Overslaan en naar de inhoud gaan

Navigatie

Terug naar het overzicht

Hoe de waterkwaliteit te verbeteren zonder een hypotheek te leggen op de vergunningen?

water
water
Hoofdstukken

We zitten tussen hamer en aambeeld en dreigen naar een vergunningenstop te gaan als er niet dringend verschillende acties worden ondernomen vanuit het beleid. 

De waterkwaliteit in Vlaanderen verbetert langzaam en dit mede door de inspanningen van de industrie. Metingen tonen aan dat sinds 2010 de emissies van de industrie van zuurstofbindende stoffen gedaald zijn met 30-40% en nutriënten zoals stikstof en fosfor zijn gedaald met 25-35%.  

Ondanks deze verbetering dreigen we toch in de problemen te komen. Europa legt ons op om een goede toestand te halen van de waterlichamen tegen 2027. Op dit moment haalt slechts 1 van de 195 lichamen deze toestand. Bovendien kan mag er geen verdere achteruitgang zijn van de huidige toestand. 

Een vergunningenstop dreigt als niet dringend deze drie verschillende acties worden ondernomen vanuit het beleid:

1. Werk op Vlaams niveau een programmatische aanpak uit

Net zoals voor stikstof moet er een programmatische aanpak uitgewerkt worden om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze integrale aanpak is nodig om de milieudruk weg te werken en tegelijkertijd een haalbaar en werkbaar kader te creëren. 

Wat houdt dit nu concreet in? 
•    Breng in kaart welke stoffen voor verontreiniging zorgen. 
•    Breng in kaart wie verantwoordelijk is voor deze verontreiniging. Hierbij moeten zowel de vergunningsplichtigen als de niet-vergunningsplichtigen opgenomen worden. Dus ook diffuse verontreiniging moet mee in scope zitten. Om deze impact te berekenen zijn actuele rekenmodellen of bepalingsmethodes nodig. 
•    Bepaal vervolgens de maatregelen. Prioritair zijn de maatregelen die het meest kostenefficiënt en impactvol zijn, rekening houdend met de geleverde inspanningen uit het verleden en zorg dat de maatregelen proportioneel zijn met de verantwoordelijkheid. Op die manier kunnen we de beschikbare middelen efficiënt en gecoördineerd inzetten.

2. Bereid nu al de juridische stappen voor 

De uitwerking van een programmatische aanpak voor stikstof heeft ongeveer tien jaar geduurd. Vlaanderen moet dus nu al de juridische stappen ondernemen om de afwijkingsmogelijkheden die Europa voorziet voor te bereiden zodat we tegen 2027 weten waar we naar toe willen gaan. 

3. Pleit bij Europa voor een integrale verbetering van milieu en klimaat

De Europese Unie heeft in de Green Deal en het Green Deal Industrieel Plan de ambities vastgelegd om tegelijkertijd milieu- en ecologische doelen, klimaatdoelen en economische (veerkracht)ambities te realiseren. Hoewel deze doelstellingen de potentie hebben om elkaar wederzijds te versterken, zien we steeds vaker conflicterende vergunningseisen die de tijdige uitvoering van duurzaamheidsprojecten belemmeren omwille van bijv. lokale uitdagingen. 

Een one-size-fits-all oplossing om de milieu- en klimaatdoelen aan te pakken die Europa oplegt aan de lidstaten, bestaat niet. Voka vraagt dat er werk wordt gemaakt van een integrale milieubeoordeling. Door onder andere de vele cross-media-effecten is het onvermijdelijk dat de verbetering van één parameter (een milieukwaliteitswinst) gepaard gaat met een beperkte of tijdelijke verslechtering van een andere parameter (een beperkt milieukwaliteitsverlies). Via de integrale milieubeoordeling kan er gegarandeerd worden dat nettosom positief blijft.