Bij Aveno – voluit: Alle Vetten en Oliën – draait het om veel meer dan olie in bulk verpakken. In de haven van Antwerpen verwerkt het bedrijf plantaardige oliën tot gebruiksklare producten voor de industrie en foodservice. Achter die ogenschijnlijk gestroomlijnde operatie gaat een sterk geloof schuil in de kracht van mensen. “De machines maken het, maar de mensen maken het verschil,” zegt Steven Van Den Berghe, zaakvoerder van Aveno. “Een machine doet wat ze moet doen, maar het is de operator die bepaalt hoe ze het doet – hoe efficiënt, hoe zuiver, hoe correct. Die menselijke finesse blijft cruciaal.”
Vanuit een sterk basisidee
Aveno verwerkt oliën voor talloze toepassingen, maar het basisidee is oud. “Ik zeg vaak: Jezus bakte zijn eitje 2.000 jaar geleden ook al in olijfolie,” lacht Van Den Berghe. “Vandaag is het gebruik alleen veel breder geworden. Het kookgedrag is veranderd: er zijn meer bereide maaltijden, meer diversiteit in keukens. Daar spelen wij op in.”
Het bedrijf kiest bewust voor een geïntegreerde aanpak. “Van de tankwagen die olie levert tot het eindproduct dat vertrekt naar de klant – alles doen we hier zelf. We willen onze klanten volledig ontzorgen.”
Technologie als tool, mensen als motor
Hoewel de productie bij Aveno grotendeels geautomatiseerd is, blijft het menselijke element centraal staan. “Machines zorgen voor efficiëntie en continuïteit, maar je hebt mensen nodig die ze snappen, fijn afstellen en bijsturen waar nodig. En die profielen vinden, wordt steeds moeilijker.”
Ergonomie, gezondheid, en motivatie zijn dan ook aandachtspunten op de werkvloer. “Het gaat niet alleen over technische kennis, maar ook over engagement. Je wil mensen die willen meedenken, mee evolueren.”
De machines maken het, maar de mensen maken het verschil.
Hamvraag: "Waar haal je als ondernemer de inspiratie om je productielijn te innoveren?"
De innovatie bij Aveno komt niet uit een lab, maar uit het veld. “Je moet als ondernemer veel buitenkomen,” zegt Van Den Berghe. “Beurzen bezoeken, leveranciers zien, collega-bedrijven bekijken. Via initiatieven zoals Scouting Industrie 4.0 van Voka zie je wat elders werkt. Dan denk je: wat kunnen wij daarvan leren, op onze schaal?” Voor hem is het geen kwestie van blind kopiëren. “Je leent met je ogen, je steelt niet. Elke ondernemer moet zijn eigen koers varen.”
Continu veranderende context
De voorbije jaren legden stevige druk op de sector. “Tijdens COVID viel de hele foodservice weg – restaurants, pretparken, alles dicht. En net toen dat herstelde, kwam Oekraïne, met leveringsproblemen voor zonnebloemolie. Nu zorgt Trump voor importheffingen. Die nervositeit werkt verlammend.”
Tegelijk voelt Van Den Berghe de concurrentiedruk toenemen. “Zijn we competitief? Misschien. Maar het vraagt elke dag méér. Energie is duur, personeel schaars, ruimte beperkt. We moeten ons dubbel plooien om bij te blijven.”
Je mag als ondernemer nooit in slaap vallen. Navelstaren gebeurt hier niet.
Niet stilstaan, maar vooruit kijken
Wat hem drijft, is vooruitgang. “Je mag als ondernemer nooit in slaap vallen. Navelstaren gebeurt hier niet. We volgen wat er leeft, en proberen met onze aanpak in de juiste richting te blijven bewegen. Of het resultaat 100% is wat we vandaag voor ogen hebben? Dat zal de toekomst uitwijzen. Maar ik heb er vertrouwen in: de machines maken het – onze mensen maken het verschil.”
Wij zetten onze tafel bij ondernemingen!
Vlaamse ondernemingen behoren tot de allerbeste ter wereld. Daarom zet Eric Laureys van Voka zijn tafel bij die bedrijven zelf. Hij gaat praten met ondernemers in heel Vlaanderen, hoe zijn zij geraakt waar ze vandaag staan, kunnen ze nog groeien en waar botsen ze tegenaan? Dat ontdekken we bij ‘De Hamvraag’!