Er ligt werk op de plank voor Benny Smets, CEO van transportbedrijf Ninatrans en voorzitter van Voka Kamer van Koophandel Vlaams-Brabant. De impact van de coronacrisis moet weggewerkt worden en op langere termijn staan er met de Brexit, het klimaat, de mobiliteitsproblematiek en moeilijke instroom van chauffeurs nog heel wat andere uitdagingen te wachten. Al is wachten het laatste wat Smets doet: “We zouden kunnen kiezen om comfortabel in onze zetel te zitten, maar Ninatrans wil een voorloper zijn, geen volger.”
Het zijn drukke tijden voor Benny Smets, op verschillende vlakken. De coronacrisis is daarbij het meest acuut, maar ook zijn rol als voorzitter van Voka Kamer van Koophandel Vlaams-Brabant en bij Febetra, de federatie voor Belgische transporteurs eisen aandacht. Maar dat deert de zaakvoerder van Ninatrans – hij vormt al de derde generatie van dit familiebedrijf – niet: “Druk is het altijd, en maar goed ook. Want op mijn lauweren rusten ligt niet in mijn aard.”
Laat er ons dan geen gras over groeien. Hoe gaat het met Ninatrans in tijden van coronacrisis?
“Als ik kijk naar welke impact deze situatie heeft op de algemene economie, kan ik alleen maar zeggen dat het goed gaat met ons. Er zijn sectoren die erg zware klappen krijgen en hoewel wij onze activiteit tijdelijk ook hebben moeten terugschroeven – we vielen terug op zo’n 80% – zijn we altijd kunnen blijven draaien. We hebben heel snel geschakeld en het transport dat wegviel door de crisis, proberen opvangen door bedrijven in sectoren waar juist méér moest vervoerd worden, zoals farmaceutische producten of voedingswaren. Je moet wat geluk hebben met het soort klant dat je hebt, maar wij kozen van meet af aan voor diversificatie en dat bleek nu ons grote voordeel te zijn.”
Valt die daling in activiteit goed te maken?
“Kijken we naar andere ondernemingen mogen we van geluk spreken dat onze omzet “maar” met 20% daalde. Intussen is de omzet terug op het normale peil dankzij een andere invulling van klanten en opdrachten. Maar die schade is er en die valt niet in te halen. De marges in transport zijn zo klein dat je al in overcapaciteit moet draaien om iets goed te maken. Bovendien vallen met de annulatie van festivals en grote events veel logistieke opdrachten weg.”
Een crisis heeft vele nadelen, maar kan er ook voor zorgen dat sommige zaken juist heel erg duidelijk worden. Wat viel jou op?
“Drie zaken. Ten eerste is gebleken dat transport en logistiek cruciaal is om een samenleving draaiende te houden. Tijdens het hoogtepunt van de crisis was transport een van de weinige sectoren die volop bleven draaien en die nog de grens over mochten. Onze sector staat vaak in een negatief daglicht, maar dat plotse besef dat we een essentiële schakel zijn voelde wel als een erkenning. Daarnaast werd het mij heel snel duidelijk hoe belangrijk flexibiliteit en aanpassingsvermogen zijn. Hoewel wij bleven draaien, moesten we heel snel schakelen in de manier waarop we dat doen. We hebben onder andere telewerken ingevoerd en we gaan dat ook behouden. De derde vaststelling is dat we konden rekenen op een ongelooflijk veerkrachtig personeel. Ik bewonder hun flexibiliteit en verantwoordelijkheidszin – chauffeurs hadden een reëel risico op besmetting door het land af te reizen. Ze waren vereerd hun steentje te kunnen bijdragen en dat maakt mij trots.”

Be prepared
Hoe bekijk je de impact op sectoraal niveau?
“We hangen grotendeels af van hoe onze klanten het doen. Faillissementen, reorganisaties van de markt, de toegenomen kost op de maatschappij door de crisis. Het zijn allemaal aspecten die ook op transport en logistiek een impact hebben. Transport zal altijd nodig zijn, maar de manier waarop zal wel evolueren. Agiel en flexibel zijn, dat wordt de sleutel om te kunnen blijven functioneren. Je moet voortdurend vooruitkijken naar trends en maatschappelijke evoluties. Waar vandaag dagelijks goederen de wereld rond reizen, zie ik op lange termijn een soort deglobalisatie gebeuren waarbij maakmarkten en lokale industrie een grote rol zullen spelen. Ook nieuwe transportmodi moeten we bekijken. Drones zijn daar een voorbeeld van. Daar nu al in investeren is te vroeg, maar je moet wel klaar zijn om erin te springen als het wel op punt staat.”
