Overslaan en naar de inhoud gaan
Map
  • Nieuws
  • 2022: grand cru voor de Oost-Vlaamse wijnbouw (en 2023 wordt wellicht nog beter)

2022: grand cru voor de Oost-Vlaamse wijnbouw (en 2023 wordt wellicht nog beter)

  • 14/11/2023

De Belgische wijnbouw explodeert, en Oost-Vlaanderen blijft niet achter. Op vier jaar tijd gingen we van 21 naar straks veertig (semi-)professionele domeinen in onze provincie. 
Uit hobby gestart, met kennis van zaken aangepakt. De ondernemersmentaliteit zit snor bij onze wijnbouwers, maar er rendabel van leven, dat is andere koek. Jan Caudron, wijnmaker van het eerste uur, verdeler van materiaal voor wijnbouw en wijnlesgever, is onze gids in het Oost-Vlaamse wijnlandschap.

Jan Caudron voelt zich thuis in zijn wijngaard, waar de Zweigeltdruiven nog wat rijpen, net voor de pluk.

Tekst Sam De Kegel – foto Wim Kempenaers

De Belgische wijnbouw: explosieve groei…

De Belgische wijnbouw groeit met 15 à 20 procent per jaar. In België werd in 2022 802 hectare grond gebruikt om wijn te verbouwen, een uitbreiding van het areaal aan wijnstokken van meer dan 15% ten opzichte van 2021. In 2022 werden 259 (ondertussen al meer dan 260) wijnbouwers in België geregistreerd tegenover 237 in 2021, een stijging van 10%. Vlaanderen telde in 2022 157 wijnbouwers en Wallonië 87.  De meeste wijnbouwers zijn In Limburg en Luik gevestigd.

Meer dan 200 wijnboeren daarvan zijn deeltijds aan de slag in de wijnbouw, meestal in bijberoep (en combineren het dus met een hoofdactiviteit).

Na een minder wijnjaar in 2021 klokte de productie in 2022 af op ruim 3 miljoen liter. Ter vergelijking: in wijnlanden Italië en Frankrijk produceren ze ruim 4 miljard liter per jaar.

En ook de Oost-Vlaamse wijnbouw floreert…

Oost-Vlaanderen telde in 2022 officieel 32 wijnbouwers, in 2020 waren er dat nog maar 21. Ondertussen zouden er bijna 40 wijnbouwers aan de slag zijn in onze provincie, zeggen verschillende insiders.

In Oost-Vlaanderen steeg de wijnproductie van 68.920 liter in 2021 naar 192.969 liter in 2022. De wijnproductie is in 2022 meer dan verdubbeld t.o.v. 2020. Vooral de productie van witte en mousserende wijn is enorm toegenomen. 
 

Provincie Oost-Vlaanderen & EROV: promotie en professionalisering

Als promotor van de Oost-Vlaamse streek- en hoeveproducten organiseert EROV om de drie jaar een ‘Wijntoer’, op de laatste zondag van augustus. Op de website www.lekkeroostvlaams.be wordt een aparte rubriek geïntegreerd over de wijnbouwsector, met filmpjes, getuigenissen en beelden van wijnbouwers en een handige zoekfunctie. Daarnaast wil EROV op Europees niveau via een Interreg-project – dat de wijnsector in kleinere en/of minder bekende wijnregio’s in Europa verder wil ontwikkelen en professionaliseren – samenwerken met wijnregio’s in o.a. Duitsland, Slovenië en Hongarije. Kennisdeling door samenwerking tussen overheden, wijnbouwers en onderzoeksinstellingen is hierbij de leidraad. 

Jan Caudron loodst ons rond in een nagelnieuw bedrijfsgebouw, pal naast zijn privéwoning. De schilderwerken zijn net voltooid. “Hier komt binnenkort de pers voor mijn wijnmakerij”, vertelt hij. “En dit is mijn atelier waar ik machines van klanten herstel.” 

