Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • Brusselse kantoorbelastingen torenhoog

Brusselse kantoorbelastingen torenhoog

  • 12/10/2023

De lokale belastingen op kantoren swingen in de meeste Brusselse gemeenten de pan uit. De belastingdruk via de onroerende voorheffing bedraagt gemiddeld 55%. Met de Brusselse gewestbelasting op kantoren loopt dit zelfs op tot gemiddeld 70%. Dan komen er nog specifieke lokale belastingen bovenop.

Tekst: Jan Van Doren

De Belgische vestiging van het bedrijfsadviesbureau Ayming maakt jaarlijks een analyse van de lokale en regionale fiscaliteit op kantoorgebouwen. De recentste cijfers voor het jaar 2023 zijn veelzeggend.

“Sinds de jaren negentig is de fiscale druk op kantoren in het Brusselse gewest met circa 30% gestegen. Zowel naar de omvang als aantal belastingen, liggen de lasten in het Brusselse gewest en voornamelijk op kantoorgebouwen een stuk hoger dan in de rest van het land. Tussen Brussel en de rand gaapt er een enorme kloof”, aldus Laura Buyl, Team leader finance performance bij Ayming Benelux.

De belangrijkste vastgoedbelasting is de onroerende voorheffing, die voornamelijk bestaat uit de agglomeratie (Brussel) of provinciale (Vlaanderen en Wallonië) en de gemeentelijke opcentiemen. “De OV bedraagt  in 2023 in het Brusselse gewest bijna gemiddeld 55% van het (geïndexeerd) kadastraal inkomen (KI). In Vlaanderen bedraagt dit bijna 47% en in de Vlaamse rand rond Brussel schommelt deze tussen de 30% en 35%. Voor Brussel komt daar een gewestelijke kantoorbelasting bij van 14% van het geïndexeerde kadastraal inkomen is (index van vorig jaar). Bovendien heffen tal van Brusselse gemeenten specifieke belastingen op kantooroppervlaktes, parkeerplaatsen, of op leegstand. Deze belastingen zijn de laatste jaren fors toegenomen, o.a. in Brussel-stad”, aldus Alexandra Dryjski, die de analyse voor Ayming maakte.

Eigenaars kunnen bepaalde stappen zetten om het KI en zo de belastingdruk te optimaliseren. Laura Buyl: “Dat kan door in te spelen op mogelijkheden van verminderingen of vrijstellingen, onder meer bij renovatie, herbestemming of  verdeling van percelen, enz. Een knelpunt in Brussel is echter dat er geen proportionele vermindering van de OV bij improductiviteit van het gebouw is voorzien, wat wel het geval is in Vlaanderen. Dat betekent dat bij niet-ingebruikname van het gebouw, de OV toch dient betaald te worden.”

Getuigenissen

Timothy Zelderloo, tax manager Nestlé: “De hoge lokale belastingen wegen op de aantrekkingskracht van onze hoofdstad voor de bedrijven, hebben een negatieve invloed op de marktwaarde van kantoorgebouwen en ontmoedigen nieuwe investeringen. Om een gezond bedrijfsleven in Brussel te stimuleren is een beperking van het aantal belastingen en tarieven een echte noodzaak.”

Paul Thielemans, PR-manager Abattoir: “We krijgen heel veel vragen van onze huurders, handelaars, hoe het komt dat die onroerende voorheffing en regionale taksen nu plots zo hoog zijn. Zij worden voor een voldongen feit gesteld en komen die extra uitgaven soms amper te boven. We verwachten van de overheid toch voorafgaandelijk overleg met bedrijven, en meer objectivering.”

Friedel Laperre, CBRE: “Voor grote bedrijven vormen lokale belastingen niet zo’n groot probleem. Ze kijken naar centrale plaatsen in Brussel, goed aangesloten op openbaar vervoer.”

Studie Ayming Belgium

Lees de studie en aanbevelingen van Ayming Belgium over lokale en regionale fiscaliteit op kantoorgebouwen.

Meer info? Laura Buyl, lbuyl@ayming.com
 

Laura Buyl Alexandra Dryjski

Artikel uit publicatie