. 

 

In het publieke debat over migratie gaat het meestal over asiel, over mensen die vluchten voor oorlog of vervolging. Arbeidsmigratie blijft eerder onderbelicht?

Nicole de Moor: “Dat klopt, wij hebben het vaak over mensen die in Europa bescherming zoeken. Iets minder dan de helft van hen blijkt ook effectief nood te hebben aan bescherming. Er zijn veel meer andere migranten dan de asielzoekers. Vooreerst zijn dat mensen die naar ons land komen om economische of academische redenen. Vorig jaar werden 20.000 vergunningen toegekend, waarvan 10.000 verlengingen en evenveel voor nieuwe mensen die hier willen werken. Daarnaast tellen wij 10.000 buitenlandse studenten en een duizendtal onderzoekers aan onze kennisinstellingen. Een derde belangrijke groep zijn de mensen die komen in het kader van de gezinshereniging. Politici doen soms alsof die vormen van migratie los staan van elkaar, dat is niet zo. Wie komt om te werken, brengt ook vaak een gezin mee.“

Activering van asielzoekers

Het is zaak om mensen die mogen blijven aan het werk te krijgen?

Nicole: “Op het punt van de activering op de arbeidsmarkt hinkt ons land al jaren achterop. De werkzaamheidsgraad bij mensen met een migratieachtergrond bedraagt in België 55% terwijl die in Europa gemiddeld op 76% ligt. We maken wel een inhaalbeweging, maar er is nog een lange weg te gaan. 

Wat doet de overheid hiervoor?

Nicole: “Sinds drie jaar heb ik ingezet op de activering van asielzoekers door een nauwe samenwerking tussen Fedasil en VDAB. In sectoren zoals bouw en horeca lopen pilootprojecten en werden conventies afgesloten. Dat werkt. Je moet wel een aantal obstakels zoals taalverwerving en mobiliteit helpen overwinnen. Dat doen wij met eenvoudige acties zoals fietslessen in opvangcentra zodat die mensen naar de opleiding of naar het werk kunnen. Ook werkgevers zetten daar op in. Zo zijn er vandaag heel wat asielzoekers aan de slag: vanuit het opvangcentrum in Poelkapelle bij Westvlees bijvoorbeeld, of vanuit het Waasland in de Antwerpse haven.” 
 

De groep van mensen die naar hier komen (of gevraagd worden) om in onze economie mee te draaien is klein tegenover het aantal migranten in het kader van gezinshereniging. Is het mogelijk om die grote groep meer en sneller mee te nemen in het arbeidsproces?

Nicole: “De perceptie bestaat dat de voorwaarden voor gezinshereniging soepel zijn, maar dat klopt niet. Al in 2011 werd de gezinshereniging aangescherpt door een inkomensvoorwaarde op te leggen (Wie gezinsleden wil laten overkomen, moet meer dan 2.048 euro netto per maand verdienen, red.). Mensen kunnen niet zomaar naar hier komen en ten laste zijn van de sociale bijstand – ze moeten dus een inkomen hebben. Dat werkt activerend. In Europa behoren wij tot de landen met de strengste inkomensvoorwaarden. Gezinshereniging is bovendien enkel mogelijk voor het kerngezin – de partner en de minderjarige kinderen.

Migranten die in het kader van asiel of gezinshereniging naar hier komen mogen wij niet afschilderen als ‘passief’. Al is er nog een achterstand, de activering van asielzoekers in onze opvangcentra levert goede resultaten op. Vandaag zijn er meer dan 10.000 asielzoekers met een werkervaring. Tot voor enkele jaren waren die er nagenoeg niet, ook al was dat juridisch wel mogelijk. Door actief in te zetten op toeleiding naar de arbeidsmarkt – onder meer via jobdagen in onze opvangcentra – zoeken wij naar een match tussen asielzoeker en werkgever.” 

