We leven op een planeet die voor driekwart uit water bestaat en toch krijgen we steeds meer te maken met (drink)waterschaarste. De enige remedie is duurzamer omspringen met het kostbare goedje. Het Gentse bedrijf BOSAQ geeft de wereld alvast een zetje, zowel met advies als met baanbrekende zuiveringsinstallaties. “De manier waarop wij met water omgaan, is absurd.”
Bekijk hieronder de video of lees verder onder de afbeelding.
Niemand kijkt nog verbaasd op als je zegt dat water een probleem wordt. Op basis van de neerslag per jaar beschikken we in Vlaanderen per inwoner gemiddeld slechts over 1.500 kubieke meter per jaar. Dit houdt volgens internationale normen het midden tussen ‘heel weinig’ en ‘een ernstig tekort’. Vorig jaar kregen we in ons land bovendien te maken met extreme droogte en zakte het peil van het grondwater onrustwekkend snel. Dit jaar kampten we met zware regenval en dramatische overstromingen.
Als je verder uitzoomt, ziet het beeld er nog minder fraai uit. Wereldwijd heeft één persoon op de drie vandaag geen rechtstreekse toegang tot zuiver drinkwater. Jaarlijks sterven zowat 3 miljoen mensen aan ziektes die te maken hebben met besmet water, vooral kinderen. Tegen 2025 zal de helft van de wereldbevolking in een gebied leven waar waterschaarste heerst. Naar schatting zullen we tegen 2040 een punt bereiken waar de vraag naar water het aanbod overtreft. Om maar te zeggen dat we voor een heuse crisis staan als we niet dringend ingrijpen.
Naar schatting zullen we tegen 2040 een punt bereiken waar de vraag naar water het aanbod overtreft.
Zoet, zout of brak water wordt drinkbaar
Dat is net wat het Gentse bedrijf BOSAQ doet. Toen CEO Jacob Bossaer de onderneming in 2015 oprichtte, had hij al een hele weg afgelegd. Letterlijk. Na zijn middelbaar onderwijs verbleef hij een jaar in Costa Rica om mee te werken aan een ecologisch project. Met diploma’s van chemisch ingenieur en een jaar ervaring bij Dow Chemicals op zak reisde hij later naar de Prinses Elisabeth-basis op Antarctica, waar hij het licht zag. Het lukte hem om een manke waterzuiveringsinstallatie om te bouwen tot een systeem dat niet alleen perfect werkte, maar ook op zonne-energie draaide en dus CO2-neutraal was. Als dat in een bevroren niemandsland kan, dan is het overal ter wereld mogelijk, dacht hij.
Zo ontstond het idee voor ‘gedecentraliseerde watervoorziening’. In steden en dichtbevolkte regio’s zoals België stroomt het water vanuit een centraal punt langs de waterleiding naar de verschillende huizen. In afgelegen gebieden is dat niet haalbaar, onder meer omdat infrastructuur aanleggen over grote afstanden financieel loodzwaar is en omdat die afstanden de waterkwaliteit aantasten. BOSAQ vervangt de centrale systemen door kleinere lokale waterzuiveringsinstallaties. “Van de meer dan 2,2 miljard mensen op deze wereld die geen toegang hebben tot schoon drinkwater woont 80% in rurale gebieden,” legt Jacob Bossaer uit. “Met onze technologie kunnen we elk type omgevingswater omzetten in drinkwater. Zoet, zout of brak water uit rivieren, meren, plassen of zeeën, alles kan.”
Met onze technologie kunnen we elk type omgevingswater omzetten in drinkwater.
Jacob Bossaer
Omgekeerde osmose
Verontreinigd water wordt enkel voor industrieel gebruik verwerkt, al zou het in theorie ook probleemloos drinkwater kunnen opleveren. Zelfs het veelbesproken PFOS haalt het systeem er moeiteloos uit. Het concept van BOSAQ werkt met membraantechnologie, wat grof geschetst inhoudt dat het water door extreem fijnmazige scheidingsmedia wordt gestuwd. Omdat watermoleculen zowat de kleinste zijn die je in de natuur kan vinden, is het mogelijk om al de rest eruit te filteren. ‘Omgekeerde osmose’ heet het procedé.