Op kortere termijn zijn er nog tal van uitdagingen. Te beginnen met de brexit…
“Dat is een frustrerend verhaal. Een groot deel van ons transport gaat naar Engeland en we willen ons dan ook voorbereiden maar we weten niet hoe omdat het allesbehalve duidelijk is hoe de handelsrelaties tussen EU en Verenigd Koninkrijk er uit zullen zien. We rekenen in ieder geval op gezond verstand zodat we gespaard blijven van horrorscenario’s met kilometerslange files aan de grenzen, administratieve rompslomp en torenhoge kosten. Ons motto is hier “be prepared”. Ook al kan het vergeefse moeite en tijd zijn, wij werken nu al verschillende scenario’s uit om meteen klaar te zijn eens het zover is.”
De weg naar de Green Deal
Een thema dat door corona wat op de achtergrond is verzeild geraakt, maar wel actueel blijft is dat van klimaat en milieu. Ook hier staan jullie geregeld in het oog van de storm.
“Mijn visie hier is dat de transportsector, net als alle andere sectoren zijn duit in het zakje zal moeten doen. Het is een goede zaak dat de EU heeft met de Green Deal duidelijke doelen heeft vooropgesteld. Het probleem is dat de eindbestemming dan wel gekend is, maar de weg er naartoe dat veel minder is. Meer logistieke bewegingen via andere modi dan de weg en met minder emissies moeten het ‘nieuwe normaal’ worden. Ook hier staan we achter, maar we moeten zoeken naar het juiste vervoersmiddel voor elk type product. De meerwaarde van spoor- en waterwegen is duidelijk, maar tijdkritische producten zul je nog steeds via de weg moeten transporteren.”
Het is dus zaaks om dat wegtransport te vergroenen.
“Bij Ninatrans zijn we al 10 jaar bezig met deze uitdaging: we behaalden het Lean & Green-label voor een vermindering van de CO2-uitstoot met 20%, we waren de eersten in België met een monofuel LNG voertuig – die zijn goed voor -25% CO2 en stoten geen fijn stof uit – en met ecocombis waarbij je 50% meer kan vervoeren in dezelfde beweging. Verder zitten er ook aerodynamische trucks in onze vloot en leiden we chauffeurs op in ecologisch rijden. We hebben dus al heel wat gedaan, maar structureel blijven we afhankelijk van wat fabrikanten en ontwikkelaars aanbieden. Tot op vandaag is zwaar wegvervoer voor quasi 100% afhankelijk van fossiele brandstoffen. Maar het ligt niet in onze aard om af te wachten en dus investeerden we al in waterstoftrucks van Nikola. Die hebben, in tegenstelling tot elektrische trucks, de vereiste minimumautonomie van 1000 km. De trucks worden pas in 2023 geleverd, maar we willen een signaal geven aan de fabrikant dat we deze ontwikkeling steunen én het geeft ons argumenten om bij overheden te pleiten voor de nodige infrastructuur die nodig is om met waterstof te rijden.”
“Los van het puur infrastructurele, geloof ik trouwens dat er ook een deel van de verantwoordelijkheid voor groener transport bij de consument en de samenleving ligt. Transport staat inderdaad vaak in een slecht daglicht, maar heel simplistisch bekeken, voeren wij gewoon uit wat de markt vraagt. We moeten dus ook naar onszelf kijken. Is het nodig om altijd álle soorten groenten en fruit te kunnen kopen? Heb je die online bestelling per sé de volgende dag al nodig? Is het huidige retourmodel van de online retail houdbaar?”
Je moet voortdurend vooruitkijken naar trends en maatschappelijke evoluties. Daarop inspelen en je kunnen aanpassen is de sleutel tot succes
Benny Smets - zaakvoerder Ninatrans
Tijdens de lockdown moet het heerlijk geweest zijn voor chauffeurs en dispatchers: zo goed als geen files! Maar ook dat komt terug.
“De files zijn en blijven een groot probleem in ons land. Die verminderen is een van de grootste uitdagingen voor de Vlaamse Regering, maar het recept waarvoor nu gekozen is – de verhoogde kilometerheffing voor vrachtwagens van meer dan 32 ton – is volgens mij niet het juiste. Dit lijkt meer op een platte belastingverhoging dan een mobiliteits-sturende maatregel. Enkel een uitrol van de kilometerheffing naar alle voertuigen kan de mobiliteit ten goede komen. In de praktijk zullen wij nu meer betalen om even lang in de file te staan. Ook lokaal staan we steeds vaker voor problemen. Burgemeesters willen camions uit hun gemeenten weren, maar daardoor moeten chauffeurs soms ettelijke kilometers omrijden om te kunnen leveren.”
“Regels die hun doel missen zijn er genoeg. Zo is er een verbod om met 44-tonners de grens over te steken tussen België en Frankrijk terwijl ze aan beide zijden van de grens wel mogen rondrijden. Of de absurde situatie waarbij je op de hele Brusselse ring wel met ecocombis (langere vrachtwagens die 50% meer goederen kunnen vervoeren) mag rijden, behalve op de 5 kilometer die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest liggen. Wij willen ons aanpassen en rekening houden met allerhande voorwaarden, maar ook de overheden moeten hun verantwoordelijkheid nemen.”
