Voka berekende dat we in België steeds minder kwaliteit terugkrijgen voor de hoge belastingdruk en de vele uitgaven van de overheid. Slechts in twee landen geven de overheden meer uit, maar niet minder dan 16 landen bieden betere kwaliteit aan hun burgers. Daardoor bekleedt België volgens de ‘Waar-voor-je-geld-index’ de 19e plaats op 24 Europese landen. “Ons land heeft de ambitie om een verzorgingsstaat met Scandinavische allures te zijn en geeft zelfs al meer uit dan de landen waar het een voorbeeld aan wil nemen. Maar dat belastinggeld wordt allesbehalve efficiënt aangewend. Zowel de burgers als de bedrijven krijgen duidelijk geen waar voor het vele geld dat ze afdragen aan de staat. Wie ook de volgende federale regering vormt, men zal niet meer, maar slimmer geld moeten uitgeven. De voorstellen die nu circuleren en waarin met geld gestrooid wordt dat er niet is, zijn onverantwoord”, vindt Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van Voka.
Ieder jaar stelt Voka de ‘Waar-voor-je-geld-index’ op. Het vergelijkt daarvoor de belastingdruk, de overheidsuitgaven en de geleverde kwaliteit van het beleid van 24 Europese landen. Op twee parameters staat ons land aan de Europese top. Enkel Frankrijk (48,8%) heeft een nog hogere belastingdruk dan België (47,2%). Opnieuw Frankrijk (56%) en ook Finland (53,1%) hebben hogere overheidsuitgaven dan België (52,1%). “De overheden in ons land streven een uitgebreide welvaartsstaat na die veel ondersteuning biedt aan haar inwoners. Om die vele uitgaven te bekostigen, heft ze veel belastingen. Onze overheid moet ernaar streven om met zo min mogelijk belastingen en zo hoog mogelijk rendement te halen, dus kwaliteit te bieden”, zegt Bart Van Craeynest, hoofdeconoom van Voka.
De vraag is of al dat geïnde en vervolgens weer uitgegeven geld inderdaad wel goed besteed wordt. Voka berekende de kwaliteit van het overheidsbeleid op 46 indicatoren. Op sommigen heeft de overheid directe impact, zoals overheidsinvesteringen in transport- of schoolinfrastructuur. Op andere zaken kan de overheid eerder indirect wegen. Denk aan de kwaliteit van het onderwijs, de werkzaamheidsgraad, de gezondheid van de inwoners of de CO2-emissies. “Door zoveel indicatoren mee te nemen, proberen we een zo globaal mogelijk beeld van het overheidsbeleid te geven. Aangezien hier heel wat zaken inzitten die je als overheid niet meteen kunt veranderen, is de kwaliteitsindex het resultaat van verschillende regeringen samen. Van sommige beleidskeuzes zie je het resultaat immers pas jaren later”, aldus Bart Van Craeynest.
België zakt weg qua geleverde kwaliteit
Qua kwaliteit van het overheidsbeleid geeft ons land een belabberde indruk. Van 13e plaats in 2016 zakte ons land weg naar een 17e plaats in 2019. Enkel op vlak van technologie en ecologie doet ons land het beter dan vijf jaar geleden. Op geen enkele van de 46 deelindicatoren doet ons land het uitstekend. Met het aantal benodigde dagen om een onderneming op te starten, behalen we de hoogste notering voor België: een 5e plaats op 24 landen. Qua algemene werkzaamheidsgraad (21e plaats) en de werkzaamheidsgraad van nieuwkomers (24e) levert ons land een kelderstrijd. Bart Van Craeynest: “We zien dat andere landen meer inspanningen leverden om de kwaliteit van hun overheidsuitgaven te verbeteren, terwijl wij vaak ter plaatse trappelen en dus wegzakken in de ranking.”
Geen waar voor ons geld
De steeds lagere kwaliteit ten opzichte van de andere Europese landen zorgt ervoor dat ons land in de ‘Waar-voor-je-geld-index’ een slechte beurt maakt. Slechts 5 op 24 landen doen het slechter: Griekenland, Hongarije, Italië, Slovakije en Frankrijk. “Onze 19e plaats op 24 landen maakt duidelijk dat de overheid niet goed omspringt met de vele belastinggelden die ze int van haar burgers en bedrijven”, zegt gedelegeerd bestuurder Hans Maertens.
De Scandinavische landen en Nederland werden door de Vlaamse regering bij haar aantreden zelf naar voor geschoven als voorbeeldlanden. “Ook bezuiden de taalgrens zou men de blik beter wat meer naar het noorden richten. Het is duidelijk dat we al meer uitgeven dan die voorbeeldlanden, dus moet de focus liggen op het efficiënter omspringen met ons belastinggeld. In de gelekte nota’s van informateur Magnette vinden we dat helaas niet terug. Wel veel voorstellen om toch nog meer geld uit te geven. Maar onze Vlaamse bedrijven geloven niet in Sinterklaas. Men kan alleen meer uitgeven als men ofwel het tekort en dus de schuldenberg nog meer laat oplopen, ofwel door meer belastingen te heffen en Frankrijk voorbij te steken als belastingkampioen van Europa. Geen van beiden is een optie. We moeten ons land durven hervormen”, aldus Hans Maertens.
Vlot draaiende arbeidsmarkt
Met ‘Fast Forward Flanders’ berekende Voka de positie van Vlaanderen ten opzichte van de Scandinavische landen, Zwitserland en Nederland en gaf de ondernemersorganisatie ook voorstellen om die landen bij te benen. “De arbeidsmarkt is het belangrijkste vliegwiel voor een efficiënt overheidsbeleid. Er is nood aan meer tewerkstelling, een ambitie die we gelukkig terugzien in alle regeerakkoorden en -voorstellen. Alleen zal het aankomen op de realisaties en niet de ambities. De plannen die we zien passeren, stemmen ons niet gerust”, waarschuwt Hans Maertens.
Daarnaast is er nood aan minder maar beter gerichte uitkeringen en kwaliteitsvolle opleidingen, zowel op de scholen maar ook levenslang leren. Op vlak van gezondheidszorg moet er meer ingezet worden op preventie zodat hogere uitgaven vermeden kunnen worden.
Door als overheid efficiënter om te springen met het belastinggeld van onze bedrijven en de burgers, creëert ze ook marge om productieve investeringen te betalen, bijvoorbeeld in infrastructuur en innovatie. “Enkel slagkrachtige overheden die zelf efficiënt omgaan met hun middelen, onze economie goed laten draaien en zo voor meer welvaart zorgen, zijn in staat om ons land terug naar de middenmoot en liefst zelfs naar de top van Europa te brengen”, aldus Hans Maertens.