De arbeidsmarkt schreeuwt om nog veel meer arbeidskrachten …

Nicole: “Dat is zo. De website van VDAB toont meer dan 200.000 openstaande vacatures. Ik spreek met veel bedrijven; elke ondernemer wijst me op de uitdaging om bijvoorbeeld technisch geschoolde profielen te vinden. Arbeidsmigratie kan daar een deel van het antwoord zijn maar niet de heilige graal om alle tekorten op onze arbeidsmarkt in te vullen. 

Voor mij is het belangrijk om vooral niet de fouten uit het verleden te herhalen toen verzuimd werd werk te maken van de integratie van ‘gastarbeiders’. Daarom pleit ik voor een verplichte inburgering van arbeidsmigranten. Die inburgering is vandaag verplicht voor vluchtelingen maar niet voor arbeidsmigranten.” 

Is dat een verantwoordelijkheid van de overheid of van de bedrijven?

Nicole: “Dat is een verantwoordelijkheid van de overheid, maar bedrijven kunnen daar aan meewerken. Ik merk dat heel wat bedrijven inzetten op Nederlandse taallessen en babbeltafels op de werkvloer, zoals ik recent nog heb ervaren bij La Lorraine in Ninove. Maar het is eerst een taak van de overheid om die inburgering te verplichten, voldoende taallessen te voorzien en een apart kader aan te reiken voor inburgeringslessen voor arbeidsmigranten.” 

Nicole de Moor ziet ook in de groep van ‘academische migranten’ een potentieel voor onze bedrijven.  

Nicole: “Tot voor kort leefde de overtuiging dat buitenlandse studenten, na afloop van de studie of het onderzoek, dienden terug te keren. Studiemigratie was per definitie tijdelijk. Dat hebben wij veranderd omdat wij bedrijven ook de mogelijkheid willen geven om die mensen aan te werven. We hebben de wetgeving aangepast en bieden nu een ‘zoekjaar’ aan. Die optie zit enorm in de lift: afgelopen jaar noteerden wij 2.000 aanvragen, het jaar voordien 1.500.” 

Hoe gaan wij best op zoek naar ‘geschikte profielen’ in het buitenland?

Nicole: “We denken vaak dat de profielen die wij op onze arbeidsmarkt nodig hebben – IT-specialisten bijvoorbeeld – gewoon ergens zitten te wachten in de landen van herkomst. Niet dus. We moeten ervoor zorgen dat het om een win-win gaat en dat kan door arbeidsmigratie te koppelen aan opleidingstrajecten. In een land als Tunesië zou je opleidingstrajecten kunnen organiseren voor de IT-sector. Heel wat kennisinstellingen en ondernemingen willen hieraan meewerken.”

Gemeente, Vlaanderen, België, Europa: wie doet wat? Wie moet wat?

Migratie is per definitie een complex internationaal gebeuren dat in ons land door een (te) groot aantal overheden wordt gemanaged? 

Nicole: “Arbeidsmigratie zit per definitie op het snijvlak tussen federale en Vlaamse bevoegdheden omdat ze raakt aan de arbeidsmarkt (Vlaams) én aan de toegang tot het grondgebied (federaal). Tegelijk moet je de flexibiliteit hebben om rekening te houden met de specifieke context op de arbeidsmarkt. En die is nu eenmaal anders in Vlaanderen, Wallonië of Brussel. Deelstaten weten beter wie zij nodig hebben op de arbeidsmarkt.”
 

Niet mensensmokkelaars maar wij moeten beslissen wie we toelaten”

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Nicole de Moor

Het is allemaal erg ingewikkeld …

Nicole: “De complexe bevoegdheidsverdeling mag niet tot gevolg hebben dat de procedure zelf complex is voor werkgevers en werknemers. Wij hebben dat opgelost met een uniek, digitaal loket ‘Working in Belgium’, waar iedereen toegang vindt tot de procedure ‘Arbeidsmigratie’.  Het loket werd opgestart in 2021 en wordt nog verder ontwikkeld. Het voorziet in één aanvraag voor de betrokkene, maar de procedure duurt vandaag nog te lang. Bij de federale overheid hebben wij extra personeel aangeworven al zal dat niet volstaan. Arbeidsmigratie is per definitie een vraaggestuurd model. Daarom digitaliseren wij de werkprocessen om een kortere behandelingstermijn te bereiken. Dat is erg nodig omdat je daar de concurrentie voelt van onze buurlanden. 