Jan was de allereerste wijnbouwer in Oost-Vlaanderen. In 2004 plantte hij zijn eerste wijnstokken, op domein Kampenberg in Vlierzele. Hij verkoopt ook sindsdien high end materiaal aan wijnbouwers, via Vinitec. “Ik ben gestart met verzinkte palen, daarna volgden kleine wijnpersen, tanks, bottelmateriaal en nadien ook grotere persen, koelinstallaties, ontstelers, enz.”

In een imposante kelder stockeert hij de wijnflessen. “Zo spaar ik elektriciteitskosten uit, want in de kelder liggen ze altijd lekker koel.” Hij toont ons de oogst van 2017, 2018 en 2019. “Mijn schuimwijn rijpt steeds langer, zo wordt ie nog smaakvoller.”

Van fotograaf tot wijnbouwer

De voorbije drie jaar verbouwde Jan Caudron zelf geen wijn, onder andere door de investeringsinspanningen. “Ik verkocht mijn druiven wel aan klanten die er wijn mee maakten, waarbij ik ook advies gaf. Maar ik heb natuurlijk druiven geplant om wijn te verkopen. Dit najaar oogst ik opnieuw (ondertussen vond de pluk plaats, half september, red.). Daarvoor doe ik beroep op seizoenarbeiders. Ze zijn flexibel, stipt en werken zolang het nodig is. In tegenstelling tot vrienden hoef je er ook geen barbecue voor te organiseren achteraf”, lacht hij.

Deze wijnbouwer met zin voor droge humor heeft 1,6 hectare in productie, goed voor 6.000 stokken, met de druivensoorten Zweigelt, Pinot Gris, Gamay en Pinot Noir. Zijn allereerste stuk grond kocht hij op een openbare verkoop, in concurrentie met de lokale witlofboeren. “Ondertussen zijn de boeren mijn beste kameraden, ook omdat ze zien dat ik de handen uit de mouwen steek. Er is geen enkele boer die zoveel op zijn knieën zit als ik”, lacht hij.

In het derde studiejaar zei Jan tegen zijn juf dat hij boer wilde worden, maar het draaide anders uit en hij werd een gerespecteerde freelancefotograaf. “De laatste jaren in die job was het huilen met de pet op qua verdiensten. Ik fotografeerde met hart en ziel, maar je blik vernauwt en je ziet eerst geen andere mogelijkheden.”

Uiteindelijk kwam zijn jongensdroom toch uit en begon hij, tegen alle adviezen in, met het planten van wijnstokken in 2004. “In 2007 oogstte ik voor het eerst, maar ik besefte ook al gauw dat ik niet zou kunnen leven van mijn wijngaard. Als eerste wijnboer in Oost-Vlaanderen had ik wel een technologische voorsprong op anderen. Ik zag dat er meer en meer vraag kwam naar materiaal, maakte een webshop en de eerste week verkocht ik al voor 2.000 euro, zo is Vinitec gestart.”

Klanten komen bij hem voor de diepgewortelde… service. “Wijnbouwers kunnen evengoed materiaal bestellen bij buitenlandse bedrijven, maar als ze bij mij een wijnfilter kopen, krijgen ze er alle uitleg bij. Ik heb het allemaal zelf gedaan, ze komen dus bij mij omdat ze weten waarover ik spreek.”

Drie jobs voor de prijs van één

Jan serveert een rosé mousserende wijn die zestig maanden rijpte. “Ik mag geen enkele referentie naar champagne maken, al is de werkwijze uniform. (fijntjes) Ik maak dus geen champagne, maar kampagne (omdat de druiven van één oogstjaar afkomstig zijn; ook een subtiele verwijzing naar zijn domein Kampenberg, red.). Hoe langer mijn flessen rijpen in de kelder met een kroonkurk, hoe beter. De gist desintegreert beetje bij beetje en die autolyse van de gist zorgt voor de fijne smaak en parel.”  

