"De alarmbellen gaan al langer af, maar de gevolgen van deze crisis zien we nu ook duidelijk in onze conjunctuurbarometer die nogmaals verder weg zakt tot het niveau van de coronacrisis”, aldus Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka – KvK Limburg. Voor wat betreft de exportcijfers noteren we de slechtste cijfers sinds oktober 2010 en voor wat betreft de bouwcijfers zelfs de slechtste sinds 2005. Aan de andere kant lijkt het er wel op dat het hoogtepunt van de inflatie in zicht is. De vraag is nu hoe groot de structurele schade zal zijn. Vooral de gigantische loonkost die voor veel bedrijven erbij komt in 2023 zorgt voor onrust. De ondernemingen passen zich alvast aan de nieuwe realiteit aan door te besparen op personeel, minder personeel aan te werven, minder investeringen te doen en zelfs 1 op 8 geeft aan te overwegen naar het buitenland te verhuizen. Het voorstel van de federale regering om premies bovenop de index toe te kennen is onbetaalbaar en onaanvaardbaar voor bedrijven. “In plaats van te goochelen met premies kan onze overheid beter werk maken van structurele hervormingen die onze welvaartstaat en dus onze economie overeind houden”, aldus Leten.
Analyse deelindicatoren
Starters blijven stabiel
Voor oktober 2022 kunnen we 1067 nieuwe ondernemingen optekenen. Dit is vergelijkbaar met een jaar geleden (-0,5%). Na de spectaculaire stijging van vorige maand zijn er voorlopig gemiddeld -4,59% minder starters dan in 2021. Hoewel deze daling begrijpelijk is in deze crisisperiode valt de daling in principe nog mee vergelegen met de rest van Vlaanderen.
Exportactiviteiten dalen opnieuw
De exportactiviteit laat deze maand voor beide indicatoren de sterkste oktoberkrimp sinds 2010 noteren. Het aantal afgeleverde exportcertificaten valt terug met -11.8% en de gerealiseerde exportwaarde met -15.1%. Met 1578 stuks zakt het aantal afgeleverde certificaten tot -14% onder het maandgemiddelde, de exportwaarde overstijgt dit referentiepunt nog met ruim 11%.
Ondanks de omvangrijke krimp ten opzichte van vorige maand zijn de trends voor beide indicatoren significant opwaarts. Dit patroon wordt in hoge mate gegenereerd door de sterke seizoenaal aangestuurde toename van de activiteit die zich jaarlijks in maart voordoet. Tot februari verlopen beide trendprofielen immers eerder vlak. Het valt niet uit te sluiten dat deze seizoenale piek in maart 2023 onder druk van de geopolitieke ontwikkelingen gevoelig gereduceerd wordt.
De year-to-year differential voor de exportwaarde krimpt gevoelig en glijdt weg in de rode zone (-2.73%). Vorige maand mocht nog een positieve 6.4% gerapporteerd worden. De marge voor de attesten blijft negatief (-14.7%) en wordt tevens gevoelig ruimer dan de -12% die in de loop van de laatste drie maanden gemiddeld aan de orde was.
Bouw: meest omvangrijke krimp sinds 2005
De recentste effectieve bouwdata hebben betrekking op juli. In die maand loopt het aantal bouwvergunningen traditioneel stevig terug. Dit jaar loopt de terugval echter stevig op tot maar liefst -40.5%. Dit is tevens de meest omvangrijke julikrimp sinds 2005. De totale activiteit belandt vervolgens op 397 eenheden of -5.4% onder het juligemiddelde. De huidige abnormaal sterke terugval van de activiteit wordt aangestuurd vanuit de residentiële nieuwbouw (-43%), de residentiële renovatiebouw (-42%) en de niet-residentiële renovatiebouw (-36.4%). De niet-residentiële renovatiebouw houdt met –7.7% nog het beste stand.
In de periode augustus-oktober lijkt een opwaartse dynamiek sterk genoeg om het aantal afgeleverde vergunningen opnieuw met 32% op te drijven tot 523 stuks. De sterkste bijdrage aan deze herstelbeweging wordt geleverd vanuit niet-residentiële activiteit (+46%).
De trendpatronen voor de residentiële nieuw- en renovatiebouw en de niet-residentiële renovatiebouw blijven opwaarts gericht. De trend voor de niet-residentiële nieuwbouw blijft significant neerwaarts gericht. Per saldo resulteert voor de totale activiteit eveneens een positief trendpatroon met vrijwel dezelfde intensiteit als en jaar geleden.
Na een kort verblijf boven de nullijn (4.1%) duikt de year-to-year differential voor de totale markt nu opnieuw in de rode zone, en wel tot -8.4%. Deze evolutie wordt hoofdzakelijk gegenereerd vanuit de nieuwbouwactiviteit: de marge voor de residentiële projecten valt terug van 11.4% naar -13.33%, die voor de niet-residentiële van 4.4% naar -9.4%. Binnen de renovatieactiviteit krimpt de marge voor de niet-residentiële projecten van 18% naar 8.3%, maar ze blijft dus wel positief. De differential voor de residentiële renovatie blijft negatief (-0.33%) maar krimpt wel richting nulpunt. Vorige maand werd hier nog -2.73% gerapporteerd.
