Overslaan en naar de inhoud gaan
  • Nieuws
  • De ruimte om te ondernemen is letterlijk bijna op

De ruimte om te ondernemen is letterlijk bijna op

  • 14/05/2024

Het verzekeren van de economische groei in Vlaanderen maakt bijkomende economische ruimte noodzakelijk. 

Vlaanderen staat voor een dringend probleem: de beschikbare ruimte voor ondernemen raakt op. Volgens recente VLAIO-cijfers is er in bijna alle provincies nauwelijks actief aanbod aan industriegebieden en bedrijventerreinen beschikbaar, en de situatie verslechtert. 

Sinds 2013 is in de regio Antwerpen alleen al meer dan 155 hectare bedrijventerrein verdwenen, wat neerkomt op ongeveer 14 hectare per jaar. Tegelijkertijd zijn heel wat industriegebieden en bedrijventerreinen moeilijk ontwikkelbaar. Ze zijn slecht ontsloten, lopen tegen allerhande (juridische) beperken of kennen te veel afwijkend gebruik.  

Bouwshift

Deze krapte staat in schril contrast met de ambitieuze plannen van de bouwshift, die streeft naar een netto nul ruimtebeslag tegen 2040. Hoewel Voka de doelstellingen van deze verschuiving ondersteunt, benadrukken we de noodzaak van een realistische uitvoering

Er moet nu al een plan worden opgesteld voor de ruimtebehoefte tot 2040 en verder, met speciale aandacht voor industriële activiteiten die zich niet met andere functies kunnen verweven. Het verzekeren van de economische groei in Vlaanderen maakt bijkomende economische ruimte noodzakelijk.  

Inhaalbeweging

Het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen (RSV) erkent de economische ruimtevraag en voorziet in 20.200 ha aan bijkomend industriegebied en bedrijventerreinen. In lijn met dit beleid, pleit Voka onomwonden voor de aanleg van een ‘strategische voorraad’ aan economische ruimte om de huidige tekortkomingen van het RSV aan te pakken en de dringende behoeften te vervullen.  

Voka vraagt dat per provincie werk wordt gemaakt van ruimtelijke behoeftestudies die tot 2040 en verder inschatten welke bijkomende ruimte noodzakelijk is. We moeten hierbij focussen op industriële activiteiten die per definitie niet-verweefbaar zijn omdat deze zich niet kunnen of mogen verweven met andere functies. Voor zulke gebieden blijven aparte gebieden nodig.  

Planologische één-op-één-compensaties

Tegelijkertijd is het nodig om het bestaande aanbod op punt te zetten. Uit de VLAIO-cijfers blijkt dat een substantieel deel van het huidige aanbod niet kan worden gebruikt of onderbenut is. In zulke gevallen kan het aangewezen zijn om deze te verhuizen naar beter gelegen locaties met een goede mobiliteitsontsluiting. 

We stellen voor om telkens een planologische één-op-één-compensatie toe te passen. Dit garandeert dat het bestaande aanbod op geen enkel moment kan terugvallen. Iedere m² aan industriegebied die verdwijnt moet in dat geval binnen dezelfde provincie opnieuw worden herbestemd naar industriegebied. Deze planologische één-op-één-compensatie wordt best structureel verankerd in de Vlaamse ruimteboekhouding en centraal opgevolgd op Vlaamse niveau.  

Verweef, waar mogelijk

Tot slot ziet Voka kansen in het bevorderen van ruimtelijk rendement, het creëren van economische clusters en verweving. Bedrijven die kunnen verweven, moeten worden aangemoedigd om zich te verweven met andere functies. 

Zet hierbij in op regelluwe kaders en incentives om bedrijven tot verweving te verleiden en het reactiveren van leegstaande of onderbenutte sites. Dit zou niet alleen de ruimtelijke efficiëntie verbeteren maar ook bijdragen aan de doelstellingen van de bouwshift door het terugdringen van het bijkomende ruimtebeslag.

 

 

Contactpersoon

Robin Verbeke

Adviseur Omgeving & Ruimtelijke Ordening

imu -vzw - groep maatwerk
imu - vzw - brussels airport
imu - vzw - bebat