Vorige week werd op de ministerraad een akkoord goedgekeurd tussen de federale overheid, de dienst vreemdelingenzaken, de RSZ en de deelstaten om de informatiedoorstroming en het uniek loket nog beter te laten functioneren.

(lees verder onder de foto)

Nicole de Moor: “Van het illegale verblijf hier een short cut maken naar arbeidsmigratie is het slechtst mogelijke idee als je ooit tot controle over migratie wil komen.”

 

En vorig jaar heb ik een Interministeriële conferentie opgezet met alle ministers van Werk om ervoor te zorgen dat een migrant-werknemer die van buiten de EU komt en in België over een werkvergunning beschikt, ook meteen aan de slag kan. Nu moet die wachten op een inschrijving in de gemeente en een verblijfskaart. Dat kan weken tot maanden duren. Die versnelling (via de single permit procedure, red.) is belangrijk voor onze bedrijven.”

Jij hebt mee het Europese Migratiepact onderhandeld. Dat gaat vooral over het managen van de instroom en de verdeling over de lidstaten. Valt de economische migratie ook op Europees niveau aan te pakken of is het hier ‘elk voor zich’?

Nicole: “Het publieke debat rond het Europese Migratiepact gaat volledig over het beheer van de grenzen en over asiel. Hoe gaan wij asielzoekers beter spreiden over de EU? Wij hebben echter ook aandacht voor economische migratie. In het pact zitten belangrijke aspecten zoals de Talent Partnerships; de EU Talent Pool wordt nu door de Europese Commissie uitgewerkt. Arbeidsmigratie maakt deel uit van dat Europees Migratiepact.”  

De activering van asielzoekers in onze opvangcentra levert goede resultaten op. Vandaag zijn er meer dan 10.000 asielzoekers met een werkervaring”

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Nicole de Moor

Van illegaal naar legaal is geen oplossing

Er zijn veel illegalen in ons land.  Sommige ondernemers zeggen: ‘Ik zie ze hier lopen en ik kan met sommigen wel iets aanvangen, maar ik mag niet.’ 

Nicole: “Van het illegale verblijf hier een short cut maken naar arbeidsmigratie is het slechtst mogelijke idee als je ooit tot controle over migratie wil komen. Arbeidsmigratie moet legaal en veilig gebeuren. Door de deur helemaal open te zetten zal je de irreguliere instroom nooit stoppen. 

Sommigen beweren dat wij meer legale kanalen moeten creëren om minder illegale instroom te krijgen. Dat is niet zo. Zelfs al zouden wij alle tekorten op de arbeidsmarkt invullen via arbeidsmigratie, dan nog zal de vraag om naar Europa te komen, in een continent zoals Afrika, groter zijn dan het aanbod op onze arbeidsmarkt. Bovendien: mensen die via de bootjes van mensensmokkelaars om economische redenen naar Europa komen, zijn daarom niet de profielen die wij zoeken op de arbeidsmarkt.” 

Migratie die wel werkt

Wat moet er gebeuren om van arbeidsmigratie een groter succes te maken?

Nicole: “De uitdaging bestaat erin om de arbeidsmigratie in te bedden in het totale migratiebeheer en in onze relaties met de rest van de wereld. Om arbeidsmigratie met bepaalde herkomstlanden te faciliteren zijn brede partnerschappen nodig  waar ook terugkeer een onderdeel van uitmaakt. Landen die met ons samenwerken op vlak van terugkeer – het terugnemen van onderdanen die hier illegaal zijn – komen dan in aanmerking voor samenwerking op vlak van arbeidsmigratie.” 

In welke landen is een gerichte zoektocht, met opleidingsvoorzieningen in het land van herkomst, succesvol?

