Overslaan en naar de inhoud gaan
Map

Bedrijfswinsten onder druk

  • 26/01/2023

De kosten voor bedrijven, o.m. voor lonen en energie, zijn sterk gestegen en de meeste bedrijven kunnen dat maar gedeeltelijk doorrekenen in hun verkoopprijzen. Dat impliceert dat de winstmarges voor de overgrote meerderheid van de bedrijven onder druk staan. Het verhaaltje dat sommigen ophangen van de bedrijven die met hun superwinsten de kostenstijgingen makkelijk aankunnen, klopt gewoon niet.

De ontwikkeling van de bedrijfswinsten was het voorbije jaar een belangrijk beleidsthema. Volgens de vakbonden, en bepaalde politieke partijen, boeken de bedrijven "superwinsten" en kunnen die dus makkelijk de loonstijgingen door de indexering betalen, en is er zelfs nog ruimte voor extra loonstijging daarbovenop.

Om dat te illustreren pakken ze graag uit met de cijfers van het bruto-exploitatieoverschot, die ze voorstellen als de winstmarge van de bedrijven. Voor de hele Belgische economie klom dat cijfer midden 2022 inderdaad naar een historisch hoogtepunt.

Maar de voorstanders van die redenering ‘vergeten’ wel te vermelden dat dat bruto-exploitatieoverschot geen goed beeld geeft van de situatie van de winsten van de bedrijven. De Nationale Bank kwam deze week met een studie die aantoont dat de realiteit toch wat complexer is. 

Vaststellingen

Een aantal vaststellingen:

•    Het bruto-exploitatieoverschot toont het verschil tussen de toegevoegde waarde en de personeelskosten, maar dat stemt nog niet meteen overeen met de uiteindelijke winst van de bedrijven omdat daarbij nog geen rekening gehouden wordt met kosten als afschrijvingen of belastingen. Nu zijn die afschrijvingen de voorbije jaren duidelijk toegenomen, o.m. doordat bedrijven meer investeren in digitalisering en dat soort investeringen nu eenmaal sneller afgeschreven wordt.

•    Het bruto-exploitatieoverschot voor de hele economie is een gemiddelde, maar achter dat gemiddelde schuilt heel wat variatie tussen bedrijven onderling. De analyse van de Nationale Bank toont aan dat veruit de meeste bedrijven hun winstmarges in 2022 al duidelijk onder het gemiddelde van voor de coronacrisis zagen zakken. De meeste bedrijven kunnen maar een deel van de hogere kosten doorrekenen (gemiddeld zo’n 60%), en moeten de spectaculaire kostenstijging dus minstens gedeeltelijk opvangen in hun marges.

•    De gemiddelde cijfers over de bedrijfswinsten worden vertekend door een beperkt aantal bedrijven dat zeer winstgevend is. Dat gaat allicht gedeeltelijk om bedrijven in specifieke niches, en anderzijds vooral over bedrijven die internationaal actief zijn. Dat soort bedrijven staat in voor een belangrijk deel van de economische activiteit in onze land, maar ook van de O&O, de bedrijfsinvesteringen en de export. De vooruitzichten suggereren dat zelfs een belangrijk deel van die bedrijven de druk voelt.  

•    Midden 2022 moest de grootste impact van de kostenstijging voor de bedrijven nog doorkomen. Veel bedrijven hadden dan nog een vast energiecontract, maar voor het merendeel liep dat deze winter af. Zelfs met de recente prijsdalingen impliceren de nieuwe contracten nog altijd een duidelijke prijsstijging in vergelijking met de aflopende contracten. Daarnaast moest het grootste deel van de stijging van de loonkosten door de indexering nog volgen in het najaar en begin dit jaar. Volgens alle vooruitzichten zullen ook de gemiddelde winstmarges op het einde van 2022 en vooral in de loop van 2023 duidelijk afnemen.

Aangetast economisch potentieel

De nieuwe analyse van de Nationale Bank bevestigt wat eerdere analyses al aangaven: in België wordt, veel meer dan in andere landen, de last van de inflatiecrisis grotendeels afgeschoven op de bedrijven via de automatische loonindexering. Dat vormt voor veel bedrijven een probleem dat o.m. tot uiting komt in dalende winstmarges.

Een rechtstreeks gevolg van die afnemende rendabiliteit is dat bedrijven voorzichtiger worden met hun investeringen. Volgens de ramingen van de Nationale Bank zullen de bedrijfsinvestering pas in 2025 terug boven hun niveau van 2019 uitklimmen. Die vijf jaar van stagnatie van de investeringen heeft uiteraard een negatieve impact op het groeipotentieel van onze economie. 

Concurrentiepositie

Een ander gevolg van de indexering en daaruit volgende loonhandicap is dat onze concurrentiepositie in het gedrang komt. Volgens de recentste vooruitzichten van de OESO zal het marktaandeel van Belgische bedrijven op de internationale markten in de periode 2022-2024 met gemiddeld 6% afnemen, na Zwitserland en Luxemburg de sterkste daling onder de klassieke industrielanden. In zin is het positief dat premier De Croo 2023 al uitriep tot het jaar van de concurrentiekracht (nadat 2022 het jaar van de koopkracht). Het blijft voorlopig wel afwachten hoe hij dat concreet wil invullen. 

Het verhaaltje dat sommigen ophangen van de bedrijven die de loon- en andere kostenstijgingen makkelijk aankunnen, klopt niet. De grootste inflatieschok ligt ondertussen achter de rug, maar de impact van zwakkere concurrentiepositie dreigen we nog jaren mee te slepen.      
 

Contactpersoon

imu - vzw - Altez
imu - vzw - Uzbrussel