Overslaan en naar de inhoud gaan

Navigatie

Terug naar het overzicht

Een Europese economische veiligheidsdoctrine moet eerst en vooral wendbaar zijn

Hoofdstukken

Vlaanderen en Europa zijn exportkampioenen, gebaat bij open en eerlijke vrijhandel. Maar dat evenwicht is weg: Europese bedrijven krijgen een golf goedkope Chinese importen over zich heen, waardoor normale concurrentie hypercompetitie wordt en waardeketens onder druk staan. Tegelijk sluit de VS zich meer af met nieuwe tarieven. Europa reageert nu met een Economic Security Strategy, die voor Voka vooral wendbaar moet zijn. 

Hoe oneerlijke handel Europa’s industriële fundamenten aantast

Steeds meer bedrijven merken dat internationale handel niet langer met gelijke voorwaarden verloopt. In de staalindustrie leidt wereldwijde overcapaciteit al jaren tot zware prijsdruk en oneerlijke concurrentie, met effecten tot diep in onze Vlaamse supply chains. Maar opvallend is dat nu ook de chemie, nochtans een klassieke Europese exportkampioen, diezelfde druk voelt. De invoer van Chinese chemicaliën steeg dit jaar met meer dan 8% en betreft producten zonder koolstofprijs en met veel lagere energiekosten. Bedrijven ervaren het als een overrompeling van hun markt. Dat bleek opnieuw toen INEOS tien antidumpingklachten indiende over basischemicaliën die cruciaal zijn voor sectoren zoals auto, bouw, farma en defensie.

Wat ons extra zorgen baart, is dat dit geen gewone marktdynamiek meer lijkt, maar een geleidelijke strategie om volledige waardeketens naar zich toe te trekken. In de staalindustrie verschoof de druk van primaire producenten naar downstreambedrijven, die nu evenzeer geconfronteerd worden met oneerlijke prijszetting. In de chemie zien we hetzelfde patroon: China beperkt zich niet langer tot basisproducten, maar wint terrein in steeds meer gespecialiseerde en hoogtechnologische segmenten die essentieel zijn voor toepassingen in energie, materialen, farma en elektronica. Zo groeit onze afhankelijkheid precies in domeinen waar Europa traditioneel sterk stond en strategische autonomie cruciaal is.

Een nieuwe Europese economische veiligheidsdoctrine

Dat waardeketens van tijd tot tijd herschikken, is op zich niet uitzonderlijk. Productie verhuist, landen specialiseren zich anders, en globale economische zwaartepunten verschuiven. Het is niet realistisch, en ook niet wenselijk, om elke verandering koste wat het kost tegen te houden. Maar zulke verschuivingen moeten wel eerlijk verlopen. En precies daar ontbreekt het Europa vandaag aan de juiste instrumenten. In de handelsconflicten met de Verenigde Staten en in de discussies met China werd Commissievoorzitter von der Leyen meer dan eens “met een mes naar een vuurgevecht gestuurd”: de EU beschikt formeel over handelsverdedigingsmiddelen, maar in de praktijk zijn ze te traag en te bureaucratisch. 

Voor Voka moet de nieuwe economische veiligheidsdoctrine steunen op twee pijlers: wendbaarheid en snelheid.

Daarom is het positief dat de Europese Unie vorige week een nieuwe economische veiligheidsdoctrine heeft voorgesteld. Voor Voka moet die steunen op twee pijlers: wendbaarheid en snelheid. Vandaag duren antidumpingonderzoeken vaak 12 tot 14 maanden, waardoor maatregelen pas komen wanneer de schade al is geleden. Dat moet fundamenteel anders: Europa moet sneller kunnen beslissen, procedures moeten eenvoudiger en de administratieve ballast omlaag. Zolang bureaucratie en doorlooptijden de besluitvorming verlammen, blijven Europese bedrijven blootgesteld aan oneerlijke concurrentie en blijft economische veiligheid een papieren belofte. 

  • ING
  • Orange
  • SDWorx