Voka Metropolitan dringt aan op begeleidende maatregelen
Begin september starten de werken aan de Van Praetlaan, de drukke toegangsweg aan de noordkant van Brussel komende van de A12. Voka Metropolitan vreest voor een ernstige verzwaring van de files op deze toegangsweg, een aanslag op de bereikbaarheid van bedrijven in Brussel. “We vragen de Brusselse regering dringend begeleidende maatregelen te nemen, en te overleggen met Vlaanderen over de verkeersdoorstroming in de gehele Noordrand, gelet op de vele werken”, aldus Jan Van Doren, directeur Voka Metropolitan.
In september wordt gestart met de aanleg van een nieuwe rotonde op het kruispunt van de Van Praetlaan met de Vilvoordsesteenweg. Dit zou tegen december 2023 voltooid zijn. Dan wordt het verkeer op de Van Praetlaan in twee richtingen geleid en het doorgaand verkeer in de parallelle Vuurkruisenlaan definitief afgeschaft. Daar wordt plaats gemaakt voor de aanleg van een nieuwe tramlijn.
Deze ingreep komt er op neer dat het aantal rijstroken op deze Noordelijke toegangsas tot de Brusselse kanaalzone en het centrum wordt herleid van 5 naar 3. De 3 rijstroken op de Van Praetlaan worden voortaan ook gebruikt voor het verkeer dat de stad verlaat, waar dit voordien langs de Vuurkruisenlaan gebeurde.
Toegang voor vrachtwagens
Voka Metropolitan maakte eerder al bezwaar tegen de geplande ingrepen, en deelt de zorg van de Brusselse Havengemeenschap voor de bereikbaarheid van het havengebied voor vrachtwagens, waarvoor deze toegangsweg cruciaal is.
De Brusselse mobiliteitsminister Elke Van den Brandt heeft enkele bijkomende ingrepen beloofd, die het risico op verkeersellende enigszins kunnen beperken. Zo zouden de verkeersrichting kunnen wisselen in functie van de drukte, met name door ’s morgens twee rijstroken richting stad open te stellen, en ’s avonds twee rijstroken om de stad te verlaten. Op de A12 zullen twee rijstroken voor ingaand en voor uitgaand verkeer behouden blijven. Ook zal een pechstrook worden voorzien, zodat bij pannes het verkeer niet geblokkeerd geraakt. Tevens wordt de impact van de ingrepen op het verkeer gemonitord, en zullen bij ernstige hinder bijkomende maatregelen worden getroffen.
Beloften omzetten in concrete daden
Voka Metropolitan verwelkomt deze engagementen, maar vraagt de minister deze concreet te maken met een strakke timing. De begeleidende ingrepen dienen op het terrein in werking te kunnen treden van zodra het verkeer van de Vuurkruisenlaan naar de Van Praetlaan wordt gebracht. De beloften moeten dus snel in concrete daden worden omgezet. De herinrichting van start laten gaan zonder deze begeleidende ingrepen zal tot onverantwoorde bijkomende verkeersellende leiden. Dergelijke aanslag op het transport naar het havengebied en de bereikbaarheid van kantoren in het Brusselse centrum is onaanvaardbaar. Het is logisch dat de betrokken bedrijven indien nodig verdere acties ondernemen om dit te vermijden.
Globale aanpak mobiliteit in Brusselse Noordrand
De aanpassing van de Van Praetlaan moet ook in een breder kader worden bekeken en aangepakt. Van Doren: “We vragen dat Brussel en Vlaanderen rond de tafel gaan zitten voor een globale aanpak van de verkeersstromen in de Noordrand, gelet op de vele werken die daar gepland zijn: de werken aan de Viaduct van Vilvoorde, de geplande werken aan de aansluiting van de A12 op de Ring, de thans reeds lopende werken aan de Tyraslaan, een belangrijke verbinding van de Ring naar het Brussels havengebied.”
Voka Metropolitan vraagt daarbij te kijken naar de brede economische, ecologische en sociale context. Zo kondigde de Brusselse haven onlangs nog aan de containertrafiek te verdubbelen, met een uitbreiding van de containerterminal en een nieuwe logistieke zone, waardoor veel trafiek van de weg naar het water en spoor wordt afgeleid, en bijkomende jobs worden gecreëerd. Tevens wordt ingezet op hubs aan het kanaal voor stadsdistributie. Deze logistieke zones aan het kanaal moeten echter ook bereikbaar zijn voor vrachtwagens. Evenzeer blijft het zaak kantoren in de dienstenstad Brussel bereikbaar te houden voor pendelaars, door hen voldoende aantrekkelijke alternatieven te bieden via goed openbaar vervoer vooraleer toegangswegen te beperken.