Overslaan en naar de inhoud gaan
Map

Loonvorming heeft te maken het verlonen van medewerkers. Heel veel marge de manoeuvre hebben de ondernemingen hier niet.

In eerste instantie worden de lonen in België voornamelijk sectoraal onderhandeld. In bijna alle sectoren worden de lonen ook automatisch geïndexeerd. Dat is een belangrijke collectieve kostendrijver die maar weinig ruimte meer laat voor ‘opslag’ op maat van de onderneming en medewerker. Des te meer gezien de automatische indexering een dwingende loonnorm noodzaakt, zo niet is het risico reëel dat de loonkostenhandicap van onze bedrijven verder toeneemt ten opzichte van onze belangrijkste handelspartners.

De loonnorm wordt op interprofessioneel niveau over alle sectoren heen vastgelegd. Deze loonnorm ten spijt zijn momenteel door de sterke inflatie de lonen momenteel verder ontspoord met een nefaste loonkostenhandicap die dreigt te exploderen tot om en bij de 16%. In afwachting van het ontwarren van de gordiaanse knoop van de loonvorming is een indexsprong noodzakelijk.

Een andere anomalie in België is de hoge loonwig, de kloof die gaapt tussen de loonkosten voor de onderneming en het nettoloon voor de geleverde arbeid. De lasten op arbeid zijn dan ook torenhoog, terwijl werken moet lonen en arbeid betaalbaar moet zijn, willen we concurreren met het buitenland. Daarom moeten de sociale en fiscale lasten omlaag.

Nog een aandachtspunt bij de loonvorming zijn de minimumlonen. Lage instaplonen vormen de brug naar werk. Onze minimumlonen liggen echter vrij hoog in vergelijking met andere landen. Dit dreigt laagproductieve medewerkers uit de markt te prijzen en hen als outsider tot een uitkering te veroordelen. Daar loopt dan weer de noodzakelijke activering mank. Maar dat is een ander verhaal.
 

Gianni Duvillier

Senior Adviseur Werk en Sociale zekerheid

Full bio of Gianni Duvillier