Overslaan en naar de inhoud gaan

Navigatie

Terug naar het overzicht

3 pistes om de dalende onderwijskwaliteit aan te pakken

leerkracht
leerkracht
Hoofdstukken

Het lerarentekort en de onderwijskwaliteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Welke oplossingen zien we?

Dat de gekende onderwijsproblematieken verder onder druk zijn komen te staan door de COVID-crisis, was al langer een vermoeden. Toch legde de studie van Kristof De Witte midden januari de vinger op een pijnlijke wonde. Hij stelde namelijk vast dat bij een hoger aantal niet-ingevulde vacatures op een school de onderwijsresultaten van de leerlingen op die school nog verminderen.

Volgens de analyse die in de studie gemaakt wordt, leidt een ontbrekende leerkracht tot een leerverlies van 2,1 lesweken voor Nederlands en 2,6 lesweken voor wiskunde. Een ontluisterende vaststelling. En toch zijn er deze legislatuur, net zoals de vorige overigens, geen doortastende beleidsplannen gemaakt om dit probleem aan te pakken. 

Er werd wel hier en daar wat gesleuteld en gevijld aan het statuut en er werden een aantal doekjes voor het bloeden gezocht om het beroep aantrekkelijker te maken (denk maar aan de versnelde benoeming, de fietsvergoeding, lerarenbonus, …).

Maar de grote fundamentele hervormingen blijven tot op vandaag uit. We hebben dan ook zeer hoge verwachtingen van de Commissie Van Damme die hierover aanbevelingen zal formuleren, al had men deze commissie vier jaar in het leven mogen roepen.

3 pistes

Wij zien alvast drie pistes om dit probleem aan te pakken:

1. Minder administratie en meer les geven voor leerkrachten

In Vlaanderen hebben we op vandaag meer mensen en middelen in het onderwijs dan in de meeste ons omringende landen. Als we puur naar de financiering kijken, stellen we vast dat de Vlaamse leerkrachten duur zijn, dat ze kleine klassen hebben en dat ze minder uren les moeten geven in vergelijking met veel andere Europese landen.

Hoe kan het dan dat ze tóch zo veel werkdruk ondervinden en hierdoor zelfs al na enkele jaren weglopen uit het onderwijs? Dan moet er wel iets grondig misgaan in de organisatie op het terrein. Uit het tijdsbestedingsonderzoek uit 2018 bleek namelijk dat leerkrachten slechts 60 à 70% van de werktijd besteden aan les geven en lesvoorbereidingen.

Al de rest gaat naar administratie, organisatie, beleidstaken en professioneel overleg. Zaken die niet altijd door de overheid worden opgelegd, maar ontstaan vanuit een angst voor een doorgeslagen juridisering.

2. Meer efficiëntie in organisatie op het terrein

Wij kunnen hieruit alleen maar afleiden dat er meer efficiëntie nodig is in de organisatie op het terrein. De maatregelen die cruciaal zijn om het lerarentekort te verhelpen, zoals een verregaande modernisering van het lerarenstatuut, een modern en flexibel HR-beleid, herziening van de programmatieregels, doordachte digitalisering,… laten nog steeds op zich wachten.

Diezelfde maatregelen zullen ook de kwaliteit van ons onderwijs versterken. Want leraren met een sterke vakinhoudelijke achtergrond en grote didactische bagage worden gezien als een van de belangrijkste fundamenten voor kwaliteitsvol onderwijs waarin leerlingen uit verschillende achtergronden zich geïnspireerd en uitgedaagd voelen.  Maar zolang de randvoorwaarden niet zijn herzien, worden we blijvend geconfronteerd met een suboptimale inzet van de beschikbare talenten.

3. Inzetten op hybride loopbanen

Nu we daarbovenop vaststellen dat veel uitdagingen waar het onderwijs mee kampt, worden versterkt door het lerarentekort, kunnen we niet anders dan een versnelling hoger schakelen. Daarom roept Voka nogmaals op om versneld in te zetten op een flexibele werving van nieuwe krachten via zij-instroom en hybride carrières zoals bv. duaal lesgeven, een autonomer en moderner HR-beleid op schoolniveau, betere inzet van bestaande professionals via efficiëntere programmatie  en ondersteuning via digitalisering.