Sommigen pleiten er naar aanleiding van de coronacrisis voor dat onze economie kleinschaliger moet. Hebben ze ergens een punt?
Er is de voorbije jaren heel wat academisch onderzoek gedaan naar de impact van ‘superstar’ bedrijven die een heel dominante positie innemen binnen hun sector. Dat kan gepaard gaan met nefaste gevolgen voor de investeringen in de sector, de productiviteit en uiteindelijk de algemene welvaart.
Zoals hoger al aangehaald, zien sommigen de huidige crisis als een startschot voor een evolutie naar een nieuw soort economie. Kleinschaligheid voorstellen als een algemeen recept als oplossing voor allerlei problemen in onze economie en/of samenleving is evenwel onzin.
Multinationals meest productief
In de praktijk ‘blinkt’ België al uit in kleinschaligheid in de bedrijfswereld. Bedrijven met minder dan 50 werknemers zijn in België vandaag al goed voor 55% van de totale werkgelegenheid, wat bij de hoogste van Europa hoort. In Spanje, Portugal, Italië en Griekenland ligt het aandeel van kleine ondernemingen nog hoger, maar dat zijn niet meteen voorbeeldlanden op economisch vlak.
Bovendien zijn multinationals met voorsprong de meest productieve ondernemingen in onze economie, en in die zin een cruciale motor van welvaartscreatie.
Geen algemeen recept
Op internationaal vlak valt er zeker een debat te voeren over de problemen met de marktmacht van bepaalde bedrijven. Op Belgisch niveau is dat veel minder aan de orde, en kleinschaligheid kan nooit een algemeen recept zijn voor onze economie. Alles nog kleinschaliger maken, zou dan ook neerkomen op een duidelijke verlaging van onze welvaart.
_______________________________________________________________________
Lees en bekijk hier nog meer foute lessen uit de coronacrisis.