Nicole: “België is één van de voorlopers; wij werken in het kader van de Europese Talent Partnerships heel nauw samen met de Europese Commissie en ons land wordt daar aangehaald als één van de voorbeeldlanden. Ik benadruk: het is mijn verantwoordelijkheid om opnieuw controle over migratie te verkrijgen, binnen een geïntegreerd migratiemodel. Migratie maakt integraal deel uit van het buitenlandbeleid. Europa heeft daar met de Talent Partnerships een aantal projecten rond en België zal daar actief aan bijdragen met verschillende actoren: de federale overheid, de deelstaten, de bedrijfswereld.”  

Zal dat volstaan volgens jou?

Nicole: “Daarnaast is integratie en inburgering hier noodzakelijk op het ogenblik dat mensen aankomen. Het is belangrijk dat zij een aangepaste inburgeringscursus kunnen krijgen die bijvoorbeeld ook focust op arbeidsrechten. Ook arbeidsmigranten zijn soms het slachtoffer van misbruik.”

Voor bedrijven gaat het vooral te traag …

Nicole: “Ook de vlotheid van de procedure is van belang. Door een toename van het aantal aanvragen van arbeidsmigranten, jaar na jaar, loopt de proceduretijd uit. Voor onze diensten betekent dat ongeveer 13 weken maar er is binnen de complexe procedure met gedeelde bevoegdheden - ook nog een Vlaams deel (ongeveer 17 weken). Voor een aanvraag asiel of gezinshereniging moet men nog langer wachten. De duurtijd verkorten is  voor bedrijven uitermate belangrijk. Dat het vlotter moet, betekent echter niet dat de voorwaarden dienen versoepeld.”

Ik pleit voor een verplichte inburgering van arbeidsmigranten. Die is vandaag verplicht voor vluchtelingen maar niet voor arbeidsmigranten”

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Nicole de Moor

Welke Europese landen doen het goed op vlak van arbeidsmigratie?

Nicole: “Het is moeilijk om te vergelijken omdat de systemen in de verschillende landen anders in elkaar zitten. Ook de cijfers verschillen sterk; ons land kent een erg grote asielinstroom. Ter illustratie: België telde het voorbije jaar 35.000 asielzoekers terwijl Portugal – met evenveel inwoners – slechts 3.000 mensen noteerde. Net daarom is een betere spreiding over Europa nodig en dat maakt het ook moeilijk om te vergelijken op vlak van activering op de arbeidsmarkt. Bovendien ziet de arbeidsmarkt er in elk land wel wat anders uit; in sommige landen wordt veel meer met deeltijdse, korte contracten gewerkt.” 

Voor een niet verweesd migratiebeleid

Veel illegalen blijven ondanks een weigering toch in ons land …

Nicole: “We werken vandaag nog steeds met een wet van de jaren 1980 die totaal niet is aangepast aan de migratierealiteit. Er ontbreken heel wat puzzelstukken in het terugkeerbeleid: onze wetgeving is een ontzettend complex kluwen, er is een wirwar aan procedures, mensen kunnen blijven procederen om die terugkeer tegen te gaan. Daarvoor heb ik een nieuw Migratiewetboek geschreven dat nu op de tafel van de regering ligt.” 

Waar zit precies de vernieuwing?

Nicole: “Eén van de kernpunten is: minder procedures. Blijven procederen na één beroep is er niet meer bij. Daarnaast gaat het ook over capaciteit; je moet kunnen inzetten op vrijwillige én op gedwongen terugkeer. Tijdens de afgelopen legislatuur hebben wij meer dan 40 terugkeerbureaus geopend in heel België en tevens ook heel wat terugkeerbegeleiders aangeworven zodat wij elk bevel voor terugkeer kunnen opvolgen. Ook samenwerking met herkomstlanden is cruciaal. 

