Op 13 maart gingen we net één jaar geleden voor het eerst in lockdown. Een zware klap, ook voor onze economie. Wat kunnen we leren uit 1 jaar coronacrisis? En vooral: welke lessen moeten we zeker níet trekken? Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij Voka, zoekt het uit.
1. ‘Corona is het einde van een economie gebaseerd op groei'
Zonder economische groei wordt onze hele samenleving een ‘zero-sum game’: individuen of bevolkingsgroepen kunnen er dan enkel op vooruit gaan ten koste van anderen. Bovendien is onze huidige welvaartsstaat niet bestand tegen de impact van de vergrijzing zonder economische groei. De huidige crisis vergroot het belang van groei zelfs nog om de opgelopen schade weg te werken. Een ernstig debat over de verdeling van de vruchten van die groei is zeker aan de orde, maar daarvoor moet die groei wel eerst gerealiseerd worden.
2. 'We moeten veel meer investeren in onze overheid'
België behoort al decennialang tot de landen waar het meeste geld vloeit naar de overheid. Onze totale overheidsuitgaven bedroegen in 2019 52,3% van het bbp. Die zouden dit jaar naar 62,6% springen en na de crisis bij ongewijzigd beleid stabiliseren rond 55% van het bbp. Dat we met zo’n groot overheidsbeslag toch op tekorten aan essentieel beschermingsmateriaal botsen, is onaanvaardbaar. Het debat moet dan ook niet zozeer focussen op meer geld, maar wel op de vraag of de huidige middelen correct ingezet worden.
3. 'We moeten de koopkracht van de mensen ondersteunen'
Het blijft politiek aanlokkelijk om uit te pakken met ideetjes om de koopkracht van de mensen te ondersteunen, maar dat komt grotendeels neer op verspilling. De gemiddelde koopkracht van de Belgen is in deze crisis redelijk intact gebleven. Een beperkt deel van de gezinnen, veelal de meest kwetsbaren, zijn wel hard geraakt. Dat impliceert dat gerichte koopkrachtmaatregelen naar die beperkte groep nodig en zinvol zijn, maar koopkrachtcadeautjes voor iedereen zijn dat niet.
4. 'We moeten weer lokaal kopen'
Volgens het Planbureau is 30% van onze welvaart en onze jobs direct en indirect gelinkt aan de buitenlandse handel. In essentie is de Belgische markt gewoon te klein om ons huidige welvaartsniveau enkel lokaal te realiseren. Dat betekent niet dat we moeten gaan voor ongebreidelde en ongecontroleerde globalisering zonder aandacht voor de verliezers daarvan, maar internationale handel is een cruciale pijler van onze welvaart. Economisch terugplooien op onszelf zou gepaard gaan met een enorme stap terug in welvaart.
5. 'Onze economie moet kleinschaliger'
Bedrijven met minder dan 50 werknemers zijn in België vandaag al goed voor 55% van de totale werkgelegenheid, wat bij de hoogste van Europa hoort. In Spanje, Portugal, Italië en Griekenland ligt het aandeel van kleine ondernemingen nog hoger, maar dat zijn niet meteen voorbeeldlanden op economisch vlak. Bovendien zijn multinationals met voorsprong de meest productieve ondernemingen in onze economie, en in die zin een cruciale motor van welvaartscreatie. Alles nog kleinschaliger komt ook neer op een duidelijke verlaging van onze welvaart.
6. 'Laat ons de jobs herverdelen via arbeidsduurverkorting of brugpensioen'
Arbeidsduurverkorting en brugpensioen zijn een schijnoplossing. Voor deze crisis was een belangrijke hindernis voor onze groei dat bedrijven onvoldoende werknemers vonden. De structurele krapte op de arbeidsmarkt allicht vrij snel terug de bovenhand nemen. De focus moet liggen op de mensen die de komende maanden hun job verliezen zo snel mogelijk terug naar een nieuwe job te begeleiden, o.a. via gepaste opleiding, niet op met z’n allen minder gaan werken.
7. 'Onze overheid gaat failliet'
De huidige economische klap wordt vooral opgevangen door de overheid. Daardoor klimt het begrotingstekort dit jaar naar 11% van het bbp, of zo’n 50 miljard, en de overheidsschuld naar 120%. Dat leidde al tot allerlei doemverhalen over onze failliete overheden. Maar dat risico blijft vooralsnog beperkt. Een indicatie daarvan is dat de schatkist vandaag kan lenen aan historisch lage rentevoeten. Onze overheden staan na deze crisis zeker voor langdurige saneringsinspanningen om hun rekeningen terug op orde te krijgen en tegelijkertijd de vergrijzing op te vangen, maar ze zijn nog lang niet failliet.
8. 'Laat de rijken de crisis betalen'
Hogere belastingen zijn in bepaalde hoeken het makkelijke antwoord op de vraag hoe we na de crisis de overheidsfinanciën terug op orde krijgen. Het Planbureau verwacht dat de overheidsontvangsten de komende jaren stabiliseren net boven 50% van het bbp, wat bij de hoogste ter wereld hoort. De overheidsuitgaven zouden stabiliseren rond 55%. Om dat gat dicht te rijden met extra belastingen, moet de belastingdruk naar het (met voorsprong) hoogste niveau ter wereld. Dat zou onvermijdelijk negatieve gevolgen hebben voor onze economie. Er valt veel te zeggen voor stevige hervormingen om ons belastingstelsel te verbeteren, maar een forse verhoging van de belastingdruk is geen goed idee.
9. 'We moeten kiezen tussen gezondheid en economie'
De tegenstelling tussen economie en gezondheid berust op een verkeerde inschatting van de feiten. De belangrijkste economische les van de voorbije maanden is allicht dat de verspreiding van het virus, en de psychologische impact daarvan op de mensen, dé bepalende factor is voor de economische schade. Ook voor de economie blijft de belangrijkste factor het onder controle brengen van het virus. Het belang van een snelle en efficiënte vaccinatie valt dan ook niet te onderschatten.
10. 'We kunnen alles oplossen door onbeperkt geld bij te drukken'
Centrale banken zouden volgens sommigen allerlei problemen moeten oplossen door geld bij te drukken. De klimaatuitdaging, armoede, ongelijkheid, hogere pensioenen, ... Geld bijdrukken is een crisismaatregel die de economie en het financiële systeem kan ondersteunen tijdens crisisperiodes. Maar het is geen duurzame financiering. Om problemen ten gronde aan te pakken moeten politici structurele oplossingen uitwerken.