“Bij ons allereerste project in België hebben we het afvalwater en het toiletwater van een restaurant omgezet in gebotteld drinkwater,” verklapt Bossaer. “Mensen gruwen van het idee dat je drinkwater zou afleiden van toiletwater, maar wat we bij BOSAQ doen, is in principe een verkorte versie van de cyclus van de natuur. Als je in het bos tegen een boom plast, komt dat ook in het grondwater terecht en vandaar in ons drinkwater.” Een van de ideeën waar het bedrijf aan werkt, is een module die in elk huis kan opgesteld worden en het plaatselijke omgevingswater zuivert tot drinkwater. Iets gelijkaardigs deden ze enkele jaren geleden al op de festivals van Dranouter en Tomorrowland.
Zelfbesturende zuivering
De filtermembranen moeten nu en dan chemisch gereinigd worden, maar ook dat pakken de installaties van BOSAQ slim aan. Ze hebben niet alleen geen chemicaliën nodig, alles gebeurt ‘inline’, door de toestellen zelf. De onderneming werkt bovendien aan software die de systemen in staat stelt om zichzelf te monitoren en onderhoud te melden. Op andere vlakken sturen de systemen zichzelf nu al bij. “In Suriname staat er een zuiveringsinstallatie in het midden van de jungle,” vertelt Bossaer. “Als het heel hard regent, wordt de rivier troebel. Die installatie is dus zo geprogrammeerd dat ze dan stilvalt. Op die manier wordt het membraan niet belast met extreem vuil water, waardoor de installatie met minder onderhoud, langer en goedkoper kan produceren.”
Dat laatste is essentieel voor BOSAQ. Hun ambitie is om productleider te zijn en het beste product te bouwen dat op de markt te vinden is. Het gaat hen niet om de laagste aankoopprijs, maar om het laagste totale kostenplaatje, bekeken over de hele periode dat de klant de installatie gebruikt.
“We bieden gezuiverd water aan als serviceproduct,” vat Bossaer het samen. “De klant betaalt per kubieke meter. Hoe minder onderhoud we moeten doen en hoe meer de installatie continu kan draaien, hoe beter. Daarom moet je kwaliteit bouwen, zodat de machine niet om de haverklap stilligt.” Voor overheidsklanten rekent BOSAQ trouwens drie jaar verplicht onderhoud bij zijn projecten en binnen die periode leiden ze ter plaatse ook ingenieurs op die zich nadien zelf over de technologie kunnen ontfermen.
Het helpt allemaal om de nodige goodwill te creëren bij de bevolking, die dan ook perfect bereid is om te betalen voor hun drinkwater. Die prijs bepaalt de lokale overheid zelf, met de steun van de mensen. “In Suriname betalen ze voor een kubieke meter drinkwater met plezier drie keer zoveel als bij ons,” vertelt Bossaer. “Maar dat is omdat ze er de echte waarde van kennen. Ze gebruiken het niet om hun auto te wassen of hun toilet mee door te spoelen. Wat wij hier doen, is eigenlijk absurd. We vinden het in België normaal dat we drinkwater van hoge kwaliteit krijgen, maar niemand staat erbij stil hoe dat gebeurt. Het is een immens werk. En dan klagen we nog. We zijn bereid om elk jaar 500 euro te betalen voor onze telefoon maar 300 of 400 euro voor drinkwater vinden we te veel. Dat begrijp ik niet.”
Private watermaatschappijen Binnen afzienbare tijd zullen we echter gedwongen worden om de waarheid onder ogen te zien. Water staat internationaal steeds hoger op de agenda. Omdat de watervraag blijft toenemen, krijgt het ook meer en meer geopolitiek gewicht. “Water is de nieuwe olie,” hoor je wel eens opwerpen. Steeds meer meningsverschillen tussen partijen die het (weinige) beschikbare water opeisen, leiden uiteindelijk tot gewapende conflicten. De klimaatverandering maakt de situatie nog benarder. Controle over de watervoorraden zal nog belangrijker worden, en dat heeft de bedrijfswereld begrepen. “Onze sector is wereldwijd enorm aan het boomen,” stelt Bossaer. “Gigantisch veel start-ups houden zich ermee bezig. Binnen 10 jaar zal je een consolidatie krijgen van enorm grote waterbedrijven, net zoals op de energiemarkt is gebeurd.”
