Op vrijdag 22 april 2022 organiseerden de drie grote vakbonden in Vlaanderen, Brussel en Wallonië regionale acties rond het thema koopkracht en energie. Naar aanleiding van de stakingsaanzegging spoorde Voka – Kvk Vlaams-Brabant de stads- en gemeentebesturen aan om waar nodig op te treden tegen actievoerders. “Iedereen heeft recht op staken, maar daar tegenover staat een evenwaardig recht op werk”, klinkt het. Uiteindelijk bleek de impact beperkt en was interventie nergens nodig. Voka blijft intussen pleiten voor een indexsprong.
Op vrijdag 22 april ging een nationale actiedag door op initiatief van verschillende vakbondsorganisaties. Voka – KvK Vlaams-Brabant uitte naar aanleiding van de staking haar bekommernissen in een brief aan het adres van de Vlaams-Brabantse gemeente- en stadsbesturen.
“We stellen het stakingsrecht niet in vraag, maar kunnen niet aanvaarden dat ook niet-stakende werknemers de vrije toegang tot het kantoor zou worden ontzegd”, zegt Kris Claes, gedelegeerd bestuurder bij Voka – KvK Vlaams-Brabant. “Hetzelfde geldt voor klanten en leveranciers die niet wensen deel te nemen aan stakingen. Tegenover het democratisch recht op staken staat immers een evenwaardig recht op werken. Werkwilligen moeten effectief het recht op werken kunnen uitoefenen.”
Economische impact
Daarnaast wijst de organisatie op de economische impact van een stakingsdag. “Het is nu eenmaal zo dat sommige werknemers gebruik zullen maken van hun recht op staken. Toch willen we onze wens uitdrukken om op vrijdag te werken. Onder meer omwille van de hoge economische kost die onlosmakelijk verbonden is aan zo’n stakingsactie”, duidt Claes. “De omzet van een volledige dag gaat verloren en vaste kosten dienen doorbetaald, ook al is er die dag geen opbrengst.”
Inpikkend op de eisen van de vakbonden reageert Voka KvK Vlaams-Brabant misnoegd: "De vakbonden spiegelen hun leden luchtkastelen voor en spelen met vuur. België is vandaag zowat het enige land ter wereld waar de lonen automatisch de stijgende prijzen volgen. Wie zoals de bonden dat nog niet voldoende vindt, praat ons land de economische afgrond in."
Indexsprong
De automatische koppeling van de lonen aan de index zorgt ervoor dat de koopkracht op peil blijft. Voor ondernemingen ziet dit plaatje er heel anders uit. Het zijn zij die de loonindexeringen integraal betalen. De factuur voor die koopkrachtaanpassingen bedraagt nu al 20 miljard euro. Een gigantische som. Daarbovenop wordt ook het leven voor bedrijven duurder: energie en grondstoffen noteren aan recordprijzen. Ondernemingen staan met hun rug tegen de muur en proberen die toegenomen kosten zoveel mogelijk door te rekenen in hun prijzen. Het levert een spiraal aan prijsstijgingen op die niet te stuiten lijkt.
Voka pleit voor een eenmalige indexsprong. Zo’n indexsprong zou helemaal niet betekenen dat de lonen niet meer kunnen stijgen. Wel betekent het dat we 1 indexering overslaan: als de indexering in de periode ‘21-‘24 14% zou bedragen, dan zouden onze lonen met ‘slechts’ 12% stijgen. Op die manier dragen de gezinnen een klein stukje van inflatiekosten, en gunnen we de bedrijven een beetje ademruimte. We zouden zo’n indexsprong ook sociaal kunnen corrigeren door die enkel door te voeren voor de hogere lonen, en niet voor wie weinig verdient.
Wat we absoluut niet kunnen doen, is bovenop de indexering van de lonen nog een extra loonstijging toekennen. Dat zou onze concurrentiepositie in één klap compleet naar de vaantjes helpen, en dat voor vele jaren. Toch is het net dat waar de vakbonden voor pleiten. Een actiedag voor meer loon is dan ook volkomen misplaatst en dreigt de broze sociale vrede onderuit te halen.