Meer nieuwe voertuigen, maar nog steeds onder pre-corona periode
In oktober werden 8.1% meer nieuwe voertuigen ingeschreven dan in september. Dit is niet significant verschillend van de maand-tot-maand toename van 10.2% die sinds 2010 gemiddeld in oktober gerealiseerd werd. De huidige expansie is volledig toe te schrijven aan de dynamiek binnen de segmenten van de bedrijfsvoertuigen (+7.6%), de personenwagens (+11.1%) en de vrachtwagens (+48%). Wat betreft de opleggers moet een terugval van -37% genoteerd worden. Het totale aantal inschrijven loopt vervolgens op tot 2671 eenheden maar blijft hiermee nog -7.5% onder het maandgemiddelde. Dit negatieve ecart komt volledig op het conto van de personenwagens.
Alle trends zijn opwaarts gericht. Voor de bedrijfsvoertuigen en de personenwagens zijn deze patronen opvallend sterk en qua intensiteit quasi identiek aan die van een jaar geleden. Wat betreft de vrachtwagens en opleggers wijst de verwachte evolutie eerder in de richting van een stagnatietendens. In verband met de opleggers was vorige maand nog een significant neerwaarts patroon aan de orde.
De year-to-year differential voor de totale markt blijft positief en neemt toe van 4.1% tot 7.75%. Deze expansie wordt gegeneerd vanuit alle segmenten. De marge voor de bedrijfsvoertuigen blijft met 2.36% dicht in de buurt van de 2.78% van vorige maand, in de overige segmenten doet zich een significante verruiming voor. De sterkste toename doet zich voor bij de opleggers (van 53.6% tot 63.5%). Hou evenwel voor ogen dat ten opzichte van de pre-corona-periode nog steeds een negatief ecart van ruim 26% overeind blijft.
Krapte op de arbeidsmarkt vermindert, en ook minder vacatures
Het totale aantal werkzoekenden krimpt met -2.3%. Voor de vrouwen is de terugval met-3% bijna dubbel zo groot als voor de mannen (-1.7%). Deze beweging brengt het totale aantal werkzoekenden terug tot 22886 eenheden of -27% onder het gemiddelde voor de maand oktober. Voor beide geslachten en voor de totale markt impliceert de huidige situatie een laagterecord voor de die maand. Voor de vrouwen is de trend tot april volgend jaar significant neerwaarts gericht met dezelfde intensiteit als een jaar geleden. Bij de mannen manifesteert zich een vrijwel perfecte uitvlakking.
Alle year-to-year differentials blijven negatief maar ze evolueren wel richting nulpunt. Deze dynamiek houdt het totale aantal werkzoekenden op korte termijn maandelijks nog gemiddeld -3.11% beperkter dan een jaar geleden. Vorige maand kon in dit verband nog een licht ruimere -4.9% in het vooruitzicht gesteld worden. De werkloosheidssituatie lijkt op relatief korte termijn te convergeren naar het niveau van vorig jaar.
In oktober worden -19.4% minder vacatures uitgeschreven dan in september. Dit is voor oktober de meest omvangrijke maand-tot-maand krimp sinds 2010. Het jobaanbod belandt met 3113 eenheden 37.5% boven het maandgemiddelde en is nog steeds goed voor zilver in de oktoberranking. Het goud blijft voor oktober vorig jaar met 3691 eenheden. Tijdens de periode tot april volgend jaar blijft de trend per saldo nog significant opwaarts gericht en licht steiler dan een jaar geleden, maar vanaf begin volgend jaar lijkt zich een stagnatietendens af te tekenen. De year-to-year differential blijft negatief (-8.43%) en wordt opvallend ruimer t.o.v. vorige maand (-1.44%).
In oktober worden per einde maand 9232 openstaande vacatures gerapporteerd, wat een krimpt met -15.88% impliceert ten opzichte van de situatie in september. Dit is de sterkste maand-tot-maand terugval sinds april en mei 2020 (-17.9% resp.-15.7%). De trend blijft positief, maar vlakt wel uit ten opzichte van vorig jaar. Samen met de sterke maand-tot-maand krimp zet de uitvlakkende trend de year-to-year differential stevig onder neerwaartse druk. Deze druk wordt zelfs groot genoeg om de differential voor het eerst sinds zeer lange tijd in de rode zone te duwen. In de periode tot april 2023 zouden maandelijks gemiddeld -4.41% minder vacatures oningevuld blijven dan vorig jaar. Vorige maand moest dit verschil nog ingeschat worden op een ruim positieve 11%.De krapte op de arbeidsmarkt lijkt te minderen, maar noteer dat simultaan met deze tendens ook minder vacatures uitgeschreven worden.