Het idee dat de watervoorziening in handen zou kunnen komen van organisaties die in de eerste plaats hun eigen winst voor ogen hebben, is niet noodzakelijk goed nieuws. Daar is Bossaer het helemaal mee eens. Maar hij denkt ook dat het fout zou zijn om de bedrijfswereld buitenspel te zetten. “Overheden worden zich steeds meer bewust van het belang van water voor de welvaart,” nuanceert hij. “Een publieke sector overleveren aan private maatschappijen kan een gevaarlijke situatie creëren. Maar anderzijds is het wel de private sector waar de innovatie in de watervoorziening gebeurt. Het mandaat van overheidsbedrijven stopt bij de dienstlevering. Ze hebben geen incentive om te innoveren. Wij wel. Daarom geloof ik sterk in PPP’s, public-private partnerships, die beide koppelen. Dat is in wezen ook wat wij doen als we contracten afsluiten met overheden.”
Omslag bij de industrie
Bedrijven hebben wel nog een andere belangrijke rol te vervullen in het hele verhaal. V olgens berekeningen van de Vlaamse Milieumaatschappij neemt de industrie bij ons meer dan 40% van alle waterverbruik voor haar rekening. Door water te recycleren en efficiënter te gebruiken kan dat nog flink naar omlaag. De ‘Blue Deal’ waarmee de Vlaamse overheid de waterschaarste wil tegengaan, spoort bedrijven aan om duurzamer te werken. En ook daar wil BOSAQ als consultant bij helpen. “Je voelt dat er in de volledige industrie een enorme omslag aan het gebeuren is,” zegt Bossaer. “Alleen weten bedrijven vaak niet hoe ze het moeten aanpakken omdat hun aandacht uitgaat naar andere dingen. Wij zien het wel omdat water onze business is.”
Als ze een bedrijf adviseren, beginnen ze met een volledige audit van de water-huishouding. Vaak komen ze dan al op ingrepen die de inname van stadswater gevoelig kunnen verminderen zonder dat er grote investeringen aan te pas moeten komen. Kranen die nodeloos openstaan, kwaliteitseisen die te hoog liggen, waterleidingen waar te veel druk op zit, het zijn klei-ne dingen die al een groot verschil kunnen maken. “We kwamen ooit bij een bedrijf dat tijdens de productie olie toevoegde aan het water,” vertelt Bossaer. “Dat gaf veel problemen en hoge lozingskosten tijdens de primaire afvalverwerking. Wij hebben ervoor gezorgd dat die olie eerst uit het water werd gehaald, via een systeem dat niet eens zo duur was. En die olie kunnen ze nu valoriseren als biodiesel. In plaats van veel te betalen voor hun afvalwater, krijgen ze nu geld voor de olie die ze leveren.”
Waterafschakelplan
Van dat laaghangende fruit is er nog veel te plukken. In het verleden lag de focus vooral op minimaal energieverbruik en werd water wat stiefmoederlijk behandeld. Tenslotte kostte het niet veel en was er altijd genoeg. Die dagen zijn voorbij. In de ‘Blue Deal’ is onder meer sprake van een afschakelplan – al noemen ze het zelf een ‘afwegingskader’ – dat in voege treedt wan-neer alle andere maatregelen niet zouden volstaan. Dan zal de overheid het beschik-bare water verdelen. De industrie zal net als alle andere betrokken partijen deel-nemen aan het overleg, maar het is niet on-denkbaar dat bedrijven plots zonder water zullen vallen. “Dan mogen ze meteen de boel stilleggen,” besluit Bossaer. “De kost daarvan is zo hoog dat geen enkel bedrijf dat wil. Als dat afschakelplan er komt, zullen bedrijven die niets gedaan hebben als eerste gestraft worden. Investeren in waterhergebruik of -besparing is dus investeren in bedrijfszekerheid. En dat zal mondjesmaat meer en meer gebeuren.”
Meer info.