Jan Caudron was in 2004 niet enkel de eerste wijnbouwer in Oost-Vlaanderen. Hij richtte ook mee de vzw Belgische Wijnbouwers op. “In het Hageland waren er al een aantal bezig, in Luik en Namen waren ze net gestart en je had ook al enkele wijnbouwers in West-Vlaanderen. “In het begin verklaarden de meesten mij stekezot. Maar ooit verbouwden we ook geen mais of aardappelen. Ook heel wat fruittelers kregen interesse in wijnbouw omdat de teelt en verkoop van appelen en peren achteruitboerde.”

Als pionier in de Oost-Vlaamse wijnbouw heeft hij een goed zicht op de evolutie ervan in deze provincie. Op drie jaar tijd, tussen 2020 en 2022 groeide het aantal (semi)-professionele domeinen van 21 naar 32. Ondertussen telt Oost-Vlaanderen minstens 36 wijnbouwers. “De meesten zijn ook klant bij mij. Daarnaast krijg ik ook heel wat aanvragen uit het buitenland, zoals uit het zuiden van Zweden of Polen, in dat laatste land is er al heel wat kennis rond de fruitteelt.”

(lees verder onder de foto)

Deze wijnbouwer heeft 1,6 hectare in productie, goed voor 6.000 stokken, met de druivensoorten Zweigelt, Pinot Gris, Gamay en Pinot Noir.

Jan Caudron staat met beide voeten op de grond. De aard van het beestje, maar het is ook de economische realiteit. “Eigenlijk heb je een opeenvolging van drie afzonderlijke jobs. Eerst kweek je druiven, een landbouwactiviteit. Velen willen graag boer zijn, daar schuilt zelfs wat romantiek in, maar het is vooral hard werken, met het weer als onvoorspelbare factor. Daarna moet je wijn maken, en dat moet je echt leren. Maar waar het vaak fout gaat, is bij de derde job: de verkoop. Ik volgde veel lessen in Duitsland en daar zeggen ze: Verkaufen is das Wichtigste. Je kan te veel kosten steken in apparatuur, of je verkoopprijs te laag of te hoog zetten. Je hebt klanten nodig die steeds terugkeren en voldoende flessen afnemen. Family, fools en friends, dat stadium ben je heel snel gepasseerd. Ik heb ‘slechts’ anderhalve hectare en maak 10.000 flessen wijn, maar die geraak je aan de drie f’en niet meer kwijt. Je moet dus de boer op. Maar als geld je enige drijfveer is, zoek dan een ander beroep.”

Hij leverde tot de start van de covid-pandemie vooral aan de horeca. “Dat deed me bijna de nek om, want opeens viel de hele handel stil door dat virusje. Tot de laatste fles werd alles gecanceld, toen ben ik me meer gaan richten op particuliere verkoop.”

Klimaat als vriend en vijand

Sinds de klimaatverandering zijn er geen slechte wijnjaren meer, kopte De Tijd deze zomer nog. Het gaat snel voor de Belgische wijnbouw, de sector groeit jaarlijks zo’n 15 procent (zie ook randstuk). Ondanks of dankzij het veranderende klimaat?  Noordelijke streken worden door de stijgende temperaturen steeds gunstiger voor bepaalde wijnrassen. Maar in het zuiden van Spanje, Frankrijk en Griekenland zal de wijnbouw het steeds moeilijker krijgen. Bij te warme temperaturen verdwijnen de zuren uit de druiven; die geven frisheid aan de wijn en moeten in balans zijn met de aanwezige suikers. Maar ook hier kunnen de extremere weersomstandigheden de oogst ernstig beïnvloeden. Jan: “Ik ben nog gestart voor alle heisa rond de wijziging van het klimaat. Maar vorig jaar heb ik op mijn wijngaard druivelaars ontdekt die uitgedroogd waren. De droogte, inclusief historisch lage grondwaterstanden, kan een groot probleem vormen in de toekomst.” 
Ook de grond waarop je verbouwt, is cruciaal. “Vooraleer ik startte, reed ik de Vlaamse Ardennen rond met een spade in de koffer. Soms kan de grond enkele meters verder al een andere samenstelling hebben. Hier hebben we vruchtbare leemgrond, soms zelfs te vruchtbaar voor druiven. Daarom kies ik nu voor ‘tragere onderstammen’, die minder stikstof doorgeven naar de bladeren.”