Chauffeur als uithangbord
Zolang autonoom rijdende vrachtwagens de norm niet zijn, spelen chauffeurs een cruciale rol in het vrachtvervoer. En dat wordt steeds meer een probleem. Het vak prijkt in de top 10 van knelpuntberoepen en de uitstroom is groot. Bijna twee derde van de actieve chauffeurs is 50 jaar of ouder en dus moet de instroom van jongeren dringend op gang komen of de sector zit met een enorm probleem.
Hoe kun je jongeren overtuigen vrachtwagenchauffeur te worden?
“Om de instroom te verzekeren, moeten we verder kijken dan de traditionele opleiders zoals VDAB en beroepsscholen. Ook minder klassieke kanalen als werkgeversgroeperingen, IBO’s (individuele beroepsopleidingen) of leren en werken moeten we aanboren. Je moet weten dat wie kiest voor deze job, bijna gegarandeerd werk heeft. Maar er bestaat een foute perceptie over het beroep. Het is veel meer dan rijden van A naar B. Je werkt met moderne voertuigen en de nieuwste communicatiemiddelen. Een chauffeur heeft veel verantwoordelijkheid: over zijn vrachtwagen, de lading, zijn contact met klanten en leveranciers. Ze zijn het uithangbord van een transportbedrijf. Bij Ninatrans behandelen we ze ook zo. Elke chauffeur heeft zijn eigen voertuig, we bieden flexibiliteit, opleidingen en een welzijnscoach en -programma. Door de manier waarop we met hen omgaan, laten we ze echt deel uitmaken van de familie.”
Dat kan je letterlijk nemen, want sinds je grootvader Jules het bedrijf opstartte ben jij al de derde generatie die aan het roer staat van dit familiebedrijf. Hoe is het bedrijf geëvolueerd?
“De afgelopen 50 jaar is er uiteraard heel wat veranderd en dat is altijd organisch gegaan. Groei op zich hebben we nooit als doel vooropgesteld. Onze strategie is diversificatie in de klantenportefeuille. Als klanten dan bepaalde wensen hebben, investeer je om daaraan tegemoet te komen. Vervolgens ga je je werking optimaliseren en dat resulteert uiteindelijk in een bedrijf dat stap voor stap groeit. De leiding is inderdaad altijd binnen de familie gebleven en dat familiale en samenhorige is iets dat nog steeds in ons DNA zit. Op een bepaald moment kom je wel op een punt waarbij er nood is aan professionalisering, meer efficiëntie, duidelijke verantwoordelijkheden, etc. Daarom trokken we ook externe managers met de juiste capaciteiten aan. In een bedrijf waar 3 man werkt, kun je veel zelf, van zodra dat een veelvoud daarvan wordt, lukt het niet meer.”

“Een bedrijf runnen met familie? Zorg voor duidelijkheid”
“Welke goede raad ik zou geven aan andere familiebedrijven? Ik heb geleerd dat transparantie en communicatie cruciaal zijn. Maak voor iedereen duidelijk wie welke verantwoordelijkheid heeft. Als er zich conflictsituaties voordoen, ga die dan niet uit te weg maar bespreek ze en werk ze uit. Maak ook een onderscheid tussen werk en privé zodat het kerstdiner niet uitmondt in een vergadering. Ik raad ook aan om genoeg tijd te nemen om over de basis en strategie te spreken in plaats van alleen het puur operationele. En tenslotte: als je overgaat naar volgende generaties en de afstanden worden groter – ook neven en nichten kunnen er dan bij komen – zet je best zaken op papier. Zo hebben wij een familiecharter opgesteld waarin het duidelijk is wat iedereen kan verwachten.”
Welke richting gaat Ninatrans nu uit?
“We hebben verregaande ambities en willen organische groei combineren met strategische overnames. Om dat te kunnen realiseren, kijken we ook naar investeerders. Dat kan extern kapitaal zijn of vanuit het eigen management. Verder willen we een voorloper blijven en ons onderscheiden als early adopter die nieuwe technologieën die het verschil maken. Digitalisering en technologie zijn een van de sleutels van het succes van ons bedrijf. Het brengt efficiëntie en sereniteit, dat merk ik elke dag bij onze planners en dispatchers. Voor chauffeurs zijn de specifieke boordcomputer voor vrachtwagens en de scanner voor orderbonnen onmisbaar geworden. Zo blijven we uitkijken naar nieuwe evoluties die onze werking kunnen verbeteren.”
Ninatrans in cijfers
- Hoofdkwartier: Leuven, vestigingen in Duitsland, Nederland, Frankrijk en Tsjechië
- 130 medewerkers in België
- 125 trucks
- Jaarlijks 14.000.000 gereden kilometers
- 400 uitgevoerde transporten per dag
- Omzet 2019: 30 miljoen euro