(lees verder onder de foto)

 

Alle aspecten zijn dus belangrijk en ook het hele buitenlandbeleid moet worden meegenomen. Als ik vandaag onderhandel met herkomstlanden over terugkeer, zit ik alleen rond de tafel. Dat is vaak een heel onaangenaam gesprek, want ik ben degene die lastige vragen komt stellen en hen er op wijst dat zij hun illegale onderdanen van bij ons moeten terugnemen. Het gesprek zou helemaal anders zijn indien, naast mij, ook de ministers zitten die bevoegd zijn voor economie, buitenlandse investeringen, buitenlandse zaken. We moeten ons hele gewicht in de schaal werpen, zowel in bilaterale relaties als op Europees vlak. Zolang wij in België en in Europa niet harder onderhandelen met de herkomstlanden zal dat terugkeerbeleid niet vlot lopen.” 

Wat zou jij absoluut willen realiseren mocht jij in de komende beleidsploeg opnieuw kunnen besturen op dit departement?

Nicole: “De grootste stap die wij moeten zetten in de volgende jaren is de uitbouw van de relaties met de herkomstlanden. Dat pact kan enkel werken door een betere samenwerking met de landen van herkomst en de landen van transit. Om terugkeer te organiseren, smokkelnetwerken aan te pakken, irreguliere vertrekken tegen te gaan. En, daarnaast, de legale migratie te faciliteren, onder meer met opleidingstrajecten. Het wordt tijd dat wij migratie niet langer stiefmoederlijk behandelen in ons buitenlandbeleid. Het maakt er een onderdeel van uit. Daar ligt nog heel wat werk op de plank.”

Verwacht jij dit jaar nog iets van de nieuwe wetgeving die jij de regering hebt voorgelegd?

Nicole: “Als er voldoende goede wil is rond de regeringstafel, dan kunnen wij hierover nog een akkoord vinden. Ik ben ervan overtuigd dat het Migratiewetboek er zal komen; hervormingen in het migratiebeleid zijn absoluut noodzakelijk – net zoals de nood aan hervormingen in de fiscaliteit, op onze arbeidsmarkt, in de pensioenen. 

Staatssecretarissen voor Asiel en Migratie waren tot nu toe vooral crisismanagers.  Ik wil meer zijn dan iemand die brandjes blust. Als politici moeten wij beleid maken en dus de architect zijn van een nieuw huis. In het migratiebeleid is absoluut een nieuw huis nodig. Dat vergt hervormingen op Belgisch vlak – van onze wetgeving en onze diensten –  en ook op Europees vlak. We moeten het nieuwe Europese Migratiepact uitrollen op het terrein. Alleen zo kunnen wij er komen, niet door brandjes te blussen.” 

Voor staatssecretaris de Moor is de missie duidelijk: controle krijgen op het migratiebeleid in ons land, zelf bepalen wie tot het Europese grondgebied wordt toegelaten en oog hebben voor de noden op onze arbeidsmarkt. “Om die puzzel te leggen zijn een aangepaste wetgeving en vlottere procedures nodig. Zo komen we tegemoet aan de vraag van ondernemingen om snel te kunnen aanwerven. Het gaat niet over soepeler voorwaarden maar over snelheid in de procedures. Ook werken aan terugkeer en irreguliere migratie tegen gaan, maakt deel uit van de puzzel.  Een gecontroleerd migratiebeleid is complexer dan de simplismen die vaak leven.”

Feiten en cijfers achter asiel en migratie in België

  • In 2023 dienden 35.507 personen een verzoek om internationale bescherming (asiel) in bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), een daling van 3,7% t.o.v. 2022.
     
  • In 2023 werden 20.000 vergunningen verleend in het kader van economische migratie. 
     
  • Aan de Belgische universiteiten zijn zowat 10.000 buitenlandse studenten en 1.000 buitenlandse onderzoekers actief. 
     
  • Aantal mensen in het kader van gezinshereniging in 2022 (cijfers van 2023 nog niet gekend): 16.000
     
  • Naar schatting 150.000 mensen verblijven illegaal in België (bron: VRT).
     

Artikel uit publicatie