De tijd dat een werkplek gewoon een werkplek is, is voorbij. Dat hebben we in een snel tempo aan de coronapandemie te danken. Het thuiswerken en bijgevolg het flexibele arbeidsregime waartoe het virus ons verplicht heeft, gaan niet meer weg. Daar moeten we ons als mens én ondernemer goed bewust van zijn.
De rol van kantoren is namelijk geëvolueerd van werkplek naar ontmoetingsplek. Mensen zullen in functie van hun taken en afspraken beslissen waar ze die het best kunnen uitvoeren. Op kantoor kom je om met collega’s of externen te vergaderen of projectmatig te werken. Heb je nood aan focus, dan zal je eerder van thuis uit huis of op een coworking space werken. Door het juiste evenwicht te vinden tussen thuis, een werkhub en kantoor geven we niet alleen welzijn en de productiviteit van onze mensen een boost maar ook onze economie. Zo ontstaat een hybride werkplek met een mooie kruisbestuiving van creativiteit en productiviteit.
En die kruisbestuiving kan ook tussen bedrijven onderling plaatsvinden. Mooie voorbeelden zijn de Hasseltse Corda Campus of het nieuwe bedrijvenpark LAAR 26 – die laatste is een van onze winnaars van de Limburgse Vastgoed Awards. Zo kunnen bedrijven die er zich vestigen, gebruik maken van elkaars services. Het is een collectief verhaal dat ongetwijfeld versterkend werkt voor onze Limburgse economie. Het is the way to go.
"Veel ondernemingen liggen vandaag in gebieden waar de bereikbaarheid tekortschiet."
Hierbij is het ook belangrijk om de bereikbaarheid en beschikbaarheid van onze bedrijventerreinen goed in het oog te houden. We beseffen vandaag hoe waardevol de tijd is die je wint door niet in de file te staan. Nochtans liggen veel ondernemingen in gebieden waar de bereikbaarheid tekortschiet, vaak daterend uit een tijd waarin auto nog koning was. Nu de mobiliteitsmogelijkheden, van step tot speedpedelec of bus, nooit eerder zo divers waren, moeten we ons locatiebeleid in vraag durven te stellen. En qua beschikbaarheid: als er ergens bedrijventerreinen verdwijnen, moeten die elders gecompenseerd worden. Een ijzeren voorraad aan bedrijventerreinen is een must, zeker als men rekening houdt met de aankomende bouwshift om open ruimte maximaal te vrijwaren. Na 2040 zal het immers bijzonder moeilijk worden om veel bijkomende ruimte te voorzien of opnieuw te reserveren.
Onze overheden hebben de sleutels in handen om de bedrijventerreinen van de toekomst mee te faciliteren. Zo kunnen zij het gebruik van die alternatieve vervoersmodaliteiten stimuleren en de stilaan beperkt beschikbare ruimte voor ondernemingen optimaliseren. Daarnaast kunnen soepelere en snellere vergunningsregels ervoor zorgen dat onze bedrijven ook letterlijk de ruimte krijgen om te ondernemen en te groeien, ook meer binnen het stedelijke weefsel. We staan immers op een belangrijk kruispunt, nu is het aan ons allen om de juiste afslag te nemen.
