Skip to main content
Map
  • Nieuws
  • Bernard Clerfayt: “Werklozen moeten opleiding aanvaarden”

Bernard Clerfayt: “Werklozen moeten opleiding aanvaarden”

  • 22/11/2021

Interview met Brussels minister van werk Bernard Clerfayt

“Actiris moet werkzoekenden meer controleren op hun beschikbaarheid om een opleiding te volgen, zoals in Denemarken.” De Brusselse minister van werk Bernard Clerfayt wil een kordatere aanpak om meer Brusselaars aan de slag te krijgen. “Werklozen moeten niet enkel werk zoeken, maar ook een opleiding aanvaarden. Na twee jaar werkloosheid verliest men zijn competenties.”

Tekst: Jan Van Doren - Foto: Kabinet minister Clerfayt
 

Bernard Clerfayt (Défi) toont zich optimistisch over de sociaaleconomische toekomst van Brussel. “Covid betekent niet het einde van de stad, integendeel. Steden zullen meer leefbaar worden en nieuwe activiteiten aantrekken. Ik geloof in de creatieve destructie”, zegt de minister. Maar hij geeft ook een aantal werven aan die moeten aangepakt worden, zoals een activering van werkzoekenden, in een samenwerking tussen Actiris en VDAB, de aanpak van verkeerscongestie, of de uitrol van 5G.

Wat verwacht u van het nieuwe samenwerkingsakkoord tussen Vlaanderen en Brussel inzake de arbeidsmarkt, en de samenwerking VDAB-Actiris?

“VDAB en Actiris gaan meer vacatures uitwisselen, niet enkel voor laaggeschoolde jobs. Actiris zal Brusselse werkzoekenden nog meer kunnen doorverwijzen naar de VDAB voor een begeleiding op maat. Beide agentschappen gaan ook samen jaarlijkse aan analyse maken van de arbeidsmarkt in de Brusselse regio, de knelpunten beter in kaart brengen om de opleidingen nog beter te kunnen richten op de noden.”

Brusselaars worstelen met drempels inzake taalkennis, vaardigheden, mobiliteit op weg naar werk in Vlaanderen. Hoe moet dit verder worden aangepakt?

“We gaan zeker meer inzetten op opleidingen, en inzonderheid ook de taalkennis. Om talen sneller te leren hebben we onlangs de app Brulingua uitgebreid. Waar voordien de lesmodules op dit online leerplatform enkel in het Frans en Nederlands toegankelijk waren, kan voortaan vanuit 32 verschillende thuistalen een andere taal worden aangeleerd. Het aantal talen die kunnen worden aangeleerd gaat van 4 naar 24. En, inderdaad, de mobiliteit van Brussel naar de rand moeten we samen met Vlaanderen nog verbeteren. Maar we moeten ook af van de stereotiepe beeldvorming bij Brusselaars dat je moeilijk in Vlaanderen geraakt en je er perfect Nederlands moet kennen.”

Clerfayt

Welke bijkomende acties wil u nemen om Brusselse werkzoekenden te activeren?

“Actiris moet bij de matching van werkzoekenden meer rekening houden met de verworven competenties, en niet enkel met diploma’s. Vele werkzoekenden beschikken over een buitenlands diploma, dat hier niet officieel is erkend. Daarbij is het ook van belang vooroordelen te vermijden die tot discriminatie leiden. Verder moet Actiris werkzoekenden meer controleren op hun beschikbaarheid om een opleiding te volgen, zoals in Denemarken.  Werklozen moeten niet enkel werk zoeken, maar ook een opleiding aanvaarden. Na twee jaar werkloosheid verliest men zijn competenties. Wat niet wil zeggen dat we meteen moeten sanctioneren met een verlies van de uitkering, want dan schuiven werkzoekenden gewoon door naar het OCMW als leefloner.”

Zal de coronapandemie geen structurele impact hebben op de Brusselse economie en werkgelegenheid? Pendelaars gaan meer thuis werken. Europese instellingen sluiten een groot deel van hun kantoren. Dat zal wegen op de lokale diensten.

