10 jaar Flanders Make: “We brengen technologie dichter bij bedrijven”
Na 10 jaar heeft Flanders Make zijn plaats op de kaart ruim verdiend. Via dit strategisch onderzoeksnetwerk stellen 1.000 wetenschappers van de 5 Vlaamse universiteiten hun kennis ter beschikking van de maakindustrie. “Door het delen van kennis en innovatie met bedrijven helpen wij de Vlaamse economie weerbaarder te maken”, zegt CTO Koen Maertens.
Flanders Make, het strategisch onderzoeksnetwerk voor de maakindustrie, verwelkomde net voor de zomer een 300-tal bedrijfsmensen op een inspiratiemoment in zijn co-creatiecentrum in Kortrijk. Op donderdag 13 november volgt het jaarlijkse symposium voor de industrie in Brussel. “Flanders Make werd 10 jaar geleden opgericht na de sluiting van Ford Genk. Wij zijn het jongste Vlaamse strategisch onderzoekscentrum naast imec (chiptechnologie), VIB (medische biotechnologie) en Vito (technologie voor duurzaamheid)”, vertelt chief technology officer Koen Maertens, die anderhalf jaar geleden in dienst kwam. Daarvoor was hij na zijn doctoraat in industriële automatisering (KUL) 2 decennia actief in innovatie, onderzoek en ontwikkeling bij CHN in Zedelgem, Picanol in Ieper en Vero Duco in Veurne. “Via de deelname van Picanol in de adviesraad, die bestaat uit 15 industriëlen en 15 wetenschappers, stond ik eigenlijk al mee aan de wieg van Flanders Make. Ik maakte 2 jaar geleden de overstap kort na het aantreden van CEO Grisja Lobbestael, die overkwam na 17 jaar management bij Sioen in Ardooie. Onze ambitie is om de kennis van de Vlaamse onderzoekers nog meer industrieel te valoriseren en bedrijven te inspireren om de technologie beter te gebruiken.”
“Elke Vlaamse wetenschapper die iets met de maakindustrie te maken heeft, zit in ons netwerk van 1.000 onderzoekers, waarvan 300 op de eigen payroll en 700 aan de 5 Vlaamse universiteiten. Het is een uitdaging om die technologisch georiënteerde mensen industriële impulsen te laten geven. We werken goed samen met de ondernemersfederaties die de industriële behoeften kennen, zoals Voka en Agoria, om de gap tussen technologie en applicatie te sluiten”, vertelt Koen Maertens.
De 1.000 onderzoekers in ons netwerk ondersteunen innovatie voor de maakindustrie.
“Ondernemers zijn vooral businessgericht. Vanuit hun focus op operationele continuïteit blijven ze vaak in bestaande praktijken hangen. Maar wie onvoldoende innoveert, kan snel ingehaald worden en verdwijnen. Onze taak is het overbruggen van de afstand tussen nieuwe wetenschappelijke kennis en dagelijks ondernemen. Als wij bijvoorbeeld zeggen dat een bepaalde AI-toepassing 70% tijdwinst in de administratie kan opleveren, dan wordt het voor de ondernemer interessant.”
Gezien het belang van de maakindustrie als basis van de welvaart, speelt Flanders Make dus een grote maatschappelijke rol, vindt hij. “Als je weet hoe schaars geschoolde technische profielen zijn, dan is het van cruciaal belang om meer te doen met de mensen die je hebt. Dan is technologie de sleutel voor het verhogen van de productiviteit en de wendbaarheid van bedrijven. Wij maken de ondernemingen ook minder afhankelijk van externe factoren, zoals behoefte aan grondstoffen en kritische materialen. Zo helpen met Vlaamse middelen gefinancierde onderzoekers om de maakeconomie weerbaarder te maken.” (RJ - Foto MVN)