Ondernemer wordt wijnbouwer

Jan spreekt steeds met kennis van zaken. Hij deelt die ook graag met anderen. Vijftien jaar geeft hij al les wijnbouw voor Syntra Midden-Vlaanderen. “Dat is tijdrovend, maar het verplicht me zelf om bij de les te blijven”, zegt hij fijntjes. “Soms heb ik enkele jonge studenten, vooral biologen of bio-ingenieurs die in het buitenland een domein willen opstarten, zoals Australië, Namibië of Spanje. Maar de meeste wijnbouwers in Oost-Vlaanderen zijn
gevestigde ondernemers van middelbare leeftijd die hoogopgeleid zijn en geen financiële zorgen hebben (een hectare grond kost al gauw 100.000 euro, daarnaast heb je ook veel materiaal en plaats nodig, red.). Ze zijn misschien ook een tikkeltje ongelukkig met hun huidige leven en dus nemen ze er nog een extra activiteit bij”, zegt hij ietwat stout. “In mijn lessen kom ik alsnog zelden vrouwen tegen.”

Volgens Jan is het ook bijna niet mogelijk om er rendabel je beroep van te maken. “Ik zie veel nieuwe mensen beginnen en de schaal waarop ze beginnen, is zeker professioneler dan toen ik begon. Maar ik ken persoonlijk niemand voor wie dit zijn enige bezigheid is en waarbij ze doorgroeien tot het rendabel is, dus met zwarte cijfers schrijven. Maar kijk naar Vandersteene, een plantenkweker uit Zwijnaarde die ook wijn maakt. Dat is de ideale combo. Waarom zouden ze nog extra hectaren bij kopen om drie keer zoveel wijn te maken terwijl ze nu op hun bestaande gronden een goede schuimwijn maken die internationaal scoort en ze kunnen verkopen via hun bestaande verdeelnetwerk.”

De meeste Belgische (en ook Oost-Vlaamse) wijnboeren hebben een bescheiden areaal van een paar hectaren. In de wereld van de wijnbouw spreekt men vaak over de regel van 10: je moet minstens 10 hectare hebben en 10 jaar wachten om wijn aan 10 euro per fles te kunnen verkopen. Maar ook die regel van 10 nuanceert hij. “Er zijn zoveel parameters die bepalen hoe rendabel je bent.”  

Slim investeren is al half gewonnen. Zelf deed Jan Caudron beroep op een Winwinlening van PMV voor de eerste investeringen, ook vandaag heeft hij nog enkele Winwinleningen lopen. “Er is nog steeds veel geld beschikbaar voor goede ideeën. Ik heb altijd open kaart gespeeld met de mensen die me geld geleend hebben en iedereen op vervaldatum uitbetaald met een stukje rente, soms zelfs iets vroeger.”

Wijngaarden vertroetelen

Na het interview bezoeken we nog een van zijn wijngaarden, op een boogscheut van zijn woonst. “Deze Zweigelt-druiven zijn geënt op een wortel. Ze moeten donkerblauw, bijna zwart zijn als ze rijp zijn. Hoe noordelijker je op de planeet zit, hoe minder instraling je van de zon hebt en hoe meer bladeren je nodig hebt om dezelfde hoeveelheid ‘suiker’ te produceren. Want je suiker wordt via fotosynthese in je bladeren geproduceerd en gaat vervolgens voor een groot deel naar de wortels en een deeltje naar de druiven. De kunst is om de goede verhouding te vinden tussen het aantal trossen en het aantal vierkante meter blad. Je moet je druivelaars dus continu in de gaten houden.”  
De aarde onder de druivelaars is net machinaal geschoffeld. “Als je de bodem onder de druivelaar onkruidvrij houdt, zal er minder opstijgend vocht zijn ’s nachts en zal je minder schimmels hebben”, weet Jan uit ervaring. “De druiven voor zijn schuimwijn oogst hij vroeger dan die voor de witte of rosé wijn. “Zo heb ik twee oogstmomenten, waardoor het rendement hoger ligt.”

