Het Brusselse en Vlaamse gewest hebben een gemeenschappelijke visie uitgewerkt inzake de versterking van de groene corridors tussen Brussel en Vlaanderen. Op zich is het een goede zaak, maar we missen een gelijkaardige, intergewestelijke aanpak voor de economische corridors tussen Brussel en Vlaanderen, zoals de kanaalzone of het Heizelplateau met parking C. Ook een globale intergewestelijke visie inzake de grote mobiliteitswerven blijft uit.
Het is positief dat het Brusselse en Vlaamse gewest de handen in elkaar slaan om grensoverschrijdende corridors van groene open ruimte kwalitatief op te waarderen, onder meer door versnipperde ruimte over de grenzen heen beter met elkaar te verbinden. Maar dergelijke intergewestelijke aanpak zou evenzeer moeten ontwikkeld worden voor een optimalisering van de ruimte voor bedrijven, evenals voor wonen en voor mobiliteitsinfrastructuren.
Inzake ruimte voor bedrijven zijn er belangrijke opportuniteiten voor de herontwikkeling van zones in de Noordrand. We denken aan de kanaalzone, het Heizelplateau met de daaraan verbonden Parking C, of de as van Brussel over de A201 naar de luchthaven, met de Defensiesite (waar voorheen het NAVO-hoofdkwartier gevestigd was). Enkel voor de Defensiesite is er reeds een gemeenschappelijke ontwikkelingsvisie uitgewerkt en goedgekeurd door de Vlaamse en Brusselse regering. Voor de kanaalzone tussen Brussel en Vilvoorde-Machelen blijft het voorlopig bij allerlei studies en gesprekken. De ontwikkeling van het Heizelplateau werd dan weer tot dusver volledig éénzijdig vanuit Brussel geregisseerd, zonder overleg met Vlaanderen over een toekomstvisie ten gronde, met inbegrip van de herontwikkeling van parking C op Vlaams grondgebied. Voka Metropolitan dringt er op aan dat Brussel en Vlaanderen ook voor de kanaalzone en de Heizel tot een gedragen gemeenschappelijke visie komen die het economisch potentieel van deze zones ten volle benut.
Tevens is het hoog tijd dat Brussel en Vlaanderen eindelijk tot een globale overeenkomst komen mbt de ontwikkeling van een aantal grote mobiliteitswerven, zoals de werken aan de ring, en de omvorming van toegangswegen in Brussel tot stadsboulevards. Daarbij moet de toegankelijk van Brussel worden gegarandeerd en verbeterd, met oog voor een duurzame modal shift.