“De coronapandemie heeft bepaalde trends versneld, zoals het telewerk. Dit zal inderdaad wel impact hebben op bepaalde soorten diensten aan kantoren en kantoorpersoneel. Maar er kunnen zich ook nieuwe activiteiten ontwikkelen, gelet op de nieuwe functies die kantoren krijgen als ontmoetingsruimte voor medewerkers, bv. voor opleidingen, teambuildings en zo. Of er komen nieuwe kansen voor congressen en conferenties. Doordat er minder vraag is naar kantoorruimte kunnen de vastgoedprijzen zakken, wat wonen in de stad dan weer aantrekkelijker maakt. Dat geeft dan weer nieuwe dienstenactiviteiten perspectief, zoals bv. buurtwinkels. Covid betekent allerminst het einde van de stad. Integendeel, de verstedelijking zet zich wereldwijd verder door. Steden zullen wel aangenamer worden om te leven, wat op zich bewoners en activiteiten zal aantrekken, die wel diverser zullen zijn dan de grote kantoren die we nu kennen. Ik geloof in het proces van creatieve destructie, zoals Schumpeter aangaf. Overigens denk ik niet dat de internationale status van Brussel in het gedrang komt. Buitenlanders zullen in de toekomst misschien wel slechts voor korte duur in Brussel verblijven voor zaken, en eerder in hotels verblijven.”

De coronapandemie heeft ook geleid tot een digitale versnelling. Digitale connectiviteit wordt cruciaal voor de internationale positief van Brussel. De Brusselse regering besliste deze zomer de stralingsnormen wat te versoepelen. Blijft het daarbij?

“De beslissing om de stralingsnormen te versoepelen, van 6 v/m tot 14,5 v/m, is een zeer belangrijke stap. Met deze norm kunnen de operatoren van start gaan, hebben ze verzekerd. Het is nu wachten op de veiling van het spectrum, door de federale overheid, gepland voor midden volgende jaar. Een verdere versoepeling in Brussel zit er deze legislatuur niet aan te komen. Wel moeten we nog werk maken van voldoende antennes. We moeten daarbij vooral kijken naar kleine antennes, die kunnen veel sneller worden geplaatst omdat ze veelal geen vergunning vergen. Intussen kunnen de gezondheidsrisico nog beter in kaart worden gebracht, maar die worden in bepaalde kringen overdreven.”

Naast digitale connectiviteit blijft fysieke bereikbaarheid voor een stedelijk centrum noodzakelijk. We stellen helaas vast dat de files terug zijn. Moet er niet meer gedaan worden om het verkeer vlot te krijgen?

“Ja we moeten nog bijkomende inspanningen leveren. Maar ik denk daarbij ook aan de noodzaak van een kilometerheffing. Die moet er voor zorgen dat we onze verplaatsingen beter organiseren, meer gespreid in de tijd. Het zou best zijn dat we een regeling treffen voor de drie gewesten, onderling afgestemd, of toch zeker in twee gewesten. Maar we kunnen in Brussel niet blijven wachten tot iedereen volgt.”

Intussen stellen we wel vast dat bedrijven Brussel blijven verlaten, meer dan er naar Brussel  verhuizen..

“Het aantal ondernemingen in Brussel en het aantal jobs blijven wel stijgen. Dat bedrijven die groeien te kampen krijgen met een gebrek aan ruimte in de stad en daarom uitwijken, dat is een stedelijke logica.”

Politiek doorwinterde economist

Bernard Clerfayt (59) is in de Brusselse regering bevoegd voor Werkgelegenheid en Beroepsopleiding, Digitale Transitie, Lokale Overheden en Dierenwelzijn. 

Clerfayt is al 20 jaar burgemeester van Schaarbeek. Hij werd reeds op jonge leeftijd politiek actief bij het FDF, dat nadien omgevormd werd tot Défi. Al in 1989, bij de creatie van het Brusselse gewest, werd hij verkozen tot Brussels parlementslid. In de periode 2007-2014 zat hij in het federaal parlement en was hij enkele jaren federaal staatssecretaris van Financiën. 

De politieke microbe kreeg hij van thuis mee, als zoon van Georges Clerfayt, leidende figuur bij het FDF toen deze partij in de jaren zeventig en tachtig sterk groeide.

Bernard Clerfayt is economist (UCL) en doceerde een tiental jaar macro-economie en internationale economie aan verschillende universiteiten in België.

Contactpersoon

Artikel uit publicatie