(lees verder onder de foto)

 

Ondanks de vele uitdagingen ziet hij de toekomst hoopvol voor onze wijnbouw. “In Frankrijk zijn ze al zevenhonderd jaar bezig met wijnbouw en gekend in de hele wereld. In België zijn we de new kid on the block. Vergelijk ons met Nieuw-Zeeland, veertig jaar geleden. We zijn niet slecht bezig, meer nog, de voorbije twintig jaar hebben we in België een ongelooflijke evolutie meegemaakt. Maar het duurt generaties om te zien of we een echt wijnland worden. De Provincie Oost-Vlaanderen doet ook veel voor onze wijnbouwers, al zouden de verschillende provincies de krachten nog meer kunnen bundelen. We komen nu wel in de fase dat we meer in het buitenland zullen moeten verkopen. Veel nieuwe wijnbouwers hebben ook nog geen wijn verkocht hé, sommigen oogsten nu pas voor de eerste keer.”

Zelf wil hij in de toekomst ook klanten ontvangen in zijn binnentuin, waar een plataan alle aandacht opeist. Deze plek ademt vrede, aan de rand van de Vlaamse Ardennen. “Op elke fles die je zelf rechtstreeks verkoopt of uitgiet, heb je meer winst.” Hij krijgt nu al vragen van ondernemers en raden van bestuur voor productvoorstellingen, jaarfeesten of kookdemonstraties. “Ook Leeflank uit Lede heeft die les goed begrepen”, besluit Jan. Ook in het buitenland zie je steeds meer wijngaarden die een hotel of wellness runnen. Beleving wordt meer dan ooit het codewoord.”

Het interview met Jan Caudron vond reeds plaats eind augustus. Ondertussen is zijn wijnmakerij klaar en heeft hij nieuwe druiven geoogst en verwerkt.

In een imposante wijnkelder stockeert Jan Caudron zijn wijnflessen. Zijn schuimwijn rijpt er steeds langer. Tijdens die rijping zie je de gistcellen, een soort donkere  emulsie, in de fles. Nadien worden de flessen gedraaid, waardoor de gistcellen een prop vormen aan de hals van de fles. Tijdens een bevriezingsproces vliegt de prop eruit.
 

De suzuki-invasie: kleine vlieg, grote bedreiging

De sproeiproducten die Belgische wijnbouwers mogen gebruiken om beestjes en schimmels aan te pakken, zijn beperkt in België. Jan Caudron: “Eigenlijk behoren we tot een groep landen die dezelfde producten mogen gebruiken, waaronder Duitsland, Nederland en Luxemburg. Dat is Europees zo vastgelegd. In België zijn de regels echter vaak niet te volgen omdat er hier een extra beslissingsniveau is dat die regelgeving soms tegenspreekt. Dat kan een rem zijn op je groei als beginnende wijnbouwer. Stel je voor dat ze in de aardappelteelt zeggen: ‘Dit product tegen de schimmels mag je vanaf morgen niet meer gebruiken.’ Dàt doen ze dus wel in de wijnbouw.”

Hij ziet een grote bedreiging: de suzuki-vlieg. Dat is een klein fruitvliegje van 2 mm, geïmporteerd uit China in 2014. Jan: “De vlieg legt haar eitjes niet in afgevallen fruit maar zal rood fruit – als er een bepaalde hoeveelheid suiker in zit – in de wijngaard ‘openzagen’ om daar één eitje per bes in één tros in te leggen. Aan hun ‘zaagje’ hangt een azijnzuurbacterie die rechtstreeks van suiker azijn kan maken. Vier dagen later is de druiventros aangestoken door azijn en dat krijg je niet meer uit de wijn uitgefilterd. In 2014 kende ik daardoor een totaalverlies.”  

 

Artikel uit publicatie